Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over het vervolgonderzoek naar oversterfte in Nederland in de periode 2020-2022
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het vervolgonderzoek naar oversterfte in Nederland in de periode 2020–2022 (ingezonden 21 november 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 december
            2022).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het feit dat er in oktober – een maand waarin geen sprake
               was van weersextremen, een griepepidemie of hoge coronasterfte – sprake was van een
               oversterfte van 1800 mensen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Herinnert u zich dat u zeven weken geleden aan de Kamer schreef: «Wat betreft de vaccinatiedata
               van het RIVM is een genoemd knelpunt dat het verstrekken van gezondheidsgegevens ten
               behoeve van het oversterfteonderzoek maatschappelijk van groot belang is, maar mogelijk
               op gespannen voet staat met de toestemming die betrokkenen aan Gemeentelijke Gezondheidsdiensten
               (GGD’en), huisartsen en instellingsartsen hebben gegeven voor het verstrekken van
               deze gegevens aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en voor
               welke doeleinden het RIVM die gegevens vervolgens mag gebruiken. De centrale vraag
               is of het verstrekken van gezondheidsgegevens door het RIVM valt onder de reikwijdte
               van die toestemming. Hiertoe dient een weging van de datatoegang in relatie tot de
               juridische vereisten en de sociaal-maatschappelijke waarde van het onderzoek gemaakt
               te worden. Dit wordt gedaan in een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (ook wel
               een Data Privacy Impact Assessment, DPIA), die op grond van de Algemene verordening
               gegevensbescherming (AVG) moet worden verricht. In een DPIA worden de gevolgen van
               de voorgestane verwerking voor de bescherming van persoonsgegevens van betrokkenen
               in kaart gebracht. In het bijzonder wordt daarin beschreven wat de juridische basis
               is van de verwerking, welke risico’s voor de privacy van betrokkenen aan de orde zijn
               en op welke wijze die risico’s worden weggenomen en/of geminimaliseerd. Ik heb het
               kantoor van de Landsadvocaat gevraagd te assisteren bij het opstellen van de DPIA.
               Over de DPIA wordt bovendien – conform verplichtingen uit de AVG – onafhankelijk advies
               gevraagd aan de functionaris gegevensbescherming (FG) van het Ministerie van VWS.
               Over 6 weken zal de DPIA gereed zijn, en zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten
               en over de verdere aanpak»?2
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Kunt u de DPIA waarover u afgelopen vrijdag de Kamer berichtte, aan de Kamer doen
               toekomen?
            
Antwoord 3
            
In mijn brief van 18 november jl.3 heb ik aangegeven dat het CBS samen met het RIVM bezig is met de afronding van de
               DPIA die nodig is om de vaccinatiegegevens bij het CBS beschikbaar te krijgen ten
               behoeve van het oversterfteonderzoek. Ik ben bereid de DPIA met uw Kamer te delen
               zodra deze volledig afgerond is (naar verwachting medio december).
            
Vraag 4
            
Herinnert u zich dat ZonMW in de onderzoeksagenda oversterfte in Nederland 2020–2021
               uit juni 2022, expliciet schreef: «Binnen lijn 3 worden onafhankelijke analyses (replicatie)
               van de onderzoeksresultaten van het CBS en RIVM mogelijk gemaakt door de data van
               deze instanties beschikbaar te stellen. Hierbij wordt vooral gefocust op onderbouwing
               van de kwaliteit van de data, toepassing van andere modellen (g-methods), correctie
               voor andere co-variabelen, en andere tijdsframes omtrent follow-up»?
            
