Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over het getouwtrek met de provincie Overijssel over het legaliseren van PAS-melders
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het getouwtrek met de provincie Overijssel over het legaliseren van PAS-melders (ingezonden 24 november 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 16 december
2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het verschil van mening tussen het Rijk en de provincie
Overijssel over de mogelijkheden om af te zien van handhaving van Programma Aanpak
Stikstof (PAS)-melders?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is de veronderstelling juist dat het primair de verantwoordelijkheid van het Rijk
is dat PAS-knelgevallen die te goeder trouw gehandeld hebben zo snel mogelijk gelegaliseerd
worden?
Antwoord 2
Ja, het kabinet voelt haar verantwoordelijkheid zwaar om de meldingen te legaliseren.
In de Wet natuurbescherming is vastgelegd dat het Rijk en de provincies hier samen
zorg voor dragen. Hieruit volgt ook dat meldingen die voldoen aan de criteria zoals
vastgelegd in de Regeling natuurbescherming worden gelegaliseerd. Dit wordt gecontroleerd
in de verificatie van het bevoegd gezag.
Vraag 3
In hoeverre hebben provincies al daadwerkelijk beschikking over de 250 miljoen euro
die door het Rijk uitgetrokken is voor het legaliseren van PAS-melders?
Antwoord 3
Op 15 juli jl. heeft het kabinet aangekondigd € 250 miljoen voor de provincies beschikbaar
te stellen om maatwerk toe te passen en het legalisatieprogramma verder te versnellen.
Provincies konden op basis van voorfinanciering vanaf dat moment al maatregelen nemen.
Als de maatregelen aan de criteria voldoen die ik in de brief van 4 augustus jl. aan
de provincies uiteen heb gezet, is er zekerheid dat de provincies de kosten daarvoor
vergoed krijgen. De regeling voor deze specifieke uitkering treedt begin 2023 in werking.
Vraag 4
Gaat u in overleg met de provincie Overijssel over de mogelijkheden voor externe saldering
in onderhavige gevallen, al dan niet als tijdelijke oplossing?
Antwoord 4
Ja, hierover ben ik met de provincie Overijssel in gesprek. Op 9 december jl. hebben
de gedeputeerde staten van Overijssel een brief gestuurd over het invullen hiervan2. Zij geven daarbij aan dat voor het komend jaar ruimte is gevonden om bij het merendeel
van de PAS-melders af te zien van handhaving. Die ruimte wordt gevonden door voor
het jaar 2023 op provinciaal verpachte landbouwgronden een algeheel bemestingsverbod
op te leggen. Hierdoor ontstaat een tijdelijke depositiereductie van stikstof, die
als mitigerende maatregel wordt benut om waar mogelijk te kunnen afzien van handhaving.
Vraag 5
In hoeverre wordt stikstofruimte vanuit de Maatregel Gerichte Aankoop en beëindiging
veehouderijen nabij natuurgebieden in de landelijke stikstofbank opgenomen en kan
deze door provincies uitgegeven worden, gelet op de natuurdoelstelling van de opkoopregeling?
In hoeverre is er ruimte om deze stikstofruimte te bestemmen voor het legaliseren
van PAS-melders? Gaat u dit zo nodig mogelijk maken?
Antwoord 5
De Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden (Rpav) – ook wel
aangeduid met Maatregel Gerichte Aankoop – is in het legalisatieprogramma aangemerkt
als bronmaatregel voor de legalisering van PAS-meldingen. De beschikbare stikstofruimte
komt terecht in het Stikstofregistratiesysteem (SSRS). Hiervoor wordt binnenkort een
wijziging van de Regeling natuurbescherming gepubliceerd. In het SSRS komt deze ruimte
als eerste beschikbaar voor woningbouw en een aantal MIRT-projecten. De restruimte
komt beschikbaar voor de legalisatie van PAS-melders.
