Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kwint en Westerveld over Bijlesbureaus die misbruik maken van ouders
Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over bijlesbureaus die misbruik maken van ouders (ingezonden 3 november 2022).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 19 december
2022)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Basisscholen waarschuwen voor bijlesbureaus: «Ouders
liggen krom terwijl hun kind de lessen niet nodig heeft»» en de beantwoording van
de schriftelijke vragen van de Amsterdamse SP-fractie over dit bericht?1, 2
Antwoord 1
Ja, hiermee ben ik bekend.
Vraag 2
Zijn er meer steden waar commerciële bijlesbureaus flyers uitdelen – of op andere
wijze reclame maken – om zo op slinkse wijze ouders onder druk te zetten om bijles
af te nemen voor hun kind(eren)?
Antwoord 2
Hierover heb ik onvoldoende onderzoek of peilingen uitgevoerd. Mijn beeld is wel dat
dit gebeurt. Ik ga daarbij uit van signalen die ik krijg, dat er (incidenteel) ook
in andere plaatsen in Nederland flyers worden uitgedeeld en er reclame wordt gemaakt
voor huiswerkbegeleiding.
Vraag 3
Bent u het eens dat de beweging die nu ingezet wordt door commerciële bijlesbureaus
linea recta ingaat tegen de uitspraak van de Kamer met het aannemen van de motie van
de leden Westerveld en Kwint over geen reclame maken voor private aanbieders van schaduwonderwijs?
Wat heeft het kabinet sinds het aannemen van deze motie bijna drie jaar geleden concreet
gedaan om uitvoering te geven hieraan? En is de situatie nu beter of slechter dan
toen de motie werd aangenomen?3
Antwoord 3
Ja, ik ben het met u eens dat reclame voor private aanbieders van schaduwonderwijs
via scholen zeer onwenselijk is. Wat dat betreft juich ik het overigens toe dat deze
scholen zich roeren en zich uitspreken tégen het gebruik van betaald aanvullend onderwijs.
De laatste jaren is het aantal commerciële partijen dat aanvullend onderwijs aanbiedt
gestegen. In dat opzicht is de situatie zeker niet verbeterd ten opzichte van een
aantal jaar geleden. Meer dan een kwart van de leerlingen in het funderend onderwijs
maakt op een manier gebruik van dit aanbod. Tegelijkertijd kunnen niet alle ouders
bijles, huiswerkbegeleiding of examentraining betalen. Hierdoor treden er verschillen
op tussen leerlingen.
Uw Kamer heeft mijn voorganger middels diverse moties opgeroepen om stappen te zetten
rondom aanvullend onderwijs. In mijn brief van 29 juni jl. heb ik u geïnformeerd over
de stappen die ik zet.4 Hieronder licht ik deze toe.
Uw Kamer heeft mij gevraagd betaald aanbod van aanvullend onderwijs op scholen te
ontmoedigen en gratis aanbod te stimuleren. Ook verzocht u reclame voor aanvullend
onderwijs via scholen te voorkomen. Ik vind het van belang dat ons onderwijs voor
iedere leerling kansen biedt om zich optimaal te ontwikkelen, ongeacht de portemonnee
van de ouders. Het inkopen van extra bijles, huiswerkbegeleiding of examentraining
zou niet nodig moeten zijn. Het is onwenselijk wanneer het onderwijs meegaat in deze
trend. Scholen horen leerlingen niet door te verwijzen naar commerciële bijlesbureaus.
In de brief schreef ik dat ik met de sectorraden in gesprek ga om tot strenge richtlijnen
te komen. Deze gesprekken lopen en we zijn over de inhoud en de werkwijze in gesprek.
Dit proces kost helaas tijd en duurt langer dan verwacht. Ik vind het goed dat u me
hierop wijst en ik wil hierin ook tempo maken, maar het is nodig om de tijd te nemen
voor het gesprek, om te komen tot een effectief resultaat. Ik richt me daarbij eerst
op het onderwijs. Begin volgend jaar informeer ik u over de uitkomst van deze gesprekken.
Ondertussen sta ik in mijn communicatie naar scholen vaker stil bij de samenwerking
met partijen die aanvullend onderwijs aanbieden. Mijn voorganger heeft in het kader
van het NP Onderwijs een handreiking voor de inhuur van derde partijen opgesteld.
Deze handreiking ga ik actualiseren en opnieuw onder de aandacht brengen bij scholen.
Begin 2023 zal de monitor naar aanvullend onderwijs starten. Dit is een vervolg op
de monitor «Aanvullend en particulier onderwijs» uit 2019. Naar verwachting komt eind
2023 de monitor beschikbaar en wordt u hierover geïnformeerd. In de monitor wordt
onderzocht wat de marktomvang is, hoe hoog de deelname van leerlingen is en welke
kosten er per leerling worden gemaakt aan aanvullend onderwijs. De monitor gaat ook
in op de toegankelijkheid en het aanbod vanuit scholen. Als laatste moet deze monitor
ook inzicht geven in hoeveel onderwijsbudget er naar externe onderwijsbureaus doorstroomt.
