Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kathmann en Maatoug over het bericht dat er een burn-outgolf dreigt als gevolg van de arbeidsmarktkrapte
Vragen van de leden Kathmann en Maatoug (beiden GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Arbodiensten slaan alarm: burn-outgolf dreigt vanwege krappe arbeidsmarkt» (ingezonden 23 november 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 22 december
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1042.
Vraag 1
Kent u het artikel «Arbodiensten slaan alarm: burn-outgolf dreigt vanwege krappe arbeidsmarkt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over het feit dat het aantal werknemers dat last heeft van burn-outklachten
is toegenomen?
Antwoord 2
Preventie van burn-out klachten moet prioriteit hebben voor werkgevers. Dit is voor
de individuele werknemer van belang, maar ook voor de werkgever zelf. Werkgevers zijn
volgens de Arbowet verplicht om arbeidsrisico’s, zoals werkstress in kaart te brengen
en te mitigeren door middel van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) met
bijbehorend plan van aanpak. Zo herkennen zij eerder de risico’s en kunnen zij maatregelen
treffen om deze in hun bedrijf te voorkomen.De afgelopen jaren zien we een opwaartse
trend van het aantal werknemers dat burn-outklachten rapporteert: van 12% in 2014
naar 17% in 2021. Ik vind dat percentage veel te hoog en heb dan ook actie ondernomen
om deze opwaartse trend te keren. Dit doe ik onder meer sinds 2021 samen met VWS,
OCW, sociale partners en vele veldpartijen met het meerjarenprogramma Brede Maatschappelijke
Samenwerking burn-outklachten (BMS). De BMS richt zich op preventie van burn-outklachten.
Daarnaast werk ik aan het meerjarenprogramma RI&E, dat richt zich op het ondersteunen
van werkgevers bij het opstellen van een RI&E. Ik informeer uw Kamer binnenkort separaat
over de voortgang van onder meer de BMS in aansluiting op de integrale aanpak Mentale
gezondheid van ons allemaal.
Vraag 3
Bent u het eens dat bestrijden van verzuim een belangrijke oplossing kan zijn voor
het aanpakken van de arbeidsmarktkrapte?
Antwoord 3
De huidige arbeidskrapte zorgt voor een toename van werkdruk in vrijwel alle sectoren.
Daardoor kan personeel sneller overbelast raken en uitvallen. Een grote inzet op preventie
van uitval als gevolg van werkdruk is daarom van belang, maar zal op zichzelf de krapte
niet oplossen.
Afgelopen juni heb ik met mijn collega’s, de Minister voor APP, de Minister van OCW,
de Minister voor LZS, de Minister van EZK, de Minister voor PVO uw Kamer geïnformeerd
over de basis van de aanpak van arbeidsmarktkrapte.2 Begin 2023 ontvangt uw Kamer een brief over aanvullende kraptemaatregelen.
Vraag 4
Welke maatregelen gaat u nemen om het aantal werknemers dat last heeft van burn-outklachten
te laten dalen?
Antwoord 4
Uit onderzoek blijkt dat de oorzaken van burn-outklachten bij werknemers gelegen zijn
in (een combinatie van) factoren in het individu (de privésituatie), werk en maatschappij.
De BMS richt zich daarom op die oorzaken. Om nog effectiever te zijn in het aanpakken
van onder meer de maatschappelijke factoren is de BMS afgelopen jaar aangesloten bij
de integrale aanpak «Mentale gezondheid van ons allemaal» van het Ministerie van VWS.
De BMS geeft daarmee invulling aan de actielijn «Mentaal gezond aan het werk». De
Staatssecretaris van VWS heeft uw Kamer op 2 december jl. geïnformeerd over de voortgang
van deze integrale aanpak.3 Ik informeer uw Kamer binnenkort over de voortgang van de BMS.
Vraag 5
Bent u het eens dat het altijd bereikbaar moeten zijn voor werknemers tot werkstress
kan leiden?
Antwoord 5
Ja, het gevoel om altijd bereikbaar te moeten zijn, ook buiten werktijd, kan stress
veroorzaken bij werknemers. Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) is een belangrijke
oorzaak van ziekte en uitval van werknemers. Daarom is het zo belangrijk dat werkgevers
en werknemers maatregelen treffen om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen,
onder meer door het maken van afspraken over bereikbaarheid buiten werktijd. Op grond
van de Arbowet is de werkgever primair verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden
van de werknemers en moet deze zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
De werkgever is verplicht om beleid te voeren, binnen het algemene arbeidsomstandighedenbeleid,
dat erop is gericht om PSA te voorkomen of indien dat niet mogelijk is, te beperken
als dit een risico vormt voor de werknemers en de organisatie.4 Het Arbobesluit werkt deze verplichting verder uit5 en verplicht werkgevers om de risico’s in kaart te brengen in een Risico-inventarisatie
en -evaluatie (RI&E).6 Als er binnen een organisatie een risico bestaat op PSA, moet de werkgever als onderdeel
van de RI&E een plan van aanpak opstellen met daarin maatregelen om deze belasting
te voorkomen of te verminderen.Afgelopen jaren wordt er in steeds meer cao’s een bepaling
over bereikbaarheid buiten werktijd opgenomen. Sinds 2019 zijn er in 19 van de 98
SZW-steekproef cao’s7 afspraken opgenomen over bereikbaarheid buiten werktijd (in hun principeakkoorden).
