Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over Nederlands belastinggeld in Afrikaanse ontwikkelingslanden
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over Nederlands belastinggeld in Afrikaanse ontwikkelingslanden (ingezonden 15 november 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 21 december 2022).
Vraag 1
Met welke Afrikaanse landen heeft Nederland een ontwikkelingsrelatie gehad gedurende
de periode van 2011 tot 2021?
Antwoord 1
Zie lijst in antwoord bij vraag 2.
Vraag 2
Kunt u specificeren hoeveel miljoen euro Nederland aan ontwikkelingshulp uitgaf per
Afrikaans land gedurende de periode van 2011 tot 2021?
Antwoord 2
Onderstaande tabel toont de directe ODA-uitgaven van BZ en BHOS in Afrika in de periode
2011 tot en met 2021. Alle bedragen zijn in miljoenen euro. Naast de directe uitgaven
wordt in Afrika budget uitgegeven via centrale budgetten. Voorbeelden hiervan zijn
centraal gefinancierde thematische programma’s, die doorgaans niet op één land of
regio gericht zijn (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en meestal een
meerjarig karakter hebben. Ook ongeoormerkte bijdragen aan multilaterale organisaties
komen uit centrale budgetten en zijn meestal niet per donor of jaar aan een specifiek
land toe te rekenen. Derhalve zijn deze uitgaven niet opgenomen in de onderstaande
tabel.
Land
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Algerije
0.05
0.12
0.06
0.07
0.01
0.06
0.53
0.05
0.87
0.72
0.46
Angola
0.48
0.28
0.09
0.04
0.03
0.20
0.29
0.31
0.10
0.13
Benin
20.00
16.06
28.46
32.09
16.00
26.89
28.15
22.31
28.23
33.98
35.08
Botswana
0.13
Burkina Faso
38.75
32.08
32.26
2.05
19.56
26.71
Burundi
14.13
13.38
24.60
20.93
24.47
30.66
27.47
31.40
27.53
27.53
31.90
Centraal-Afrikaanse Republiek
2.00
16.09
11.69
11.72
6.44
5.06
4.44
5.71
4.09
Congo
0.02
0.19
0.22
0.05
0.44
Democratische Republiek Congo
13.15
17.24
10.14
7.49
8.39
12.02
19.77
20.70
11.85
8.24
6.85
Egypte
7.46
5.41
3.70
1.11
1.03
1.15
4.11
4.66
4.89
8.94
5.20
Eritrea
0.09
Ethiopië
50.43
67.23
59.24
67.80
72.55
68.39
73.46
65.89
87.15
94.10
62.88
Gambia
0.05
0.01
0.04
Ghana
45.41
31.68
16.23
23.40
29.29
27.73
17.51
15.87
16.21
10.80
7.83
Guinee
0.07
Guinee-Bissau
0.04
0.01
Ivoorkust
2.10
0.01
0.03
0.02
Kaapverdië
1.72
0.04
0.04
Land
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Kenia
18.28
23.16
25.49
24.70
17.44
18.67
19.60
14.39
9.86
5.92
8.98
Liberia
1.00
5.12
0.02
0.05
Libië
2.94
0.25
0.50
0.30
0.46
1.97
6.13
3.65
6.91
2.80
2.10
Malawi
0.02
0.02
Mali
42.75
35.84
45.39
33.44
33.78
30.75
33.43
41.46
36.45
26.58
42.69
Marokko
1.76
1.83
1.68
1.10
1.56
0.78
1.17
2.27
1.22
0.24
0.39
Mauritanië
0.01
0.02
0.04
0.01
0.03
Mozambique
52.48
41.79
46.92
35.93
31.63
30.35
31.11
35.54
43.17
41.82
25.49
Namibië
1.30
0.51
0.83
0.09
Niger
0.09
7.00
2.50
6.00
14.25
21.04
21.87
Nigeria
15.45
2.17
2.03
1.95
6.71
7.13
18.02
17.25
12.93
8.34
11.94
Oeganda
10.69
20.08
27.25
16.52
13.24
15.59
17.94
25.78
29.18
32.25
31.84
Rwanda
34.13
28.81
37.34
38.18
36.81
50.54
42.54
39.92
41.93
26.38
14.95
Senegal
19.33
11.71
4.84
3.23
0.02
2.50
0.56
3.53
4.44
3.16
0.97
Sierra Leone
0.15
0.10
6.05
0.03
0.10
0.01
0.02
Soedan
34.47
11.01
8.70
4.50
3.24
9.79
3.77
11.54
8.49
12.84
8.50
Somalië
20.06
13.65
4.80
4.71
2.37
7.24
17.77
14.50
25.48
17.46
15.80
Tanzania
48.06
23.15
7.61
0.45
0.54
0.31
0.10
0.16
0.25
0.27
Tsjaad
3.50
2.00
3.80
1.03
Tunesië
0.97
1.18
2.17
1.62
0.29
0.84
1.20
4.55
18.03
3.65
12.90
Zambia
15.73
6.61
5.35
0.03
0.01
Zimbabwe
8.96
5.83
2.55
1.64
1.40
4.51
3.91
1.37
1.92
1.54
1.50
Zuid Afrika
23.40
17.05
7.74
2.34
2.58
2.34
0.79
0.37
0.67
0.60
0.35
Zuid-Soedan
17.55
41.04
41.58
41.30
37.93
44.02
48.98
59.65
42.23
32.80
27.97
Totaal landen
566.91
478.30
449.59
392.38
352.97
406.29
431.27
449.36
481.15
447.43
410.23
Regionaal Afrika
96.35
159.54
142.46
121.03
127.97
123.10
122.69
138.83
119.94
167.18
217.10
Regionaal Grote Meren
11.62
16.72
20.76
11.24
23.67
10.08
16.93
14.96
19.60
19.77
32.45
Regionaal Hoorn van Afrika
0.27
1.97
2.92
3.52
17.66
10.65
3.68
2.01
5.64
5.73
4.69
Sub Sahara
1.00
1.08
0.77
0.44
4.55
4.46
27.15
Totaal regionaal
108.24
179.23
166.13
136.87
169.31
143.83
144.06
156.24
149.73
197.13
281.39
Totaal
675.15
657.52
615.73
529.25
522.27
550.12
575.33
605.61
630.89
644.56
691.61
Vraag 3
Hoe hoog schat u de jaarlijkse illegale kapitaalvlucht in van Afrikaanse landen waarmee
Nederland een ontwikkelingsrelatie heeft?
