Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over toenemend drugsgebruik onder studenten
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over toenemend drugsgebruik onder studenten (ingezonden 16 november 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 22 december 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 937.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zorgen om toenemend drugsgebruik studenten,
Trimbos start onderzoek»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe reflecteert u op de staat van crisis waar Nederland zich in bevindt en de weerslag
die dat heeft op jongeren/studenten? Wat gaat u ondernemen om studenten te ondersteunen
in deze roerige en onzekere tijden?
Antwoord 2
Ik maak me zorgen over de mentale gezondheid van jongeren en studenten.
Daarom heb ik samen met mijn collega’s van OCW en SZW in juni de aanpak mentale gezondheid: van ons allemaal gelanceerd. De komende jaren zetten wij ons samen met jongeren, werkenden, kwetsbaren,
organisaties, de onderwijs en cultuursector en nog veel meer in voor een mentaal gezond
Nederland. Binnen de aanpak is ook aandacht voor studenten. Zo zijn op dit moment
de onderwijskoepels samen met studenten en experts bezig om een kader te maken voor
een integrale aanpak mentale gezondheid. Deze is, naast dat goede begeleiding bij
klachten nodig blijft, gericht op de preventie: het vergroten van de veerkracht van
studenten en inzetten op sociale binding en zorgen dat onderwijsprofessionals sneller
en beter kunnen signaleren wanneer het niet goed gaat met een student. Daarnaast is
het heel erg belangrijk dat het spreken over mentale (on)gezondheid wordt genormaliseerd.
Het is helemaal niet gek als je je niet altijd goed voelt, of als je eenzaam bent.
Weet dat er dan mensen zijn die je kunnen helpen en trek aan de bel.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat de coronacrisis ervoor gezorgd lijkt te hebben dat het aantal
studenten met mentale klachten en het aantal suïcides onder deze doelgroep aanzienlijk
is gestegen? Kunt u reflecteren op het aandeel dat het coronabeleid van het kabinet
daarin heeft gehad?
Antwoord 3
Het sluiten van scholen en verenigingen heeft impact gehad op iedereen in de samenleving,
bovenal op leerlingen en studenten. Dat zullen we als overheid direct erkennen. We
weten dat de effecten op studenten heel groot zijn geweest.
We zien dat sociale binding met medestudenten en onderwijsinstellingen een positieve
invloed heeft op de mentale gezondheid van studenten. De sluiting van scholen ligt
dan ook onderop de stapel en het welzijn van studenten staat voorop in de Covid sectorplannen
die zijn gemaakt met het onderwijs.
Ik ben blij te zien dat onderwijsinstellingen en verenigingen ook tijdens de sluiting
heel erg veel moeite hebben gedaan om de student te bereiken en in te zetten op binding
online.
Vraag 4
Hoe verhoudt zich in uw optiek het positieve effect van de coronamaatregelen tegenover
het negatieve effect daarvan op het welzijn van jongeren/studenten?
Antwoord 4
Het is onmiskenbaar dat de maatregelen ter bestrijding van het virus een grote impact
hebben gehad op zeer velen in de samenleving. Zo beperkten maatregelen burgerlijke
vrijheden, werden ondernemers beknot in hun vrijheid tot ondernemen en hadden de maatregelen
onmiskenbaar impact op het welzijn van jongeren en studenten. De impact is dusdanig
dat daaruit al af te leiden is dat deze maatregelen niet lichtvaardig zijn getroffen.
Zeker in het begin van de crisis waren zij noodzakelijk om de zorg te behoeden voor
overbelasting en kwetsbaren te beschermen. Naarmate de crisis vorderde verschoven
de doelen naar het borgen van de sociaal-maatschappelijke en economische continuïteit
en vitaliteit, en het borgen van de toegankelijkheid van de hele zorgketen voor iedereen.
Doelen die ook bijdragen aan het welzijn van jongeren en studenten, omdat een toegankelijke
zorgketen en het borgen van maatschappelijke en economische continuïteit ook hen ten
goede komt.
Vraag 5
Zou u in retrospectief, met de kennis over de gevolgen voor het welzijn van jongeren/studenten,
dezelfde beleidskeuzes hebben gemaakt met betrekking tot de toepassing van coronamaatregelen
voor de jongeren/studentenpopulatie? Zo ja, waarom? Kunt u een kosten-batenanalyse
geven?