Antwoord 4
            
Ja.
Vraag 5
            
Herinnert u zich dat u als antwoord gaf op de vierde onderzoeksvraag over in hoeverre
               vaccinatie bijdroeg aan de totale sterfte in 2021, het volgende aangaf: «Bij de uitvoering van dit deelonderzoek door het RIVM is gebruik gemaakt van demografische
                  gegevens (Basisregistratie Personen (BRP)), vaccinatiestatus (COVID-vaccinatie Informatie-
                  en Monitoringssysteem (CIMS), RIVM), Wet langdurige zorg (Wlz)- zorggebruik (CAK)
                  en sterfte- en doodsoorzakenstatistiek (CBS). De resultaten zijn niet gecorrigeerd
                  voor comorbide aandoeningen en voor doorgemaakte SARS-CoV-2 infecties»? Bij de uitvoering
                  van dit deelonderzoek door het CBS is gebruik gemaakt van doodsoorzakengegevens. Datakoppelingen
                  met (GGD-)data over SARS-CoV-2 positief geteste personen, met vaccinatiedata en met
                  gegevens van Bijwerkingencentrum Lareb waren niet mogelijk door het ontbreken van
                  toegang tot deze gegevens»?4
Antwoord 5
            
Ja.
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat die tekortkomingen, namelijk het niet beschikbaar zijn van comorbide
               aandoeningen en doorgemaakte SARS-CoV-2-infecties (via de genoemde bronnen, maar ook
               zeker via Vektis-data) in deel 3 van het onderzoek geheel opgeheven moeten worden
               en dat dus de datakoppelingen beschikbaar moeten zijn?
            
Antwoord 6
            
Zoals meermaals aangegeven, waaronder in mijn brieven van 28 september jl.5 en 18 november jl.6, hecht ik groot belang aan wetenschappelijk onderzoek naar de redenen en oorzaken
               van oversterfte. Ik vind het belangrijk dat dit voortvarend en zonder belemmeringen
               uitgevoerd kan worden. Daarbij is het van belang dat er wel zorgvuldig en binnen de
               wettelijke kaders omgegaan wordt met de gezondheidsgegevens die binnen dit onderzoek
               gebruikt dienen te worden. Zoals aangegeven in mijn brief van 18 november jl.7 zal een belangrijk deel van de benodigde data (onder andere de positieve testdata
               via de GGD’en en de vaccinatiegegevens vanuit het RIVM) volgens planning eind dit
               jaar gedeeld worden met het CBS ten behoeve van het oversterfteonderzoek. Deze databronnen
               vormen gezamenlijk een goede basis waarop het oversterfteonderzoek verder uitgevoerd
               kan worden. Maar ik ben mij ervan bewust dat deze databronnen niet allesomvattend
               zijn en aanvullende data, zoals data over comorbide aandoeningen, van waarde kunnen
               zijn bij de uitvoering van het oversterfteonderzoek. Dat deze data op dit moment (nog)
               niet standaard (volledig) beschikbaar zijn binnen de CBS omgeving betekent niet dat
               onderzoekers dergelijke data niet kunnen gebruiken. Onderzoekers kunnen immers een
               aanvraag indienen voor toegang tot deze data bij de bronhouder, mits beschikbaar,
               en kunnen deze data daarmee dan mogelijk alsnog toevoegen aan hun onderzoek. Ik juich
               dit dan ook van harte toe, mits daarbij de privacy en persoonsgegevens van burgers
               maximaal beschermd blijven.
            
Vraag 7
            
Herinnert u zich dat u op de vijfde deelvraag, of er een relatie is tussen uitgestelde
               zorg, uitblijven van zorg, druk op de zorg enerzijds en (over)sterfte, anders dan door COVID-19, anderzijds, het volgende antwoord gaf: «Deze
               deelvraag vind ik heel belangrijk, maar wordt niet in dit onderzoek beantwoord»?8
Antwoord 7
            
Ja.
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat de vijfde deelvraag nog steeds zeer belangrijk is en dat daarvoor
               dus data (zoals van Vektis, bevolkingsonderzoeken, Lifelines, DBC-diagnosen Medisch
               Specialistische Zorg (DBC MSZ), Dutch Hospital Data (DHD), Landelijke Basisregistratie
               Ziekenhuiszorg (LBZ)) beschikbaar moeten zijn in fase 3 van het onderzoek en dat die
               data ook tot zeer recent moeten gaan, omdat oversterfte door uitgestelde zorg zich
               in de regel later voordoen? Kunt u dus zowel op de beschikbaarheid als de snelle beschikbaarheid
               aandringen?
            
