Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Van Wijngaarden over het nieuws dat alle ambtenaren in Brussel een grote loonsverhoging krijgen.
Vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Van Wijngaarden (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het nieuws dat alle ambtenaren in Brussel een grote loonsverhoging krijgen (ingezonden 18 november 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 16 december 2022).
Vraag 1
Wat vindt u van het bericht dat alle ambtenaren die voor de instellingen van de Europese
Unie werken, dit jaar een totale loonsverhoging van 7 procent krijgen?1
Antwoord 1
De loonsverhoging komt voort uit de Verordening tot vaststelling van het ambtenarenstatuut.
Daarin staat een standaardmethode voor het berekenen van salarisstijgingen voor EU-ambtenaren,
die is gebaseerd op de loonontwikkeling van ambtenaren van centrale overheden in tien
(referentie)lidstaten. Nederland heeft tegen deze methode gestemd bij de aanpassing
van het EU-ambtenarenstatuut in 2014.
De uitkomst van de standaardmethode is voor 2022 een verhoging van 4,4% voor EU-ambtenaren.
Daarnaast worden de lonen van EU-ambtenaren met 2,5% verhoogd met een uit 2020 uitgestelde
verhoging. In 2020 hebben de EU-ambtenaren deze verhoging van 2,5% niet ontvangen,
omdat het BBP in de gehele EU met meer dan 3% was gedaald vanwege de coronacrisis.
In 2022 heeft het BBP van de gehele EU het niveau van voor de coronacrisis bereikt
en daarom hebben de EU-ambtenaren alsnog recht op deze verhoging.
Het kabinet vindt dat gekeken moet worden in hoeverre deze methode duurzaam is in
het geval van hoge inflatieperioden, zoals nu het geval is. Om die reden heeft Nederland
met de overige leden van de Raad middels artikel 241 VWEU de Europese Commissie gevraagd
dit te bestuderen en eventueel maatregelen te nemen2. De Europese Commissie heeft laten weten nu geen noodzaak te zien om maatregelen
te treffen.
Vraag 2
Vindt u het correct dat deze loonsverhoging bovenop het al riante salaris van Europarlementariërs
en Eurocommissarissen zal komen?3
Antwoord 2
Zie het antwoord op vraag 1. Het kabinet heeft eerder al aangegeven bezwaren te hebben
tegen de methode die is gebruikt bij de berekening van de salarissen en vindt dat
tevens gekeken moet worden in hoeverre deze methode duurzaam is in het geval van hoge
inflatieperioden, zoals nu het geval is.
Vraag 3
Wat vindt u van de verklaring van de lidstaten dat budgetoverschrijdingen die voortkomen
uit deze verhoging niet mogen worden vergoed uit andere niet gerelateerde potjes?
Antwoord 3
De Raad heeft zorgen geuit over de houdbaarheid van automatische salarisindexatie
bij de Europese instellingen in tijden van hoge inflatie en de hoge druk die dit meebrengt
op de administratieve uitgaven in 2023 en verder. Daarom heeft de Raad bij de Ecofin
van 6 december4 j.l. een verklaring aangenomen waarin de Commissie wordt opgeroepen om uiterlijk
1 juni 2023 met maatregelen te komen om de houdbaarheid van de administratieve uitgaven
van de EU te borgen. Deze oproep aan de Commissie houdt verband met het eerder genoemde
verzoek van de Raad aan de Commissie op grond van artikel 241 VWEU om met maatregelen
te komen m.b.t. de duurzaamheid van de methode voor salarisstijgingen ten tijde van
hoge inflatie. Hiermee komt het kabinet tegemoet aan de motie-Van Wijngaarden5 over het versoberen van de methode voor salarisstijgingen van EU-ambtenaren. Het
kabinet is van mening dat eventuele extra uitgaven binnen de daarvoor bestemde begrotingshoofdstukken
moeten worden gedekt en geen beslag moeten leggen op andere begrotingshoofdstukken.
Vraag 4
Erkent u dat ambtenaren werkzaam bij de Europese instellingen al veel voordelen kennen,
zoals hoge onkostenvergoedingen en een lager belastingtarief?
Antwoord 4
Zie antwoord vraag 5.
Vraag 5
Vindt u het verdedigbaar dat ambtenaren, zoals Eurocommissarissen, met een jaarlijks
inkomen van boven de 200.000 euro nog een loonstijging krijgen van 7 procent?
Antwoord 5
Ambtenaren werkzaam bij Europese instellingen kunnen aanspraak maken op onkostenvergoedingen
en een lager belastingtarief. De loonstijging kan worden verklaard door de standaardmethode
voor het berekenen van salarisstijgingen voor EU-ambtenaren. De stijging geldt voor
alle EU-ambtenaren, en ook de commissarissen. Of dit verdedigbaar is, is onderdeel
van de vraag naar de duurzaamheid van de methode voor berekening van salarisstijgingen
waar de Raad de Commissie om heeft gevraagd. De Europese Commissie heeft laten weten
nu geen noodzaak te zien om maatregelen te treffen. Zoals in de beantwoording op de
vragen 1 en 3 beschreven, spoort Nederland met de Raad de Commissie andermaal aan
om de vraag rondom duurzaamheid van de rekenmethode te beantwoorden en waar nodig
met maatregelen te komen.
Vraag 6
Deelt u het ongemak dat juist de 7 procent loonstijging voor de hogere inkomens een
behoorlijke extra kostenpost vormt op de Europese Begroting?
Antwoord 6
In en met de Raad heeft Nederland zorgen geuit over de duurzaamheid van dergelijke
loonstijgingen. Hieruit is het artikel 241-verzoek van de Raad, genoemd in het antwoord
op vraag 1, aan de Commissie voortgekomen om de Commissie aan te sporen met voorstellen
te komen om de druk van de administratieve uitgaven te verlichten. De Commissie heeft
laten weten nu geen noodzaak te zien om maatregelen te treffen. Zoals in de beantwoording
op vraag 3 beschreven, spoort Nederland met de Raad de Commissie verder aan om met
maatregelen te komen.
Vraag 7
Wat wordt uw inzet richting de Europese Commissie, die volgend jaar de mogelijkheid
heeft om het personeelsreglement te herzien? Gaat u invoering van een Balkenende-norm
bepleiten, een maximumsalaris voor Europese topfunctionarissen?
Antwoord 7
In lijn met de Europese Raadsconclusies over het MFK van juli 20206 is Nederland kritisch over eventuele verhogingen van de administratieve uitgaven
van Europese instellingen betreffende onder andere salarissen, personeel, en gebouwen.
Daarnaast heeft het kabinet – zoals opgenomen in de beantwoording op de vragen 1,
2, 5 en 6 – zorgen over de houdbaarheid van automatische salarisindexatie bij de Europese
instellingen in tijden van hoge inflatie en de hoge druk die dit meebrengt op de administratieve
uitgaven.
Zoals in de beantwoording op de vragen 1 en 3 is beschreven, spoort Nederland met
de Raad de Commissie aan om met maatregelen te komen om de houdbaarheid van administratieve
lasten te garanderen.
Vraag 8
Bent u daarnaast bereid te pleiten voor een verlaging van de topsalarissen in Brussel,
waardoor zij meer in lijn komen met de salarissen van ambtenaren in de lidstaten,
zoals Nederland? Zo nee, hoe voorkomt u dat dit elk jaar tot ergernis leidt?
Antwoord 8
Zie antwoord vraag 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.