Vraag 6
Wat zijn de mogelijkheden voor gebruik van de ADC-toets (zijn er geen alternatieven,
is er sprake van dwingende redenen van groot openbaar belang en worden de nodige compenserende
maatregelen getroffen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard
blijft) en compenserende maatregelen om PAS-knelgevallen die niet op andere wijze
gelegaliseerd kunnen worden toch te legaliseren, gelet op de uitspraak van de advocaat-generaal
van het Europese Hof van Justitie dat eerbiediging van de grondrechten van betrokken
ondernemingen gezien mag worden als dwingende reden van openbaar belang?3
Antwoord 6
De mogelijkheden voor het gebruik van een ADC-toets om PAS-melders te legaliseren
zijn onderzocht en blijken zeer beperkt. De belangen van de PAS-melders kunnen juridisch
gezien niet gezamenlijk worden beschouwd als één project. Daarom moet voor elke individuele
PAS-melding worden aangetoond dat voor het deel van zijn activiteit waarvoor hij de
melding deed geen alternatieven zijn en de inhoud van de melding per geval als groot
openbaar belang kan worden aangeduid.
Verder moeten de compenserende maatregelen kunnen worden uitgevoerd voor het relevante
habitattype en al zijn uitgevoerd op het moment dat gelegaliseerd wordt. In de praktijk
zijn hier jaren voor nodig. Daar komt nog bij dat voor elk van de compensaties op
een prioritair habitat een advies van de Europese Commissie nodig is. Zodoende is
dit geen oplossing die binnen de deadline van het legalisatieprogramma perspectief
kan bieden.
Vraag 7
Acht u een concreet voorstel voor het landelijk creëren van stikstofruimte voor PAS-melders
als opvolging van het rapport Remkes, zoals binnenkort naar de Kamer gestuurd zal
worden, voldoende om handhavingsverzoeken af te wijzen en aankondigingen voor het
opleggen van een dwangsom in te trekken?
Antwoord 7
De provincie Overijssel heeft aangegeven aan een mogelijkheid te hebben om te kunnen
afzien van handhaving, zoals in het antwoord op vraag 4 is toegelicht. Verder is de
Kamer is op 25 november jl. geïnformeerd over de aanpak piekbelasters. De inzet daarbij
is om snel een depositieverlaging te bewerkstelligen en deze waar mogelijk met prioriteit
in te zetten voor het legaliseren van PAS-meldingen. Per casus moet worden beoordeeld
of deze maatregel er ook voor kan zorgen dat handhaving kan worden afgewezen.
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u om lastige PAS-knelgevallen te helpen door op deze bedrijven
met financiële steun innovatieve technieken en methoden voor emissiereductie toe te
passen in combinatie met het realtime meten van de ammoniakemissie op basis van artikel
7ae van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet?
Antwoord 8
Samen met de provincies kijken we naar alle mogelijkheden om de PAS-meldingen te legaliseren.
De provincies kunnen hiervoor ook het budget zoals genoemd in het antwoord op vraag
3 voor gebruiken. Wanneer innovatie wordt gebruikt in vergunningverlening moet de
depositiereductie juridisch geborgd zijn.
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u voor financiële ondersteuning van de PAS-knelgevallen die
met een last onder dwangsom geconfronteerd dreigen te worden ten einde hen in staat
te stellen zelf stikstofruimte op te kopen dan wel de dwangsom te betalen zolang legalisatie
nog niet gerealiseerd is? Wat is er op grond van de staatssteunkaders wel/niet mogelijk?
