Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bouchallikh over het onderzoek ‘The Impacts of Climate Change on Bonaire’
Vragen van het lid Bouchallikh (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Klimaat en energie over het onderzoek «The Impacts of Climate Change on Bonaire» (ingezonden 5 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties),
mede namens de Ministers voor Klimaat en Energie en Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 16 december 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek «The Impacts of Climate Change on Bonaire»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de zorgelijke uitkomsten van dit onderzoek?
Antwoord 2
Meerdere rapporten laten zien dat ook Caribisch Nederland niet ontkomt aan de gevolgen
van klimaatverandering (zie bijvoorbeeld ook Kamerstuk 30 825, nr. 218 over de staat van instandhouding van de natuur in Caribisch Nederland). Te voorzien
is dat op termijn maatregelen zijn nodig om zeespiegelstijging het hoofd te bieden.
Klimaatverandering raakt een breed spectrum van thema’s en maatschappelijke functies
waarvan de belangrijkste in Caribisch Nederland zijn: bescherming tegen overstromingen,
gevolgen van wateroverlast, een veilige zoetwatervoorziening, functioneren van netwerken
en biodiversiteit.
Het concreet maken van de risico’s en gevolgen van klimaatverandering, nu en in de
toekomst, en het identificeren van maatregelen is, net als voor de Europees Nederlandse
gemeenten, ook voor de openbare lichamen van Caribisch Nederland van belang. Daarbij
is de ligging, uitgangssituatie en aard van te voorziene risico’s wel anders is dan
in Europees Nederland.
Het gaat bij klimaatadaptatie-maatregelen ook om het nu al maken van de juiste keuzes,
met name in de ruimtelijke ordening en inrichting van Caribisch Nederland. Het lokale
bestuur heeft de mogelijkheden om te sturen op een ruimtelijke ordening en inrichting
waarmee schade en overlast door weersextremen zo veel mogelijk wordt voorkomen. Denk
hierbij aan het uitsluiten van nieuwbouw in laag gelegen gebieden direct aan zee en
het inperken van het gebruik van kwetsbare gebieden.
Vraag 3
Wat doet het kabinet concreet om de gevolgen van klimaatverandering voor Bonaire en
de andere Caribische eilanden in het Koninkrijk te voorkomen? Kunt u daarbij voor
Bonaire specifiek ingaan op wat het kabinet concreet doet om de verschillende gevolgen
die in het onderzoek worden genoemd te mitigeren (risico op permanente overstroming,
afsterven van koraal, degradatie van duikplekken, het verliezen van cultureel erfgoed,
en ziekte en sterfte door hitte)?
Antwoord 3
In 2021 is een Natuur en milieubeleidsplan 2020–2030 (NMBP) opgesteld voor Caribisch
Nederland met daarin onder andere opgenomen een koraalherstelplan. Dit plan heeft
tot doel de afname van koraal te stoppen, te herstellen en weerbaar te maken voor
klimaatverandering. Het kabinet heeft voor de periode 2022–2024 35 mln. Euro beschikbaar
gesteld voor de eerste fase van het NMBP. Samen met de openbare lichamen van Caribisch
Nederland is gestart met de uitvoering hiervan. Daarnaast is door de Minister voor
VRO het traject gestart om te komen tot een Ruimtelijke Ontwikkelingsprogramma (ROP),
waarin ook rekening gehouden wordt met klimaatverandering. Dit ROP zal in 2023 gereed
zijn.
Naast bovengenoemde trajecten, kunnen de openbare lichamen gebruik maken van kennis
en tools die door het Rijk beschikbaar worden gesteld om stresstesten en risicodialogen
te organiseren, o.a. via de kennisportaal klimaatadaptatie (klimaatadaptatienederland.nl).
Verder beschikken de openbare lichamen over wettelijke bevoegdheden om te sturen op
ruimtelijke ordening en inrichting. Denk hierbij aan het uitsluiten van nieuwbouw
in laag gelegen gebieden (direct aan zee) en het inperken van het gebruik van kwetsbare
gebieden. Verder is van belang dat de openbare lichamen, anders dan een groot deel
van Europees Nederland boven de zeespiegel zijn gelegen. Dat geeft de lokale overheden
tijd om klimaatadaptatiestrategieën te formuleren voor de effecten van zeespiegelstijging.
