Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over het feit dat babysterftecijfers bij asielzoekers zeven keer hoger liggen dan het landelijk gemiddelde
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het feit dat babysterftecijfers bij asielzoekers zeven keer hoger liggen dan het landelijk gemiddelde (ingezonden 14 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 16 december
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 603.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Babysterfte bij asielzoekers zeven keer zo hoog. Gynaecologen
en verloskundigen slaan alarm» van De Leeuwarder Courant van 11 oktober 2022?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat de kans op babysterfte bij asielzoekers in Nederland
veel hoger ligt dan het gemiddelde?
Antwoord 2
Op basis van het aangehaalde onderzoek, lijkt de kans op babysterfte onder asielzoekers
hoger te liggen dan het gemiddelde. Dit is vanzelfsprekend onwenselijk.
Hierbij wil ik wel opmerken dat ruim de helft van de vrouwen die tijdens hun verblijf
bij het COA bevalt, reeds zwanger was bij aankomst. Voor hen geldt dat zij voor een
(belangrijk) deel van hun zwangerschap geen zorg in Nederland hebben ontvangen omdat
zij ook nog niet in Nederland waren. In hoeverre er wel zorg en begeleiding is geweest
in het land van herkomst of onderweg wordt uit het onderzoek niet duidelijk. Goede
zorg aan het begin en voorafgaand aan een zwangerschap (bijvoorbeeld het slikken van
foliumzuur) is belangrijk voor het verdere verloop van de zwangerschap.
Vraag 3 en 5
Is het hoge babysterftecijfer onder asielzoekers eerder geconstateerd? Zo ja, welke
beleidsplannen waren daaruit voortgekomen om het tegen te gaan? Zijn deze geëvalueerd?
Wat was de uitkomst van de evaluatie? Zo nee, waarom is dit niet eerder onderzocht?
Is de hoge moedersterfte onder pas bevallen asielzoekers eerder geconstateerd? Zo
ja, welke beleidsplannen waren daaruit voortgekomen om het tegen te gaan? Zijn deze
geëvalueerd? Wat was de uitkomst daarvan? Zo nee, waarom is dit niet eerder onderzocht?
Antwoord 3 en 5
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) doet regelmatig onderzoek naar de medische
zorg voor asielzoekers, inclusief geboortezorg. Wanneer de IGJ onvolkomenheden constateert
worden aanbevelingen en aanwijzingen gedaan naar de betrokken partijen. Deze worden
vervolgens ook opgevolgd. De IGJ ziet er op toe dat aan de aanbevelingen en aanwijzingen
worden opgevolgd. Naar aanleiding van de aanbevelingen van de IGJ (toen nog IGZ) is
in 2010 een ketenwerkgroep geboortezorg asielzoekers opgericht en zijn samenwerkingsafspraken
met alle betrokken partijen vastgelegd in de ketenrichtlijn geboortezorg.
Vraag 4
Wat vindt u van het feit dat de kans op sterfte van een pas bevallen moeder in een
asielzoekerscentrum (azc) tot tien keer zo hoog ligt als normaal?
Antwoord 4
Uit de in het artikel genoemde onderzoeken haal ik niet dat de kans op sterfte van
een pas bevallen moeder tot tien keer hoger ligt. Het is onduidelijk waarop deze stelling
gebaseerd is. Zonder nadere achtergrond kan ik deze vraag helaas niet beantwoorden.
Vanzelfsprekend is het wenselijk dat de kans op overlijden van pas bevallen moeders
zo laag mogelijk, nihil, is. Dat is niet anders voor asielzoekers.
Vraag 6 en 7
Wat vindt u van het feit dat uit onderzoek (waar het genoemde artikel naar verwijst)2 blijkt dat constante overplaatsing en personen die niet komen opdagen op hun afspraak
verklarende factoren zijn voor de verhoogde kans op baby- en moedersterfte in azc's?
Bent u van plan iets met de bevindingen, zoals genoemd in vraag 6, te doen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wat zijn deze plannen?
Antwoord 6 en 7
In het artikel en de onderzoeken waarnaar wordt verwezen wordt aangegeven dat er meerdere
oorzaken kunnen zijn voor de verhoogde kans op baby- en moedersterfte. Daarbij wordt
ook het aantal verhuizingen genoemd. Of en in hoeverre dit daadwerkelijk het geval
is wordt verder niet onderbouwd. Het uitgangspunt is dat asielzoekers zo min mogelijk
verhuizen, zeker waar het gaat om kwetsbare groepen, zoals kinderen en zwangere vrouw.