Antwoord 9
Samen met de provincies onderzoek ik alle opties die er zijn om toch van handhaving
af te zien en dat het niet nodig is om dwangsommen op te leggen. Zie ook het antwoord
op vraag 4. Als dat onverhoopt niet mogelijk is, is het voorstelbaar dat er sprake
is van schade. Het kabinet zet zich maximaal in om de schade te vergoeden die PAS-melders
ondervinden op het moment van onontkoombare handhaving en heeft daarvoor een schadeloket
ingericht.4
Helaas komt niet alle schade voor vergoeding in aanmerking. Het Rijk moet zich hierbij
houden aan de juridische kaders die gelden. Dat betekent ook dat er niet méér schade
vergoed kan worden dan waarop juridisch aanspraak kan worden gemaakt. Het is bijvoorbeeld
niet mogelijk om een opgelegde dwangsom te vergoeden. Daarnaast speelt hierbij het
risico dat een vergoeding moet worden terugbetaald, wanneer deze niet voldoet aan
de juridische kaders. Het is daarom ook in het belang van de ondernemer dat zorgvuldig
beoordeelt welke schade voor vergoeding in aanmerking komt.
Vraag 10
Is het mogelijk om de stikstofruimte die voor het vergunnen van infrastructurele projecten
is opgekocht te gebruik voor het afwijzen van handhavingsverzoeken, zolang deze infrastructurele
projecten nog niet gerealiseerd zijn en het legalisatieprogramma niet voor legalisatie
heeft gezorgd?
Antwoord 10
Het kabinet onderschrijft dat het van belang is dat er meer mogelijkheden komen om
te sturen op de ingebruikname van stikstofruimte. In de brief «voortgang integrale
aanpak landelijk gebied en opvolging uitspraak Raad van State over Porthos» van 25 november
jl. staat dat het kabinet met bevoegd gezagen inzet op het met voorrang sturen op
de gebruiksmogelijkheden van emissieruimte. Ook zet het kabinet in op het registreren
van alle vrijkomende en vrijvallende ruimte om zo steviger regie te voeren op het
uitgeven van deze ruimte aan prioritaire projecten.
In overeenkomsten die voor infrastructurele projecten van Rijk en provincies worden
gesloten, is opgenomen voor welke projecten de verworven stikstofruimte wordt ingezet.
Dat is nodig om de directe samenhang tussen saldogever en saldonemer te kunnen aantonen,
waardoor deze ruimte kan worden gebruikt voor extern salderen. Dit betekent dat de
verworven stikstofruimte niet met terugwerkende kracht voor andere doeleinden kan
worden gebruikt.
Vraag 11
Is de veronderstelling juist dat op basis van de Regeling natuurbescherming (artikel
2.8b) geen depositieruimte gereserveerd kan worden voor gemelde PAS-projecten die
tussen 2009 en 2015 zijn gerealiseerd en waarbij overheden hebben aangegeven dat er
geen natuurtoestemming nodig was? Bent u voornemens de regelgeving zo aan te passen
dat dit wel mogelijk wordt?
Antwoord 11
Conform het amendement Bisschop c.s. (Kamerstuk 35 600, nr. 19) is artikel 1.13a in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering opgenomen. Het
eerste artikel uit het amendement luidt: «Onze Minister draagt in het belang van de
rechtszekerheid tezamen met gedeputeerde staten van de provincies zorg voor het legaliseren
van de projecten met een geringe stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden die voldeden
aan de voorwaarden van artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming, zoals dat luidde
op 28 mei 2019.». Hiermee wordt gedoeld op de activiteiten die een melding hadden
gedaan of waren vrijgesteld van de meldingsplicht (meldingsvrije activiteiten). Activiteiten
van voor de PAS-periode zijn zodoende geen onderdeel van het legalisatieprogramma.
Vraag 12
Kunt u garanderen dat voor PAS-knelgevallen die te goeder trouw gehandeld hebben linksom
of rechtsom een oplossing gevonden wordt waardoor legalisering binnen handbereik is
en deze bedrijven niet omvallen?
Antwoord 12
Het is een wettelijke opgave om alle PAS-meldingen die voldoen aan de verificatie
van een oplossing te voorzien. Het kabinet voelt die verantwoordelijkheid zwaar en
doet er alles aan om die oplossingen zo snel mogelijk te realiseren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.