Antwoord 3
Illegale kapitaalvlucht onttrekt zich aan de waarneming van overheden en is daardoor
niet of lastig in betrouwbare bedragen in statistieken vast te leggen. Onderzoekers
ramen daarom de globale omvang van illegale kapitaalvlucht indirect aan de hand van
internationale financiële en handelsstatistieken. Daarbij worden verschillende methoden
gebruikt die elk hun eigen beperkingen hebben. De bedragen zijn daardoor niet één-op-één
vergelijkbaar en de schattingen lopen zeer uiteen. De United Nations Conference on
Trade and Development (UNCTAD) raamt bijvoorbeeld de jaarlijkse kapitaalvlucht uit
Afrikaanse landen op USD 88,6 miljard1. Meer dan 80% hiervan komt uit Nigeria (USD 41 miljard), Egypte (USD 17,5 miljard)
en Zuid-Afrika (USD 14,1 miljard). De overige 20% is niet uitgesplitst per land.
Vraag 4
Hoe hoog schat u, per Afrikaans land waarmee Nederland een ontwikkelingsrelatie heeft,
het bedrag aan Nederlandse ontwikkelingshulp in dat jaarlijks aan illegale kapitaalvlucht
uit Afrika verloren gaat?
Antwoord 4
Gevallen van illegale kapitaalvlucht met Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsmiddelen
zijn op dit moment niet bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken bekend. Het ministerie
hanteert een zero-tolerance for inaction beleid ten aanzien van misbruik van financiële middelen, waarbij contractpartners
de plicht hebben om dergelijke gevallen altijd aan het ministerie te melden. Het ministerie,
op haar beurt rapporteert alle bewezen malversaties aan de Kamer via de bijlage van
het departementaal jaarverslag, alsmede tussentijds wanneer meer dan EUR 100.000 Nederlands
aandeel betrokken is.
Vraag 5
Bent u bereid een correcte besteding van ontwikkelingshulp als eis te stellen bij
het ontvangen van nieuwe Nederlandse gelden?
Antwoord 5
Een correcte besteding van de financiële middelen die Nederland beschikbaar stelt
is reeds een eis die vastgelegd is in de contracten die het Ministerie van Buitenlandse
Zaken met uitvoerende partijen afsluit.
Vraag 6
Wat zijn de instrumenten waarmee u kunt afdwingen dat ontwikkelingslanden het ontwikkelingsgeld
correct besteden?
Antwoord 6
Contractueel wordt met alle partnerorganisaties vastgelegd dat financiële middelen
in lijn met het afgesproken voorstel en budget worden besteed. Daarbij dient bij alle
contracten met een bijdrage hoger dan EUR 5 miljoen jaarlijks een financiële audit
(door een onafhankelijke auditor) overlegd te worden.
Contractueel heeft het ministerie bovendien altijd het recht de financiering te verminderen
of voortijdig te beëindigen, de overmaking van tranches op te schorten of de reeds
overgemaakte middelen geheel of gedeeltelijk terug te vorderen indien de contractpartij
haar verplichtingen niet of niet tijdig nakomt of de middelen gebruikt voor een ander
doel dan waarvoor het ministerie ze beschikbaar heeft gesteld.
Bij een vermoeden van misbruik van financiële middelen hanteert het ministerie een
zero-tolerance for inaction beleid ten aanzien van fraude en corruptie. Dit houdt in dat indien fraude of corruptie
zich toch voordoet, het ministerie verwacht dat ieder gefundeerd vermoeden van fraude
en/of corruptie wordt onderzocht, dat het ministerie hierover op zo kort mogelijk
termijn wordt geïnformeerd en dat, waar mogelijk, passende maatregelen worden genomen.
Wanneer het Expertisecentrum Malversaties van het ministerie, op basis van een (forensisch-
of accountants-) onderzoek, moet constateren dat een fraudemelding gegrond is, worden
stappen genomen om de financiële schade niet ten laste te laten komen van de begroting
van het ministerie. Dit kan bijvoorbeeld door het in gang zetten van een terugvorderingsprocedure,
het lager vaststellen van een subsidie, of door de contractpartij de financiële schade
te laten dekken uit eigen middelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.