Antwoord 8
            
Ik maak mij hard voor een datainfrastructuur waarin het koppelen van medische gegevens
               ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek snel, eenvoudig, veilig en met de juiste
               privacywaarborgen mogelijk is. Daarnaast stimuleer ik het delen van medische gegevens
               wanneer dit kan. Wel wil ik opmerken dat het niet tot mijn bevoegdheid reikt om alle
               datakoppelingen af te dwingen. In ons wettelijke stelsel bepalen Nederlanders en bronhouders
               zelf om data al dan niet beschikbaar te stellen. Als het aan mij ligt krijgt de wetenschap
               toegang tot zo veel mogelijk relevante gegevens, binnen de kaders van de wet. Voor
               de beschikbaarheid van de meest relevante en bruikbare databronnen heb ik samen met
               het RIVM, de GGD’en en het CBS gewerkt aan beschikbaarheid van een aantal cruciale
               gegevens. Ik ben blij dat ZonMw en de onafhankelijke begeleidingscommissie hebben
               aangegeven dat hiermee voldoende data beschikbaar is om traject 3 van start te kunnen
               laten gaan. Het CBS biedt daarnaast de mogelijkheid aan onderzoekers om samen met
               andere partners en instellingen externe bestanden te koppelen aan de reeds aanwezige
               CBS-gegevens in de onderzoeksomgeving van het CBS, voor zover dat noodzakelijk is
               voor specifieke deelonderzoeken, de gegevens rechtmatig zijn verkregen en de verwerking
               voldoet aan de wettelijke eisen. Daarbij toetst het CBS op risico’s voor onthulling
               van personen en neemt maatregelen indien nodig.
            
Vraag 9
            
Herinnert u zich dat het CBS al in maart 2022 een lijst publiceerde voor dit onderzoek
               naar oversterfte van co-variabelen, die relevant zijn en waarover overleg gaande is:
            
– CIMS vaccinatieregister;
– CoronIT, testuitslagen;
– CoronIT, vaccinatiedata;
– Osiris, SARS-CoV-2 infectiemeldingen;
– Codes voorgeschreven medicijnen;
– Zorgverzekeringswet (Zvw)-zorgkosten, Vektis;
– Lareb, bijwerkingen;
– NIVEL, zorggegevens huisartsen;
– Elektronisch patiëntendossier (EPD) verpleeghuisbewoners;
– Pathologische data doodsoorzaken;
– Sanquin, data over antistoffen;
– Bevolkingsonderzoeken;
– Cohortstudies zoals life lines;
– Nederlandse Zorgautoriteit (NZA)-data?9
Antwoord 9
            
Het klopt dat deze lijst is gepubliceerd door het CBS. Zoals in de oorspronkelijke
               lijst10 te lezen valt, vond echter niet over alle in de vraag genoemde databronnen overleg
               plaats. Zo geldt voor de Elektronisch patiëntdossiers van verpleeghuisbewoners, de
               pathologische data met doodsoorzaken, de data van Sanquin, de data voor bevolkingsonderzoeken
               en de data van de Nederlandse Zorgautoriteit dat onderzoekers zelf een aanvraag dienen
               te doen bij de bronhouder.
            
Vraag 10
            
Kunt u per onderdeel aangeven hoe ver het CBS gekomen is om deze data voor onderzoekers
               beschikbaar te krijgen (natuurlijk gepseudonimiseerd en in een veilige omgeving)?
            