Daar waar in Europees Nederland de nadruk ligt op bescherming tegen overstromingen,
ligt het handelingsperspectief in Caribisch Nederland in het tijdig waarschuwen van
de bewoners en het inzetten van de crisisorganisatie om voorbereid te zijn op stormen
en orkanen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er meer moet gebeuren om de ernstige gevolgen van klimaatverandering
voor mens en natuur op Bonaire en de andere Caribische eilanden te voorkomen? Zo ja,
wat gaat u concreet extra doen? Zo nee, waarom deelt u deze mening niet?
Antwoord 4
Het kabinet vindt het belangrijk dat er goed inzicht komt in de gevolgen van klimaatverandering
voor Caribisch Nederland en dat op basis daarvan adaptatiestrategieën worden opgesteld
en geïmplementeerd. Belangrijke oplossingsrichtingen liggen op het vlak van ruimtelijke
regels en maatregelen waarvoor de openbare lichamen de instrumenten en bevoegdheden
hebben. Dit is conform de verantwoordelijkheid van gemeenten in Europees Nederland.
In het kader van het opstellen van klimaatscenario’s van het KNMI wordt bovendien
in meer detail gekeken naar klimaatverandering in Caribisch Nederland, bijvoorbeeld
naar zeespiegelstijging en de ontwikkeling van stormen en droogte in het zuidelijk
deel van de Caribische Zee.
Het uitvoeren van stresstests en risicodialogen is van belang om risico’s verder in
kaart te brengen en gerichte adaptatiestrategieën op te stellen. Hoewel zowel gemeenten
in Europees Nederland als de Caribische openbare lichamen hier zelf verantwoordelijk
voor zijn, heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangeboden de openbare
lichamen hierbij te ondersteunen in de vorm van kennis en tools, zoals het ontwikkelen
van een klimaateffectatlas zoals ook door het Rijk is gedaan voor de gemeenten in
Europees Nederland.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het feit dat inwoners van Bonaire een rechtszaak overwegen aan
te spannen tegen de Staat reden is om in overleg te treden met de bewoners en ook
met het eilandsbestuur om gezamenlijk te bespreken wat er extra gedaan moet worden
om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het kabinet maakt zich zorgen om de gevolgen van klimaatverandering voor alle Nederlanders,
dus ook die van de bewoners van Caribisch Nederland. De Minister voor Klimaat en Energie
heeft een kwartiermaker aangesteld voor de klimaattafel die door Bonaire wordt opgezet.
Hierin zal naast klimaatmitigatie ook klimaatadaptatie worden meegenomen. Ook is het
Rijk bereid de openbare lichamen met kennis en tools te ondersteunen bij het uitvoeren
van stresstests en risicodialogen en het opstellen van klimaatadaptatiestrategieën.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de Nederlandse overheid verantwoordelijk is voor het beschermen
van Caribisch Nederland tegen de gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Het Rijk is samen met de openbare lichamen verantwoordelijk voor de bescherming van
Caribisch Nederland tegen klimaatverandering. De wettelijke verantwoordelijkheden
in Caribisch Nederland verschillen van die in Europees Nederland. Specifieke wet-
en regelgeving die toegespitst is op de Nederlandse situatie is in CN niet per definitie
van toepassing. Dat betekent echter niet dat er in Caribisch Nederland geen wetgeving
van toepassing is op klimaat- en watergerelateerde opgaven in brede zin van het woord.
Ik wil u dit kader dan ook wijzen op de onderstaande wetten:
De Wet Vrom BES.
De Wet maritiem beheer BES.
De Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning BES.
De Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming BES.
Zo kent het NMBP, met als grondslag zowel de Wet Vrom BES als ook de Wet grondslagen
natuurbeheer- en bescherming BES, ook aspecten als het omgaan met klimaatverandering.
Daarnaast kan de Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning BES de openbare
lichamen handvatten bieden voor het omgaan met de gevolgen van klimaatverandering.