In beginsel worden zij ook niet in (crisis)noodopvang geplaatst maar in een regulier
asielzoekerscentrum. Daarnaast worden zwangere vrouwen in principe 6 weken voor de
uitgerekende datum tot 6 weken na de geboorte van het kind niet verhuisd. Ook ten
aanzien van het missen van afspraken wordt aangegeven dat verhuizing een rol kan spelen.
Of er ook andere redenen zijn waardoor afspraken niet worden opgevolgd of worden gemist
is niet onderzocht. Helaas brengt de huidige opvangproblematiek met zich mee dat het
kan voorkomen dat ook de kwetsbare groepen tijdelijk wel in (crisis)noodopvang terecht
komen omdat zij anders mogelijk op straat zouden moeten verblijven.
Vraag 8
Bent u het eens met de stelling dat asielzoekers, buiten de opvang om, onvoldoende
toegang hebben tot goede zorg? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?
Antwoord 8
Ik ben van mening dat de toegang tot de medische zorg voor asielzoekers voldoende
is geborgd ook al brengt de huidige opvangproblematiek zeker uitdagingen met zich
mee. Door de inzet van Gezondheidszorg Asielzoeker (GZA) in samenwerking met Arts
en Specialist is er op vrijwel alle locaties toegang tot een huisarts of basisarts
met een huisarts op afstand. Er wordt daarnaast gebruik gemaakt van een praktijklijn
die is ingezet vanuit GZA, een 24/7 bereikbare telefoondienst inclusief tolkvoorziening
die triage kan verrichten en waar nodig (bijvoorbeeld bij spoedgevallen) doorverwijzen
naar een (spoed)huisarts. Zo nodig verwijst deze (spoed)huisarts weer door naar 2de lijnzorg. Voor de continuïteit van de zorg wordt gebruik gemaakt van een centraal
beheerd medisch dossier dat beschikbaar is voor de huisartsen op de locaties. Dus
ook in geval van verhuizingen is het medisch dossier beschikbaar voor de nieuwe huisarts
of zorgverlener. Voor de zorg voor asielzoekers geldt dat gebruik wordt gemaakt van
de reguliere zorg. Voor de asielzoekers geldt net als voor andere personen in Nederland
dat personeelstekorten bij zorgverleners kunnen spelen. Dit kan betekenen dat ook
asielzoekers in bepaalde gevallen op een wachtlijst terecht kunnen komen.
Vraag 9
Bent u het eens met de stelling dat de zorg voor nieuwkomers te complex is voor hen
om daar snel hun weg in te kunnen vinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen
om de zorg voor nieuwkomers te verbeteren?
Antwoord 9
De wijze waarop de medische zorg is georganiseerd kan voor nieuwkomers inderdaad complex
zijn. Zo is het gebruik van een huisarts als voorportaal naar vervolgzorg in veel
landen niet op die manier geregeld. Om asielzoekers hiervan op de hoogte te brengen
en over voor te lichten kent het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) de zogeheten
gidsfunctie gezondheidszorg. Via deze gidsfunctie worden asielzoekers, aan het begin
van hun verblijf, voorgelicht over de zorg op het centrum en in Nederland. Verder
signaleren de medewerkers van het COA in het dagelijks contact met de bewoners mogelijke
problemen, bespreken deze met de bewoners en verwijzen door naar de zorgverlening.
Ook op latere momenten gedurende hun verblijf kunnen zij voor vragen terecht bij de
medewerkers van het COA, die hen ondersteunen bij de toegang tot de zorg en de zorgverleners
op locatie waar mogelijk faciliteren. Asielzoekers kunnen daarnaast terecht op de
website van het COA, MyCOA.nl, waar informatie is terug te vinden over de medische
zorg in Nederland. Om de taalbarrière te overbruggen kunnen tolken worden ingeschakeld.
Vraag 10
Deelt u de mening dat het inhumaan beleid in asielzoekerscentra (denk aan slechte
slaapplekken, kou, schurftuitbraken en dergelijke) verder bijdraagt aan het vergroten
van risico op moeder- en babysterftecijfers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat
u doen om deze situatie te verbeteren?
Antwoord 10
Ik deel de mening niet dat er sprake is van inhumaan beleid. Iedere asielzoeker heeft
recht op opvang en voorzieningen. Helaas is het wel zo dat door een gebrek aan opvangplekken
moet worden teruggevallen op noodopvanglocaties en crisisnoodopvang. Dit brengt ook
uitdagingen mee in het bieden van kwalitatief goede opvang. Er wordt iedere dag door
de medewerkers in de migratieketen hard gewerkt om voldoende opvangplekken te realiseren
en daar ook de voorzieningen te bieden waar de mensen recht op hebben.