Antwoord 10
            
Het CBS heeft de afgelopen jaren veel tijd geïnvesteerd in het beschikbaar krijgen
               van databronnen ter ondersteuning van statistisch en wetenschappelijk onderzoek naar
               oversterfte. Hierbij geldt dat verschillende databronnen relevant zijn voor de uitvoering
               van onderzoek naar oversterfte, maar dat niet alle bronnen dezelfde prioriteit hebben.
               Bovendien speelden bij bronhouders diverse ethische en juridische discussies of databronnen
               aan het CBS beschikbaar konden worden gesteld. Als Minister heb ik mij met het CBS
               gericht op het beschikbaar krijgen van een aantal bronnen die door onderzoekers als
               de meest relevante en bruikbare werden beschouwd namelijk: het CIMS vaccinatieregister,
               CoronIT (testuitslagen en vaccinatiedata), Osiris en NICE. Het CIMS vaccinatieregister
               van het RIVM zal naar verwachting eind 2022 beschikbaar zijn voor externe onderzoekers
               op de remote access omgeving bij het CBS. GGD testdata (uit HPZoneLite) zullen naar
               verwachting eenmalig worden aangeleverd door de bronhouder, waarna de gegevens door
               het CBS beschikbaar worden gesteld. Er zijn geen juridische belemmeringen om positieve
               testuitslagen met het CBS te delen. Voor het delen van negatieve testuitslagen met
               het CBS kan niet met zekerheid worden gesteld dat er geen juridische belemmeringen
               zijn. Hierover worden momenteel nog gesprekken gevoerd. Voordat juridische duidelijkheid
               is verkregen, worden de negatieve testuitslagen niet gedeeld. Ik blijf over een structurele
               oplossing in gesprek met de GGD’en en GGD GHOR Nederland. De databronnen Osiris en
               NICE zijn niet door de bronhouders aan het CBS beschikbaar gesteld voor statistisch
               en wetenschappelijk onderzoek. In de remote access omgeving van het CBS zijn gegevens
               over de Zorgverzekeringswet (Vektis), data met betrekking tot zorggegevens huisartsen
               (NIVEL), en data uit het Lifelines Cohort onder voorwaarden beschikbaar. De data van
               Lareb zijn niet bij het CBS beschikbaar.
            
De in het antwoord op vraag 9 benoemde data en andere data die niet direct bij het
               CBS beschikbaar zijn kunnen mogelijk alsnog opgevraagd worden via de bronhouders van
               die data, indien en voor zover wet- en regelgeving dat toelaat. Zo kunnen deze mogelijk
               alsnog binnen het oversterfte-onderzoek gebruikt worden.
            
Vraag 11
            
Kunt u dan ook per onderdeel (vooral bij voorbeeld Vektis data) aangeven of er ook
               progressie geboekt is om de data meer real time beschikbaar te krijgen?
            
Antwoord 11
            
Actuele data zijn van belang om de relevantie en bruikbaarheid van de uitkomsten van
               statistisch en wetenschappelijk onderzoek over het thema oversterfte te verhogen.
               De bruikbaarheid van een databron is echter sterk afhankelijk van de compleetheid.
               Voor verschillende datasets, waaronder gegevens over de Zorgverzekeringswet (Vektis),
               geldt dat deze met enige vertraging beschikbaar komen, omdat er tijd nodig is om een
               voldoende compleet bestand te genereren dat bruikbaar is voor onderzoek. Het real
               time opvragen van dit type bronnen is daarom niet mogelijk. Andere databronnen zoals
               het CIMS-vaccinatieregister van het RIVM en CBS-data over sterfte daarentegen zijn
               veel actueler. Gegevens over doodsoorzaken in Nederland zijn juist minder actueel
               beschikbaar als gevolg van de procedure van aanlevering bij en verwerking door het
               CBS. Een recente wijziging in de Wet op de Lijkbezorging die begin 2022 van kracht
               is gegaan draagt er naar verwachting aan bij dat doodsoorzakengegevens in de toekomst
               sneller beschikbaar komen. Digitalisering van het registratieproces ligt hieraan ten
               grondslag.
            
Vraag 12
            
Deelt u de opvatting dat nu ook in 2022 sprake is van forse vooralsnog onverklaarbare
               oversterfte en bijna een jaar voorbij is gegaan sinds de aangenomen motie, dat dit
               fase-3 onderzoek 2020 tot zo recent mogelijk als tijdspanne zou moeten hebben?
            