Dit is onder andere het geval in de Jeugdzorg, Kinderopvang, de politie en het Rijk.
Vraag 6
Vindt u het ook zorgwekkend dat 60% van de werkgevers werkdruk geen belangrijk arbeidsrisico
vindt?8
Antwoord 6
Uit de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) 2021 van TNO blijkt dat 40% van de werkgevers
werkdruk noemt als een van de belangrijkste arbeidsrisico’s in hun organisatie.9 Uit de WEA 2021 blijkt niet dat de overige 60% van de werkgevers werkdruk als onbelangrijk
arbeidsrisico ziet, maar dat andere arbeidsrisico’s volgens de werkgevers een grotere
rol spelen in hun organisatie. Werkdruk wordt door werkgevers bovendien het vaakst
genoemd als belangrijkste arbeidsrisico binnen de organisatie.10 Ik vind het belangrijk dat werkgevers aandacht hebben voor werkdruk als arbeidsrisico.
Werknemers met werkgerelateerde gezondheidsklachten voeren vooral werkdruk en werkstress
aan als reden voor verzuim.11 Daarom zet ik, met de maatregelen uit de BMS en het Meerjarenprogramma RI&E, in op
het ondersteunen van werkgevers bij het in kaart brengen en voorkomen van risico’s
op werkdruk.
Vraag 7 en 8
Kunt u aangeven hoe vaak de Arbeidsinspectie onderzoek heeft gedaan naar de vraag
of bedrijven aandacht besteden aan bestrijden van werkstress in de risico-inventarisatie
en -evaluatie (RI&E) en plan van aanpak?
Kunt u aangeven hoe vaak de Nederlandse Arbeidsinspectie heeft gehandhaafd bij werkgevers
die onvoldoende beleid hebben op het bestrijden van werkstress?
Antwoord 7 en 8
De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) werkt risicogericht en programmatisch. De Arbeidsinspectie
heeft een themaprogramma psychosociale arbeidsbelasting (PSA), dat zich o.a. richt
op de factoren die leiden tot werkstress. De Arbeidsinspectie ziet werkstress als
een cumulatie van PSA-factoren: werkdruk, seksuele intimidatie, arbeidsdiscriminatie,
agressie en geweld en pesten. Het controleren van de RI&E en het plan van aanpak op
bepaalde en/of alle PSA-factoren is een vast onderdeel van de PSA-inspecties. In 2020
heeft de Arbeidsinspectie 1007 PSA-inspecties gedaan en in 2021 1123 PSA-inspecties.
Het handhavingspercentage was bij de eerste inspectie in 2020 22% en in 2021 16%.
Bijna alle overtredingen in beide jaren waren bij de herinspecties opgeheven. In het
jaarverslag en in de programmarapportages rapporteert de Arbeidsinspectie over haar
activiteiten en resultaten.
Vraag 9
Bent u het eens dat het voor kleine werkgevers ingewikkeld kan zijn om werkstress
aan te pakken en financiële ondersteuning hierbij kan helpen? Zo ja, bent u bereid
dit te doen?
Antwoord 9
Het aanpakken van werkstress kan inderdaad ingewikkeld zijn voor kleine werkgevers.
Om werkgevers in het mkb hierbij te ondersteunen is onlangs het hier boven al genoemde
nieuwe onderdeel aan het instrument Route naar RIE toegevoegd.12De module maakt de werkgever bewust van de PSA-risico’s en geeft concrete handvatten
en tips om aan de slag te gaan, en is samen met het mkb ontwikkeld. Ook werk ik samen
met de partners uit de BMS aan een digitale keuzehulp voor effectieve interventies,
zodat onder meer werkgevers concrete handvatten geboden worden om werkdruk te voorkomen.
Om werkgevers financieel te ondersteunen heb ik dit jaar samen met VWS de subsidieregeling
«Mentale vitaliteit van werkenden» opgezet. Via deze subsidieregeling konden organisaties
subsidie aanvragen voor begeleiding en tools van gekwalificeerde professionals of
voor het inzetten en evalueren van innovatieve interventies, met als doel het bevorderen
van de mentale vitaliteit van hun werknemers. De ervaringen en inzichten van het programma
en de gesubsidieerde projecten worden na afloop breed gedeeld, zodat ook andere organisaties
hier de vruchten van kunnen plukken.
Vraag 10
Zou u deze vragen kunnen beantwoorden voorafgaand aan de plenaire behandeling van
het initiatiefvoorstel wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met het
aangaan van een gesprek tussen werkgever en werknemers over bereikbaarheid buiten
werktijd?13
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.