Antwoord 5
Zoals uit het antwoord op vraag 4 al blijkt deel ik niet de tegenstelling die uit
uw vraag naar voren komt. De maatregelen hadden een grote impact op velen in de samenleving,
maar de maatregelen hadden bijvoorbeeld ook als gevolg dat de zorgketen, ook voor
jongeren en studenten, toegankelijk is gebleven. Stellen dat de maatregelen alleen
kosten voor deze specifieke groepen hebben gehad is een te eenzijdige benadering van
de werkelijkheid. Vanwege dezelfde reden kan ik dan ook geen kosten-batenanalyse geven.
Wel heeft het kabinet gedurende de coronapandemie de vinger aan de pols gehouden en
zich breed laten adviseren door verschillende instanties, ook wat betreft de impact
van de maatregelen op jongeren. Bij het treffen van maatregelen zijn deze adviezen
betrokken en maakten deel uit van de bestuurlijke weging rondom de inzet van maatregelen.
Vraag 6
Kunt u verklaren hoe het mogelijk is dat studenten in Nederland op grote schaal aan
harddrugs zoals cocaïne kunnen komen?
Antwoord 6
Ondanks het verbod op de productie, handel en verkoop van vele drugs in de Opiumwet
zijn deze middelen helaas wel illegaal verkrijgbaar in Nederland. Cocaïne wordt door
criminelen naar Nederland gesmokkeld en hier verhandeld en verkocht. De vraag naar
drugs, van gebruikers in Nederland tot afzetmarkten in het buitenland, houdt deze
criminele praktijken in stand. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zetten zich daarom op een breed front in om
zowel het aanbod van, als de vraag naar, drugs terug te dringen. Uw Kamer is voor
het laatst op 4 november jl. over deze aanpak geïnformeerd in de najaarsbrief over
georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.2 In het antwoord op vraag 7 wordt verder ingegaan op hoe ik het drugsgebruik bij studenten
tracht terug te dringen.
Vraag 7
Gaat u actief stappen ondernemen om het (hard)drugs gebruik onder studenten terug
te dringen? Zo ja, wat gaat u precies doen en op welke termijn?
Antwoord 7
Drugsgebruik is geen onderdeel van een normale, gezonde leefstijl. Ook niet voor studenten.
Daarom vind ik het belangrijk dat deze boodschap ook met studenten gedeeld wordt.
Tegelijkertijd wil ik dat studenten die er toch voor kiezen te gebruiken zo min mogelijk
risico lopen op gezondheidsschade. Daarom is het van groot belang om gerichte, evidence-based
preventie-activiteiten uitvoeren. Ik financier het Trimbos-instituut om deze activiteiten
uit te voeren en gemeenten en onderwijsinstellingen hiermee te ondersteunen. Onder
de vlag van Helder op School, een preventieprogramma gericht op onderwijs, heeft het
Trimbos-instituut een speciale aanpak ontwikkeld voor het hbo en de universiteiten
waarin introductiecommissies, studentenverenigingen en onderwijsinstellingen interventiemogelijkheden
wordt geboden waarmee drugsgebruik kan worden ontmoedigd. Ook vinden voorlichtingsactiviteiten
plaats gericht op jongeren, zoals via de websites drugsenuitgaan.nl en drugsinfo.nl.
Verder brengt het Trimbos-instituut dit jaar een dossier uit waarin effectieve drugspreventie-interventies
gericht op jongeren zijn gebundeld. Hiermee geef ik gemeentes en onderwijsinstellingen
handvatten om effectieve preventie-activiteiten uit te voeren. Op deze manier draag
ik bij aan het terugdringen van drugsgebruik onder studenten. Maar dat kan ik niet
alleen: ook onderwijsinstellingen, studentenverenigingen en gemeenten kunnen bijdragen
leveren. Ik roep hen op om in samenwerking met lokale preventiewerkers en het Trimbos
Instituut op een effectieve manier werk te maken van drugspreventie. Daarnaast wordt
het tegengaan van middelengebruik ook meegenomen in de integrale aanpak mentale gezondheid.
Vraag 8
Welke juridische stappen gaat u ondernemen om de verstrekking van (hard)drugs aan
jongeren/studenten terug te dringen? Gaat u onderwijsinstellingen hierbij betrekken
en zo ja, op welke manier?
