Schriftelijke vragen : De totstandkoming van de Kamerbrief ‘Vrij en veilig onderwijs’
Vragen van de leden Westerveld en Maatoug (beiden GroenLinks) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de totstandkoming van de Kamerbrief «Vrij en veilig onderwijs» (ingezonden 23 december 2022).
Vraag 1
Herkent de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zich in het beeld dat geschetst
wordt in het artikel «Minister Wiersma negeerde adviezen ambtenaren over weekendscholen»?1 Herkent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zich in het beeld dat naar
voren komt?
Vraag 2
Waarom is ervoor gekozen om de aanpak van vrije en veilige informele scholing aan
te vliegen vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en niet
vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)? Waarom is er ook
in het coalitieakkoord hiervoor gekozen, door de ambities op dit vlak op te schrijven
in de onderwijsparagraaf?
Vraag 3
Waarom heeft de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs ervoor gekozen om het
advies van zowel de Landsadvocaat als ambtenaren op verschillende ministeries om eerst
onderzoek te doen naar de haalbaarheid van de gewenste maatregelen in de wind te slaan
en het als besluit te presenteren? Is niet juist vanwege het punt van haalbaarheid
het advies van de Landsadvocaat ingewonnen? In hoeverre was de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid akkoord met deze strategie?
Vraag 4
In de beslisnota van 20 september 2022 wordt beschreven dat de ministeries van Binnenlandse
Zaken (BZK) als SZW principiële bezwaren hebben over het inzetten op wetgeving wanneer
het gaat om de meldplicht evenals het aanwijzen van de Inspectie van het Onderwijs,
kan uitgelegd worden wat er met deze bezwaren is gebeurd, aangezien nog steeds op
beide plannen wordt ingezet in de Kamerbrief?
Vraag 5
Kan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs uitleggen waarom hij in de Kamerbrief
stelt dat hij conform het advies van de Landsadvocaat in gaat zetten op het aanwijzen
van de Inspectie van het Onderwijs om signalen verder te kunnen verdiepen in geval
van melding van antidemocratisch, antirechtstatelijk of anti-integratief onderwijs,
terwijl dit in het advies van de Landsadvocaat enkel als mogelijkheid wordt genoemd
waar nog forse vraagtekens worden gesteld wat betreft effectiviteit en een te zware
last voor de inspectie?
Vraag 6
In hoeverre neemt de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs de grote bezwaren
mee die de Inspectie van het Onderwijs heeft kenbaar gemaakt op het gebied van uitvoerbaarheid
en haalbaarheid van deze voornemens? Klopt het dat een aantal jaar geleden al onderzoek
is gedaan naar het betrekken van de Inspectie van het Onderwijs bij dit toezicht en
dat zowel de ministeries OCW als SZW toen concludeerden dat toezicht door de inspectie
niet effectief en niet uitvoerbaar was? Wat is er sindsdien veranderd dat beide ministeries
dit nu wel voornemens zijn?
Vraag 7
In de beslisnota van 20 oktober 2022 wordt beschreven dat het Ministerie van SZW bezwaren
heeft over het inrichten van een meldpunt zonder wettelijk kader, zonder duidelijke
definities en zonder een bevoegde instantie die follow-up kan geven aan de meldingen,
kan uitgelegd worden waarom dit meldpunt inmiddels al wel is opgericht ook al ontbreken
zowel de duidelijke definities, als het wettelijk kader, als een bevoegde instantie
die follow-up kan geven aan de meldingen? Wat is er gebeurd met de bezwaren van het
ministerie SZW op deze punten?
Vraag 8
Hoeveel meldingen zijn er tot nu toe binnen gekomen bij het meldpunt en van welke
aard waren deze meldingen? Wat wordt er vervolgens met deze meldingen gedaan?
Vraag 9
Op welke manier gaat de komende tijd gezocht worden naar een afgebakende definitie
van informele scholing? Welke partijen worden daarbij betrokken? Hoe wordt de conclusie
van de Minister van Sociale Zaken over de Turkse taalscholen, en het ontbreken van
signalen van ongewenste beïnvloeding daarin meegenomen2?
Vraag 10
Hoe kijken beide ministers naar de aangifte3 die is gedaan door islamitische organisaties tegen de Minister voor Primair en Voortgezet
Onderwijs naar aanleiding van de Kamerbrief?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
S. Maatoug, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.