Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de energie-intensieve bedrijven in de Eemshaven
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Klimaat en Energie over de energie-intensieve bedrijven in de Eemshaven (ingezonden 9 november 2022).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 16 december
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten dat de industrie in de Eemsdelta vreest voor een domino-effect
van omvallende bedrijven en met de brandbrief vanuit de regio om de Eemsdelta te steunen?1
Antwoord 1
Ja. Naar aanleiding hiervan ben ik op dinsdag 15 november hierover in gesprek gegaan
met een delegatie van de industrie in de Eemsdelta.
Vraag 2 en 3
Welke ondersteuning gaat u geven voor bedrijven die tijdelijk productie af moeten
bouwen of stil moeten leggen? Graag een gedetailleerd antwoord.
Maakt Nederland net als Duitsland en Frankrijk gebruik van het EU-steunkader dat hulp
aan industrie-ondernemingen toestaat? Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord 2 en 3
Nog voor het einde van dit jaar wil ik uw Kamer informeren over de impact van de energiecrisis
op de energie-intensieve industrie. Daarbij zal ik ingaan op het handelingsperspectief
om de problemen in de energie-intensieve industrie te adresseren.
Vraag 4
Wat zijn de effecten in de basischemie en bij de productie van vitale producten wanneer
een bedrijf in de keten omvalt? Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord 4
De exacte keteneffecten zijn moeilijk te voorspellen. Het lijkt er vooralsnog op dat
bedrijven die hun productie hebben teruggeschroefd of stopgezet hiertoe gedwongen
zijn door het aanbod van goedkopere importgoederen. Dit laat zien dat er in de waardeketen
substituten voorhanden zijn. Het wegvallen van de productie van bijproducten die niet
substitueerbaar zijn kunnen leiden tot significante keteneffecten. In de Kamerbrief
over de impact van de energiecrisis op de energie-intensieve industrie ga ik hier
verder op in.
Vraag 5
Wanneer wordt de indirecte kostencompensatie voor hoge CO2-uitstoot waar ondernemingen recht op hebben uitgekeerd? Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord 5
De indirecte kostencompensatie ETS is een compensatie aan internationaal concurrerende
industriebedrijven uit enkele specifieke sectoren met een hoog stroomverbruik. Vanwege
het Europese emissiehandelssysteem maken de energiebedrijven extra kosten die zij
aan hun klanten, waaronder industriebedrijven, doorberekenen. Om weglek van Europese
productie naar landen buiten de EU te voorkomen mogen EU-lidstaten deze indirecte
kostencompensatie ETS aanbieden aan sectoren waarvan de EC heeft vastgesteld dat zij
een weglekrisico kennen vanwege het ETS. In Nederland is die compensatie in een subsidieregeling
gevat. Een onderneming heeft recht op uitkering van deze compensatie van kosten die
het in een jaar gemaakt heeft indien de regeling in het navolgende jaar wordt opengesteld
en het bedrijf een geldige aanvraag indient en aan de geldende voorwaarden voldoet.
Compensatie met betrekking tot indirecte emissiekosten gemaakt in het ene jaar moet
op basis van de richtsnoeren van de Europese Commissie in het navolgende jaar uitgekeerd
worden. RVO verwerkt en beoordeelt momenteel alle ingediende aanvragen. Aan sommige
bedrijven is de compensatie reeds uitgekeerd; de overige bedrijven zullen voor het
eind van het jaar compensatie ontvangen. Er is geen budget voorhanden om de regeling
na 2022 nogmaals open te kunnen stellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.