Antwoord 8
De verkoop van zowel middelen van lijst 1 («harddrugs») als lijst 2 («softdrugs»)
is verboden. Dealers die deze middelen aanbieden begaan hiermee een strafbaar feit
waarvoor zij worden vervolgd. Alleen voor hennep en hasj geldt dat deze onder bepaalde
voorwaarden (waaronder alleen verkoop aan meerderjarigen) in coffeeshops mogen worden
verkocht. In veel gemeenten is een aanvullende voorwaarde dat coffeeshops niet binnen
een bepaalde afstand van onderwijsinstellingen gevestigd mogen zijn. Onderwijsinstellingen
worden betrokken bij voorlichting over drugs. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag
7 en de brief over preventie van drugsgebruik van 7 juli jl.
Vraag 9
Weet u wat de (potentiële) (medische en maatschappelijke) gevolgen zijn van grootschalig
(hard)drugsgebruik onder studenten op zowel de korte, als de lange termijn? Wat zijn
de gevolgen voor het fysieke en mentale welzijn en hoe gaat dit zijn weerslag hebben
op de studieresultaten- en voortgang van jongeren?
Antwoord 9
Er bestaan veel verschillende soorten drugs. Van niet alle middelen zijn de langetermijngevolgen
goed bekend. In de beantwoording van deze vraag beperk ik me tot de drie middelen
waarvan in de Monitor Mentale Gezondheid en Middelengebruik Studenten Hoger Onderwijs bleek dat het percentage studenten dat deze middelen in de afgelopen maand gebruikt
had het hoogst lag. Het gaat hierbij om cannabis, xtc en cocaïne (respectievelijk
16,8%, 3,3% en 2,6%).
Cannabis
Negatieve gevolgen van cannabisgebruik op de korte termijn zijn een verslechtering
van het geheugen, concentratie en logisch denken. Ook kun je je er ziek en misselijk
van gaan voelen, een zogenaamde bad trip van krijgen, loop je kort na gebruik een hoger risico op verkeersongelukken en kun
je flauwvallen. Op de lange termijn lopen cannabisgebruikers onder meer een hoger
risico op schade aan de longen, psychische aandoeningen als psychose en schizofrenie,
geheugenproblemen, slechtere school- en werkprestaties en verslaving.
Xtc
In sommige gevallen kan het gebruik van xtc op de korte termijn leiden tot oververhitting,
watervergiftiging, hartproblemen, een epileptische aanval of een opwindingsdelier.
Voorbeelden van langetermijnrisico’s zijn hersenschade, een verslechterd geheugen
en mogelijk depressie.
Cocaïne
Op de korte termijn leidt cocaïnegebruik tot belasting van de hart- en bloedvaten
en kan het leiden tot ontsteking van het neusslijmvlies, vermoeidheid, en psychische
klachten. Op de lange termijn is er een serieus risico van verslaving en hart- en
vaatziekten. Ook kan regelmatig cocaïnegebruik leiden tot een verandering in persoonlijkheid,
oververmoeidheid en depressies, agressie en achterdocht, gewichtsverlies en verminderd
seksueel verlangen.
Het moge duidelijk zijn dat de hierboven beschreven korte- en langetermijneffecten
van de drie vaakst gebruikte drugs onder studenten een impact kunnen hebben op het
fysieke en mentale welzijn van de studenten die deze drugs gebruiken. Dit risico ligt
voornamelijk bij de groep studenten die regelmatig gebruikt. De relatie tussen middelengebruik
en het mentale welzijn van studenten wordt onderzocht in de Monitor Mentale Gezondheid en Middelengebruik Studenten Hoger Onderwijs. Hieruit blijkt een verband te bestaan tussen cannabisgebruik en psychische klachten.
Er bestaan momenteel geen inschattingen van de gevolgen van het huidige drugsgebruik
van studenten voor hun studieresultaten en studievoortgang. Wel blijf ik de voortgang
van het gebruik en de invloed op de mentale gezondheid van studenten monitoren. In
2023 is de volgende meting van de monitor. Binnen de integrale aanpak studentenwelzijn
zullen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ik onderwijsinstellingen
ook handvatten bieden voor het signaleren en het vergroten van de kennis en kunde
van onderwijsprofessionals rondom dit thema.