Antwoord 12
            
Zoals meermaals aangegeven vind ik het belangrijk dat er gedegen onderzoek gedaan
               wordt naar de redenen en oorzaken van oversterfte. Het CBS heeft de afgelopen maanden
               meermaals gerapporteerd over de (over)sterfte in 2022. Van deze rapportages heb ik
               kennisgenomen. Wat hiervoor de verklaringen zijn, is nog niet duidelijk. De duiding
               van de oorzaken van oversterfte is complex en kan door verschillende factoren worden
               beïnvloed.
            
Mijn inzet is er allereerst op gericht om het lopende onderzoek af te ronden. Hierdoor
               kunnen we meer leren over de oorzaken en redenen van oversterfte. Traject 3 van het
               oversterfteonderzoek bestaat uit drie lijnen. Lijn 1 en 2, een systematische literatuuranalyse
               met internationale vergelijking en een onderzoek met beschikbare onderzoeks- en zorgdata,
               zijn reeds september van start gegaan. Ik vind het niet opportuun om de periode van
               onderzoek voor de onderzoeken die al van start zijn gegaan uit te breiden, omdat we
               dan nog langer op resultaten zullen moeten wachten. Dit is echter een besluit dat
               bij de onderzoekers zelf en de onafhankelijke begeleidingscommissie die door ZonMW
               is aangesteld, ligt. Lijn 3 bestaat uit een onafhankelijke analyse (replicatie) van
               de onderzoeksresultaten van het CBS en het RIVM door het gebruik van de door deze
               instantie beschikbaar gestelde data. Uiteraard beslaat dit onderzoek – daar het doel
               van dit onderzoek replicatie is – dezelfde periode als het eerder uitgevoerde onderzoek
               door het CBS en RIVM (traject 2).
            
Onderzoekers kunnen zelf uiteraard met de al beschikbare data onderzoek doen naar
               oversterfte in latere periodes, zoals in 2022. Dergelijk onderzoek zou ik van harte
               toejuichen en nauwlettend volgen.
            
Vraag 13
            
Bent u bekend met het feit dat in het Verenigd Koninkrijk data over overlijden, vaccinatie
               en besmettingen en meer al tijden beschikbaar is voor onderzoekers en leidt tot onderzoek
               in vaktijdschriften?11
Antwoord 13
            
Ik ben bekend met onderzoek dat in het Verenigd Koninkrijk verricht wordt.
Vraag 14
            
Bent u bekend met het feit dat dit soort data in Denemarken, waar de AVG ook van toepassing
               is, al tijden bijna real-time beschikbaar is voor onderzoekers?12
Antwoord 14
            
Ik ben bekend met het feit dat in Denemarken vaccinatiedata en gerelateerde data beschikbaar
               zijn voor onderzoekers. Het klopt dat de AVG – als Europese verordening – ook rechtstreeks
               van toepassing is in Denemarken. De AVG laat echter ruimte om in nationale wetgeving
               bijkomende voorwaarden, waaronder beperkingen, met betrekking tot het verwerken van
               gezondheidsgegevens in te voeren.13 Daarnaast vereisen enkele uitzonderingen op het algemene verwerkingsverbod ten aanzien
               van gezondheidsgegevens een uitwerking in Europees of lidstatelijk recht.14 De wijze waarop die lidstatelijke uitwerking plaatsvindt, verschilt per lidstaat.
               In Nederland heeft die uitwerking plaatsgevonden in de Uitvoeringswet AVG, die in
               artikel 24 specifieke bepalingen bevat over het verwerken van gezondheidsgegevens
               voor wetenschappelijk onderzoek.15 In dat kader is uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene voor het verwerken van
               gezondheidsgegevens voor wetenschappelijk onderzoek het uitgangspunt. Daarnaast zijn
               er in specifieke wetgeving regels gesteld over het verwerken van gezondheidsgegevens
               voor bepaalde doeleinden. Voor het RIVM gelden daarbij bijvoorbeeld de wettelijke
               voorwaarden uit de Wet op het RIVM.
            
Vraag 15
            
Kunt u in overleg treden met ZonMW, CBS, RIVM en ervoor zorgen dat de data beschikbaar
               komt tot en met 2022?
            