Dit vloeit voor uit een motie van het lid Ephraim.5
Vraag 4
Hoe staat het met de gesprekken met scholen en gemeenten om onder andere het gebruik
van commerciële bijlesbureaus te ontmoedigen, reclame via scholen te verbieden en
gemeente hierbij te betrekken, zoals aangekondigd in de brief van 29 juni jl.? Kan
de Kamer de uitkomst van deze gesprekken ontvangen voor de begrotingsbehandeling OCW?6
Antwoord 4
Zoals bij vraag 3 aangegeven, lopen momenteel de gesprekken met de sectorraden om
tot strengere richtlijnen te komen. We voeren het gesprek over zowel de inhoud als
de wijze waarop de afspraken kunnen worden vastgelegd. Daarvoor zijn tot nu toe verschillende
opties verkend.
Als eerste is onderzocht of afspraken kunnen worden vastgelegd in een gedragscode.
Doorgaans is dit een instrument waarin sector zichzelf afspraken oplegt. De overheid
heeft hierin geen inhoudelijke rol, waardoor deze optie minder voor de hand ligt.
Verder is bekeken of een convenant – opgesteld door het ministerie en de sectorraden –
een geschikte vorm zou zijn, ook om gemeenten bij aan te haken. De VO-raad geeft de
voorkeur aan een minder bindende vorm, zoals een handreiking. De Tweede Kamer heeft
mij echter opgeroepen om daadwerkelijk afspraken met de sectorraden te maken en dat
onderschrijf ik. De komende tijd spreek ik verder met de sectorraden om tot een passende
vorm van afspraken te komen. Ik heb hier haast mee en had de hoop deze afspraken al
te hebben. Ik zal spoedig in overleg treden met de sectorraden.
Bij deze gesprekken vind ik het van belang dat de richtlijnen effectief zullen zijn.
In aanvulling daarop overweeg ik extra communicatie richting scholen en besturen in
te zetten. Zoals ik heb toegezegd tijdens de OCW-begrotingsbehandeling informeer ik
u begin volgend jaar opnieuw over de voortgang.
Vraag 5
Vindt u het acceptabel dat iedereen op dit moment bijles mag verzorgen? Zo ja, waarom?
Zo nee, bent u bereid ook hierover het gesprek aan te gaan en strengere eisen te stellen
aan mensen die bijles mogen geven naast het hebben van een verklaring omtrent gedrag
(VOG)?
Antwoord 5
Nee, zeker als het gaat om aanbod waar de school bij betrokken is, vind ik dat er
waarborgen moeten zijn voor de veiligheid van leerlingen. Daarom breng ik nog deze
winter een wetsvoorstel in internetconsultatie waarin staat dat scholen alleen personeel
van aanbieders van aanvullend onderwijs mogen inhuren die een VOG bezitten.
Wanneer (bijles)docenten lessen verzorgen aan leerlingen moet dat natuurlijk met zorgvuldigheid
worden gedaan. In het onderwijs zijn daar regels voor en wordt kwaliteitsbewaking
nagestreefd, met name door de scholen en besturen zelf. Indien bijles wordt verzorgd
in de privésfeer heb ik daar minder zicht op. De branche werkt zelf aan het opstellen
van een keurmerk voor bijlesbureaus en huiswerkbegeleidingsinstituten. Dit moet het
aanbod voor scholen overzichtelijker maken en de kwaliteit van bijles(docenten) waarborgen.
Vraag 6
Op welke wijze kunnen scholen en gemeenten nu al de wervingspraktijken van commerciële
bijlesbureaus inperken of stoppen?
Antwoord 6
Het onderwijsstelsel gaat uit van de autonomie en professionaliteit van scholen. Dit
geldt ook voor de keuze van scholen om expertise of ondersteuning van een private
partij in te zetten. Schoolleiders en leraren zijn meestal goed in staat die keuzes
weloverwogen te maken. Het staat scholen vrij om de huiswerkbegeleiding instituties
en bijlesbureaus te weren.
Zoals omschreven bij het antwoord op vraag 3, 4 en 5 ben ik met een pakket aan maatregelen
aan de slag. Zo werken we vanuit de overheid, vanuit de schoolbesturen en vanuit de
branche van aanvullend onderwijs aan verdere regulering, met kansen voor alle kinderen
als belangrijkste uitgangspunt.
Vraag 7
Kunt u deze schriftelijke vragen beantwoorden voor de begrotingsbehandeling OCW?
Antwoord 7
Het is me helaas niet gelukt u antwoord te geven voor de begrotingsbehandeling. Tijdens
de begrotingsbehandeling heb ik uw vragen over dit onderwerp schriftelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.