Vraag 11
Wat vindt u van het feit dat meerdere wetenschappelijke studies3 aantonen dat blinde vlekken, vooroordelen, discriminatie, racisme en minder empathie
vanuit zorgverleners naar patiënten met een niet-westerse achtergrond leiden tot gezondheidsverschillen
en verslechterde zorg? Deelt u deze conclusies? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat
u hiertegen doen?
Antwoord 11
Omdat er ook in zorg, welzijn en sport sprake is van discriminatie, is dit jaar de
VWS-brede aanpak discriminatie en gelijke kansen gestart. Deze aanpak laat zien dat
er op verschillende terreinen al de nodige stappen worden gezet, maar dat er ook nog
veel onbekend is. Wat al wel gezegd kan worden, is dat het belangrijk is om blinde
vlekken in beeld te brengen. Daarbij is onderzoek, zoals de publicaties waar u naar
verwijst, van belang. Deze resultaten dienen dan ook serieus te worden genomen, en
te worden bezien in een breder geheel van reeds bestaande onderzoeken op het onderwerp
van discriminatie in de zorg. Hoe groot het probleem binnen de zorg- en welzijnssector
daadwerkelijk is in Nederland, wordt de komende periode verder onderzocht. In een
eerste inventarisatie worden hiaten en kennis in kaart gebracht, waarbij wordt gekeken
hoe groot het probleem van discriminatie in de zorg is en wat werkt in de aanpak hiervan.
De resultaten zullen naar verwachting in februari 2023 binnenkomen. Hierna volgt een
landelijk vervolgonderzoek naar nog aan te wijzen thema’s op het gebied van discriminatie
en gelijke kansen in de zorg, welzijn en sport.
Vraag 12
Heeft u onderzocht of (institutionele) discriminatie vanuit de zorg ook een deel van
de gezondheidsverschillen en hoge sterftecijfers onder asielzoekers verklaart? Zo
nee, bent u bereid om dit te onderzoeken en de aanbevelingen uit dit onderzoek op
te nemen in het beleid voor betere zorg voor asielzoekers? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Landelijk expertisecentrum Pharos heeft in opdracht van het Ministerie van VWS literatuuronderzoek
gedaan naar de huidige kennis over de impact van discriminatie op de gezondheid van
mensen en op gezondheidsverschillen in de maatschappij. Zij hebben zich in dit onderzoek
niet uitsluitend gericht op de doelgroep asielzoekers. Dit jaar is de VWS-brede aanpak
discriminatie en gelijke kansen gestart waarbij onderzoek een van de belangrijke pijlers
is. Er zal eerst een verkennend onderzoek worden uitgevoerd dat inzichtelijk maakt
hoe groot het probleem van discriminatie in de zorg is. Deze verkenning wordt in het
voorjaar van 2023 gevolgd door een groot landelijk onderzoek naar discriminatie en
belemmering van gelijke kansen in zorg en welzijn.
Vraag 13
Denkt u dat (institutionele) discriminatie vanuit zorgaanbieders een deel van de hogere
babysterftecijfers onder asielzoekers kan verklaren? Zo ja, bent u bereid dit te laten
onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Zoals aangegeven bij antwoord op de vragen 6 en 7 kunnen er meerdere redenen zijn
die ten grondslag liggen aan een hogere babysterfte maar om antwoord te kunnen geven
op deze vraag is het van belang om de uitkomsten van de hierboven genoemde onderzoeken
te hebben.
Vraag 14
Heeft Artsen zonder Grenzen (AzG) reeds zijn bevindingen met u gedeeld over de gezondheidsstatus
van asielzoekers en toegang tot zorg toen deze organisatie op Ter Apel ter plekke
kwam? Zo ja, wat waren deze bevindingen? Zo nee, bent u van plan om een evaluatie
in te plannen met AzG?
Antwoord 14
Ik ben Artsen zonder Grenzen (AzG) zeer erkentelijk voor de hulp die zij hebben geboden
in Ter Apel. Bij brief van 2 september jl. hebben AzG en Dokters van de Wereld (DvdW)
hun reactie gegeven op mijn brief van 26 augustus jl. (Kamerstuk 19637–2992). AzG
en DvdW hebben daarin tot het volgende opgeroepen:
Creëer helderheid in rol en taakverdeling tussen GZA, GGD, huisartsen en maatschappelijke
initiatieven.
Creëer helderheid in de vergoedingsregelingen voor lokale zorgprofessionals.
Waarborg continuïteit van zorg in Ter Apel en op CNO-locaties.
In voorgaande antwoorden ben ik reeds ingegaan op de medische zorg voor asielzoekers,
waaruit blijkt dat de oproep van AzG en DvdW ter harte is genomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.