Antwoord 15
            
Zoals aangegeven blijf ik in gesprek om een structurele deling van relevante databronnen
               mogelijk te maken. Verder is mijn inzet er allereerst op gericht om het huidige oversterfteonderzoek
               tot afronding te brengen.
            
Vraag 16
            
Kunt u in overleg treden met ZonMW, CBS, RIVM en ervoor zorgen dat de data beschikbaar
               komt, ook voor onderzoekers die geen toegewezen voorstel krijgen in fase 3 van het
               ZonMW programma?
            
Antwoord 16
            
Als Minister van VWS ga ik niet over het beschikbaar stellen van data aan specifieke
               onderzoekers. Hier hebben bronhouders en ook het CBS regels en procedures voor. Zoals
               aangegeven in mijn brief van 18 november jl.16 stelt het CBS de data ook aan onderzoekers van door het CBS gemachtigde instellingen
               beschikbaar in de remote-accessomgeving ten behoeve van wetenschappelijk en/of statistisch
               onderzoek, overeenkomstig artikel 41 en artikel 42 van de Wet op het CBS. Dit geldt
               voor alle instellingen met een (toekomstige) machtiging op de remote-accesomgeving
               van het CBS. Conform artikel 41 van de Wet op het CBS worden er passende maatregelen
               genomen om herkenning van afzonderlijke personen te voorkomen.
            
Vraag 17
            
Welke criteria hanteert CBS om een machtiging te verstrekken om microdata te gebruiken?
               Zijn deze criteria objectief en toetsbaar?
            
Antwoord 17
            
Artikel 41 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek geeft de directeur-generaal
               van het CBS de bevoegdheid om instellingen op verzoek toegang te geven tot gegevens
               ten behoeve van statistisch of wetenschappelijk onderzoek. Een aanvraag voor een instellingsmachtiging
               wordt slechts ingewilligd, indien de instelling voldoende maatregelen heeft getroffen
               om te voorkomen dat de gegevens voor andere doeleinden dan statistisch of wetenschappelijk
               onderzoek wordt gebruikt.17 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de criteria die zijn vastgelegd in de
               Beleidsregel toegang instellingen tot microdata CBS18. Met deze beleidsregel is beoogd om de beoordeling van aanvragen te concretiseren,
               alsmede objectiveerbaar en toetsbaar te maken.
            
Vraag 18
            
Kunt u erop toezien dat onafhankelijke wetenschap niet wordt gehinderd door het proces
               van verkrijging van een machtiging?
            
Antwoord 18
            
Het CBS heeft hierin een zelfstandige taak op basis van de Wet op het Centraal bureau
               voor de statistiek. Ik houd daar geen specifiek toezicht op. Op aanvragen voor een
               machtiging wordt in de regel binnen acht weken beslist. In artikel 41, tweede lid
               onder a tot en met d Wet op het Centraal bureau voor de statistiek is een aantal (wetenschappelijke)
               instellingen genoemd dat in elk geval in aanmerking komt voor een machtiging. Op grond
               van artikel 41 tweede lid onder e kunnen onderzoeksafdelingen van ministeries en andere
               organisaties en instellingen eveneens een machtiging verkrijgen, mits de betrokken
               onderzoekers aantoonbaar onafhankelijk kunnen werken.
            
Een overzicht van de toegekende machtigingen wordt maandelijks gepubliceerd op de
               website van CBS19.
            
Vraag 19
            
Welke bezwaar en beroepsmogelijkheid staat open tegen een afwijzing om een gevraagde
               machtiging tot gebruik van microdata te verlenen?
            
Antwoord 19
            
De beslissing op een aanvraag voor een instellingsmachtiging, waaronder een afwijzing,
               is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar kan worden
               gemaakt. Tegen een beslissing op bezwaar door de directeur-generaal staat beroep open
               bij de bestuursrechter.
            
