Schriftelijke vragen : Het bericht ‘ETZ verhoogt zorgdrempel, ziekenhuis is geen supermarkt’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «ETZ verhoogt zorgdrempel, ziekenhuis is geen supermarkt.» (ingezonden 22 december 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «ETZ verhoogt zorgdrempel, ziekenhuis is geen
supermarkt»?1
Vraag 2
Wat vindt u van het voornemen van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) om de
zorgdrempel te verhogen? Steunt u deze nieuwe beleidslijn? Zo ja, kunt u hiervoor
uw overwegingen geven?
Vraag 3
Kunt u reflecteren op het «probleem» van «zelfredzame en veeleisende» zorgvragers,
waaraan door het ETZ gerefereerd wordt? Wat is, naar uw mening, de reden dat steeds
meer mensen het heft in eigen handen nemen en zorg «eisen»?
Vraag 4
Denkt u niet dat de stelselmatige bezuinigingen op de Nederlandse zorg en de uitholling
van het zorgstelsel die daarmee gepaard is gegaan mede heeft geleid tot een populatie
die in toenemende mate gefrustreerd is over dat zorgstelsel en over het feit dat zij
vaak lang moeten wachten op zorg, moeten vechten voor een verwijzing, en/of niet de
zorg krijgen die zij nodig hebben?
Vraag 5
Is het niet onrealistisch om van burgers te verwachten dat zij zelf een inschatting
kunnen maken op basis van de symptomen die zij ervaren, aan de hand waarvan zij medische
zorg verzoeken? Hoe moet een leek weten of diegene slechts «gewoon rugpijn» heeft
die vanzelf over gaat, of een MRI-scan nodig heeft voor nader onderzoek?
Vraag 6
Hoe verantwoord is het om patiënten zorg te ontzeggen, zonder dat duidelijk is of
hun klachten ernstig zijn en/of nader onderzoek behoeven? Hoe groot is het risico
dat hierdoor (ernstige) diagnoses worden misgelopen?
Vraag 7
Hoe reflecteert u op de grote druk op de huisartsen, die daardoor vaak maar weinig
tijd hebben om patiënten te zien en aan goede diagnostiek te kunnen doen, ten opzichte
van de voorgenomen verhoging van de drempel voor onderzoek/behandeling in het ziekenhuis?
Ontstaat hierdoor niet een nog grotere, noodgedwongen, prikkel bij huisartsen om patiënten
dus maar niet door te verwijzen en daarmee mogelijk (te lang) te laten rondlopen met
potentieel zorgwekkende symptomen?
Vraag 8
Heeft u cijfers met betrekking tot de hoeveelheid medisch niet-noodzakelijke handelingen
die nu in ziekenhuizen worden verricht? Hoe wordt bepaald of een handeling «niet-noodzakelijk»
is/was?
Vraag 9
Aangezien preventie een belangrijke pijler is voor goede, efficiënte en zuinige gezondheidszorg,
is het dan niet juist van belang om triage aan de voorkant van het zorgtraject zo
gedegen mogelijk te maken, teneinde meer invasieve en kostbaarder medische handelingen
in een later stadium te voorkomen, ook als dat betekent dat wellicht een percentage
handelingen uiteindelijk onnodig zal blijken te zijn geweest?
Vraag 10
Weet u in hoeverre zorgverzekeraars een rol spelen in het opwerpen van een hogere
zorgdrempel, aangezien het resultaat daarvan ook zal zijn dat zij minder hoeven te
vergoeden?
Vraag 11
Is er een afwegingskader waarbinnen zorgvragen in de toekomst worden geclassificeerd
als «medisch niet-noodzakelijk» en wat zijn hiervoor de criteria? Wordt hiervoor bij
alle zorgverleners een uniforme aanpak uitgerold en zo ja, op welke manier gaat dat
gebeuren?
Vraag 12
Spelen financiële overwegingen mee bij het honoreren van bepaalde zorgvragen en/of
diagnostiek, in zowel negatieve, als positieve zin? Worden zorgvragen voor mogelijke
aandoeningen waar zorgorganisaties/verleners/verzekeraars potentieel aan kunnen verdienen
sneller gehonoreerd dan zorgenvragen die geen geld opleveren? Zo ja, hoe verantwoordt
u dat en op basis van welke criteria zal dit worden gedaan? Zo nee, kunt aantonen
dat financiële belangen geen rol spelen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.