Het Ministerie van VRO onderzoekt momenteel op welke wijze de Wet grondslagen ruimtelijke
ontwikkelingsplanning BES ter ondersteuning en versterking van het NMBP en lokale
ruimtelijke ordeningsplannen kan dienen. Een belangrijk deel van klimaatadaptatie
gaat om maatregelen waarvoor openbare lichamen bevoegdheden hebben, en vaak ook op
het vlak van ruimtelijke ordening. Daarom is er zowel in het Europese deel als in
het Caribische deel van Nederland een grote rol weggelegd voor de gemeenten en de
openbare lichamen.
Vraag 7
Deelt u de mening van de Vrije Universiteit dat de Nederlands Caribische eilanden,
waaronder Bonaire, tot nu toe het ondergeschoven kindje zijn geweest van het Nederlandse
klimaatonderzoek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Deze mening deel ik niet. Geografisch verschillen Europees en Caribisch Nederland
sterk en zelfs tussen de openbare lichamen onderling zijn er verschillen in de gevolgen
van klimaatverandering. Nederland kent met haar polders en dijkdoorbraken een lange
geschiedenis van watersnoden. Caribisch Nederland kent deze door haar ligging boven
de zeespiegel niet. De huidige risico’s in Caribisch Nederland zijn grotendeels storm-gerelateerd.
Dat geldt met name op Saba en Sint Eustatius. De ontwikkeling van stormen en de mogelijke
paden van stormen wordt daarom nauwlettend door de meteorologische diensten gevolgd.
Het KNMI besteedt in het kader van het opstellen van nieuwe klimaatscenario’s ook
aandacht aan het Caribisch gebied. Zie verder ook vraag 3 met uitleg over het NMBP
voor Caribisch Nederland en het traject om te komen tot een Ruimtelijk Ontwikkelingsprogramma,
waarin ook rekening wordt gehouden met klimaatverandering.
Vraag 8
Deelt u de mening dat Nederlandse overheid dit onderzoek – gelet op de consequenties
voor gezondheid, cultureel erfgoed en economie – zelf had moeten doen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 8
Er is eerder onderzoek gedaan voor Caribisch Nederland. In 2016 heeft het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat een quickscan uitgevoerd naar overstromingsrisico’s
als gevolg van orkanen, tsunami’s en neerslag op Caribisch Nederland. Door het KNMI
is vervolgens extra geïnvesteerd in de verbetering van het inzicht in het golfsysteem
in het gebied, zodat betere voorspellingen kunnen worden gedaan ten aanzien van golfopzet.
Eind volgend jaar verschijnen de nationale klimaatscenario’s van het KNMI. De klimaatscenario´s
voor Caribisch Nederland zijn daar onderdeel van. Naast de vooruitzichten voor zeespiegelstijging
is er momenteel aanzienlijke onzekerheid over de mate waarin de eilanden in de toekomst
door droogte zullen worden getroffen. Er is meer inzicht nodig in de ontwikkelingen
van stormen en van droogte in het gebied van de eilanden, om zo een goede inschatting
te maken van de risico’s die naar verwachting optreden.
Overigens kunnen de openbare lichamen ook nu al maatregelen te nemen door te sturen
op ruimtelijke ordening en inrichting (zie ook het antwoord op vraag 2 en 4).
Vraag 9
Is het kabinet zich ervan bewust dat door het onrechtvaardige sociaaleconomische beleid
van de Nederlandse overheid voor Caribisch Nederland (veel mensen kunnen niet of nauwelijks
rondkomen, doordat het minimumloon en uitkeringen niet gebaseerd zijn op de kosten
voor het levensonderhoud – in tegenstelling tot in Europees Nederland) mensen op Bonaire
onvoldoende middelen hebben om de persoonlijke gevolgen van klimaatverandering op
te vangen?
Antwoord 9
Het kabinet heeft meer dan gewone aandacht voor de positie van de inwoners van Bonaire,
Sint Eustatius en Saba. Het kabinet rekent de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland
tot haar zorg, wat tot uitdrukking komt in uiteenlopende maatregelen die op het realiseren
van het ijkpunt sociaal minimum zijn gericht. In verband met de koopkrachtproblematiek
gebeurt dat ten aanzien van het basisbasispensioen AOV zelfs versneld3. Daarnaast loopt Caribisch Nederland mee in de steun- en energiepakketten die ook
in Europees Nederland getroffen zijn. Daar is uw Kamer over geïnformeerd.
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden voor de begrotingsbehandeling
Koninkrijksrelaties?
Antwoord 10
Dat is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.