Vraag 20
            
Herinnert u zich dat u op 28 september aangaf dat u voornemens bent om te kijken naar
               de mogelijkheden van een wetswijziging of andere middelen om de wettelijke basis en
               het kader voor deling van gezondheidsgegevens ten behoeve van wetensschappelijk –
               binnen de kaders van de AVG – te verduidelijken en daarover de Kamer in het najaar
               te informeren?
            
Antwoord 20
            
Ja.
Vraag 21
            
Wilt u bij deze toezegging ook betrekken hoe andere landen (zoals bijvoorbeeld Denemarken
               en Zweden) hiermee omgaan?
            
Antwoord 21
            
In de voorbereiding van een mogelijk wetsvoorstel zal worden gekeken hoe andere landen
               dergelijke gegevensuitwisselingsvraagstukken hebben geregeld.
            
Vraag 22
            
Wilt u bij deze toezegging ook de mogelijkheden betrekken van een Institutional Review
               Board bij elke universiteit/instelling zoals in de Verenigde Staten, en het gebruik
               van data stewards en trusted third parties?
            
Antwoord 22
            
Ja, dit neem ik in mijn verkenning mee en zal daarin samen optrekken met de Minister
               van OCW. Het is daarbij vooral van belang om te kijken in hoeverre bestaande structuren
               ook zouden kunnen voldoen. Op dit moment zijn reeds bestaande (o.a. ethische) toetsingscommissies
               veelal per wetenschapsgebied georganiseerd en niet alleen overkoepelend per instituut,
               omdat voor specifieke wetenschapsgebieden aanvullende standaarden gelden waar veelal
               nationaal wordt samengewerkt. Health-RI, een publiek-private partnerschap dat een
               gezondheidsdata-infrastructuur ontwikkelt om data gerelateerd aan welzijn, gezondheid
               en zorg toegankelijk te maken voor onderzoek, innovatie implementatie en beleidsontwikkeling,
               zal in het teken van het Nationaal Groeifondsproject Obstakel Verwijder Traject voor
               secundair gebruik van gezondheidsgegevens, een efficiëntere toetsingsprocedure verkennen.
               Ook de rol en inzet van trusted third parties wordt daarin meegenomen. Het opbouwen
               van capaciteit op het vlak van data stewardship is reeds onderdeel van de landelijke
               Open Science agenda 2023–2030 geschreven door het Nationaal Programma Open Science,
               een samenwerkingsverband van organisaties die zich inzetten om wetenschappelijke resultaten
               van publiek-gefinancierd onderzoek vrij toegankelijk te maken voor de samenleving.
            
Hiernaast gaan wij samen met betrokken partijen het gesprek aan over de toegankelijkheid
               van data in het medisch wetenschappelijk onderzoek, ook conform de toezegging die
               de Minister van OCW op dit punt deed tijdens de begrotingsbehandeling OCW afgelopen
               november. Bij deze gesprekken en bij het uitwerken van mogelijkheden om het delen
               van gezondheidsgegevens te verduidelijken, zullen we verkennen of Institutional Review
               Boards een meerwaarde hebben, en het gebruik van data stewards en trusted third parties
               beschouwen. Daarin zullen we overwegen in hoeverre deze een toegevoegde waarde bieden
               op bestaande structuren en hoe ze aansluiten op lopende initiatieven binnen het bestaande
               Nederlandse systeem.
            
Vraag 23
            
Wilt u hierbij ook verplichte bij- en nascholing en training over de naleving van
               privacy, veiligheid en ethische kwesties met betrekking tot gebruik van data betrekken,
               zoals in de VS gebeurt met Collaborative Institutional Training Initiative (CITI)-trainingen?
            
Antwoord 23
            
Deze verantwoordelijkheid ligt primair bij de instellingen in het hoger onderwijs
               en wetenschap. Zoals hierboven geschetst is het opbouwen van capaciteit op het vlak
               van data stewardship onderdeel van het landelijk Open Science programma. Hierbij is
               ook (bij- en na-)scholing voorzien over de naleving van privacy, veiligheid en ethische
               kwesties met betrekking tot hergebruik van gezondheidsdata.
            
Vraag 24
            
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 24
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.