Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat iemand 2,5 jaar onterecht vast zat na machtsmisbruik van de Nederlandse overheid
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat iemand 2,5 jaar onterecht vast zat na machtsmisbruik van de Nederlandse overheid (ingezonden 9 november 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 20 december 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 884.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat een man 2,5 jaar onterecht in de cel heeft gezeten
en op het oordeel van het gerechtshof dat de overheid haar macht heeft misbruikt?1, 2
Antwoord 1
Ik betreur de gang van zaken die tot gevolg heeft gehad dat betrokkene aan een tweede
procedure tot strafoverdracht is onderworpen. De Nederlandse staat heeft in deze procedure
erkend dat er onrechtmatig is gehandeld.
Vraag 2
Hoe kan het dat iemand zonder argumenten gearresteerd en gedetineerd kan worden, dat
iemand zich daar met geen mogelijkheid tegen kan verdedigen, en dat het zo lang kan
duren voordat dit uitkomt waarna de schade op iemands leven feitelijk onherstelbaar
is?
Antwoord 2
Het is zeer ingrijpend als iemand ten onrechte heeft vastgezeten. Ik ga verder niet
in op individuele zaken.
Vraag 3
Waar is dan de rechtsbescherming in een zaak als deze? Kunt u gedetailleerd uiteenzetten
hoe dit kan gebeuren in een rechtsstaat?
Antwoord 3
Ik kan u niet gedetailleerd uiteenzetten hoe dit heeft kunnen gebeuren zonder in te
gaan op de bijzonderheden van de individuele casus. Het betreft in dezen een uitzonderlijke
situatie.
In het algemeen is in geval van een strafoverdracht naar Nederland vanuit een ander
Europees land (en vice versa) de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende
en voorwaardelijke sancties (WETS) van toepassing. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
beoordeelt of er gronden zijn om de erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlandse
straf te weigeren. Het uitgangspunt daarbij is dat er wordt gehonoreerd tenzij er
gronden zijn om te weigeren. De afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen
(IOS) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) beslist vervolgens namens mij op
deze zaken. Betrokkenen kunnen een civiele procedure starten als ze het niet eens
zijn met de beslissing van IOS. Daarnaast is er de Wet overdracht tenuitvoerlegging
strafvonnissen (WOTS). Deze wet regelt de strafoverdracht tussen Nederland en landen
buiten de Europese Unie waar Nederland een verdrag mee heeft. Bij een WOTS omzettingsprocedure
kan een betrokkene beroep in cassatie instellen tegen de uitspraak van de rechtbank.
Bij een WOTS voortzettingsprocedure geldt dezelfde procedure als bij de WETS.3
Vraag 4 en 5
Klopt het dat de Nederlandse staat beweerde dat deze meneer «door nieuwe wetgeving
en jurisprudentie» alsnog in Nederland zou moeten worden vastgezet voor zijn eerdere
veroordeling in Frankrijk, maar dat dit helemaal niet blijkt te kloppen? Hoe kan dit
gebeuren? Waarom zijn de advocaten op een dwaalspoor gezet en blijkt pas na een reconstructie
van journalisten hoe het echt zit?
Vindt u het niet bijzonder pijnlijk dat het gerechtshof oordeelt dat de Nederlandse
staat zijn macht heeft misbruikt en zich «tegen beter weten in [heeft] gebaseerd op
feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende»?
Antwoord 4 en 5
De Nederlandse staat heeft in deze procedure erkend dat ze onrechtmatig heeft gehandeld
door betrokkene aan een tweede procedure van strafoverdracht te onderwerpen. Zoals
gezegd betreur ik ten zeerste de gang van zaken die tot het oordeel van het gerechtshof
hebben geleid. Nu het hier gaat om een individuele zaak zal ik geen verdere informatie
met de Kamer delen over deze zaak.
Vraag 6
Erkent u dat dit, los van al het menselijke leed dat veroorzaakt is door de Staat,
ook heel veel geld heeft gekost aan inzet van mensen, jaren in onrechtmatige detentie,
ongetwijfeld een schadevergoeding die gaat volgen en proceskosten van de Staat? Hoeveel
heeft deze zaak nu al gekost en op hoeveel miljoenen zal dit in totaal naar schatting
gaan uitkomen?
Antwoord 6
Het gerechtshof Den Haag heeft de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure. Vooruitlopend
op die procedure kan ik daarover geen uitspraken doen.
Vraag 7 en 8
Begrijpt u dat mensen door zaken zoals deze het vertrouwen in de overheid verliezen,
omdat er weer een mens vermorzeld wordt door de overheid en het weer zo is dat er
geen sprake is van een eerlijke overheid?
Hoe gaat u voorkomen dat zoiets zich vaker kan en zal gaan voordoen? Welke maatregelen
neemt u om te zorgen dat dit niet meer kan gebeuren?
Antwoord 7 en 8
Ik erken de onrechtmatigheid die zich in deze zaak heeft voorgedaan. Naar aanleiding
van deze zaak heeft de afdeling IOS maatregelen genomen om in de toekomst vergelijkbare
gevallen te voorkomen, onder meer door het opstellen van een uitvoeringskader voor
verzoeken van ketenpartners in het kader van strafoverdracht. Dit zorgt voor meer
scherpte op verzoeken in het kader van een strafoverdracht. Verder heb ik op dit moment
geen aanwijzingen dat zich in het verleden vergelijkbare gevallen hebben voorgedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.