Vraag 10
Weet u wat de (potentiële) (lange termijn) gevolgen zijn voor de (druk op de) zorg
van het toenemende, grootschalig (hard)drugsgebruik onder studenten? Kunt u inzichtelijk
maken welke en hoe veel gezondheidsproblemen er hierdoor zullen ontstaan?
Antwoord 10
Acute stoornissen waarvoor medische hulp wordt gezocht en waarbij de gebruiker onder
invloed is van drugs worden bijgehouden in de monitor drugsincidenten. Over 2020 blijkt
dat de coronapandemie en de bijbehorende lockdowns hebben gezorgd voor een forse daling
van het totale aantal meldingen van drugsgerelateerde gezondheidsincidenten bij ambulancediensten,
ziekenhuizen en forensisch artsen. Dit valt te verklaren door het vanaf maart 2020
uitblijven van feesten en evenementen en het wegblijven van toeristen. Wanneer voor
deze factoren wordt gecorrigeerd blijft het aantal meldingen vrijwel op hetzelfde
niveau. In 2021 zorgde de tijdelijke heropening van het uitgaansleven in de zomer
en het najaar weer voor een stijging in het aantal incidenten, met name bij jonge
xtc-gebruikers. Als de incidenten die zijn gekoppeld aan feesten en toerisme niet
worden meegenomen, bleef het aantal meldingen – net zoals in 2020 – op het niveau
van vóór COVID-19. Hoewel deze monitor zich niet direct richt op studenten, is het
aannemelijk dat een sterke toename van gebruik onder deze groep zijn weerslag zou
hebben op de cijfers.
Omdat nog onduidelijk is of en in hoeverre het drugsgebruik onder studenten de afgelopen
jaren is veranderd, is het niet mogelijk een inschatting te geven hoeveel en welke
gezondheidsproblemen hierdoor zullen ontstaan. Met de volgend jaar te verschijnen
opvolger van de Monitor Mentale Gezondheid en Middelengebruik Studenten Hoger Onderwijs hoop ik hier een beter beeld van te hebben.
Vraag 11
Wat gaat u doen om de gevolgen van de sociale isolatie en eenzaamheid die studenten
tijdens de coronacrisis hebben ervaren te ondervangen? Heeft u zicht op welke gevolgen
dit zal hebben op het fysieke en mentale welzijn van deze generatie studenten en de
daaruit voortvloeiende maatschappelijke kosten in de toekomst?
Antwoord 11
We moeten enorm aan de slag om het mentaal welzijn van jongeren en studenten te verbeteren.
Daar ligt een taak voor de gehele samenleving. In het onderwijs zelf moet er veel
aandacht zijn voor sociale binding, vroeg-signalering en het verbeteren van de veerkracht
van studenten. Het thema bespreekbaar maken en op elkaar letten. Belangrijke doelen
die wij ook met de aanpak mentale gezondheid: van ons allemaal nastreven de komende tijd. Bovendien is ook de aanpak Eén Tegen Eenzaamheid verbreed met de doelgroep jongeren.
Afgelopen november jl. is er een onderzoek gestart naar de oorzaken van stress en
prestatiedruk en dat resulteert ook in handvatten voor het kabinet en de onderwijsinstellingen.
Hoe kunnen we de stress en prestatiedruk, een belangrijke factor bij mentale problematiek,
tegengaan of verminderen? We kijken uit naar de resultaten die voor de zomer 2023
worden verwacht.
Vraag 12
Welke gevolgen gaat de onvermijdelijke studievertraging, door afgenomen fysiek en
mentale welzijn en gezondheidsproblemen door (hard)drugsgebruik, hebben op de maatschappij
en de arbeidsmarkt als geheel? Kunt u een (risico)analyse geven? En hoe gaat u deze
gevolgen ondervangen?
Antwoord 12
In mijn antwoord op vraag 10 gaf ik al aan dat nog onduidelijk is of en in hoeverre
het drugsgebruik onder studenten de afgelopen jaren is veranderd. Mede om deze reden
kan ik geen risicoanalyse geven voor de gevolgen van gezondheidsproblemen door drugsgebruik
op de maatschappij en de arbeidsmarkt als geheel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.