Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger en Thijssen over de voorgenomen verkoop van het Zeeuwse energiebedrijf PZEM aan het Tsjechische energiebedrijf EPH
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Thijssen (PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Klimaat en Energie over de voorgenomen verkoop van het Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij (PZEM) aan het Tsjechische energiebedrijf Energetický a průmyslový holding (EPH) (ingezonden 1 december 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 15 december 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het gegeven dat de gedeputeerde staten van de provincie Zeeland
voornemens zijn om goedkeuring te verlenen aan de verkoop van het nu nog in publieke
handen verkerende energiebedrijf PZEM, aan het Tsjechische energiebedrijf EPH?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe apprecieert u dit voornemen van de gedeputeerde staten van Zeeland?
Antwoord 2
Als aandeelhouder staat het de provincie Zeeland vrij om over het eigen aandeelhouderschap
te beslissen. De Gedeputeerde Staten van Zeeland staat het vrij deze verkoop in gang
te zetten en daarover de dialoog met Provinciale Staten te voeren. Daarbij wijs ik
op het feit dat niet alleen de Rijksoverheid, maar ook andere overheden een rol hebben
in het borgen van publieke belangen en ik ervan uitga dat deze zorgvuldig gewogen
zijn door de Gedeputeerde Staten in het verkooptraject. In het kader van deze aangekondigde
verkoop heb ik een melding ontvangen van het Tsjechische bedrijf EPH conform Artikel
86 f van de Elektriciteitswet 1998 over een voorgenomen wijziging in de zeggenschap.
Ik heb deze melding beoordeeld en heb laten weten geen bezwaar te hebben tegen deze
wijziging in de zeggenschap. Wel heb ik in mijn reactie een aantal aandachtspunten
benoemd, waaronder een verwijzing naar het klimaatbeleid dat erop gericht is klimaatverandering
tegen te gaan en de rol van fossiele energiedragers in het Nederlandse energiesysteem
af te bouwen.
Vraag 3
Hoe apprecieert u dit voornemen in het kader van het groeiende besef dat de grootschalige
privatisering van energiebedrijven, die begin deze eeuw is ingezet, de bescherming
van de energieconsument en de energieleveringszekerheid niet te allen tijden ten goede
komt?
Antwoord 3
De energiecrisis die we nu doormaken leidt ertoe dat van veel kanten wordt opgeroepen
tot herijking van het energiebeleid en tot bezinning op de rol van de overheid in
energiemarkt. Dit zien we ook terug in de motie van de leden Segers en Marijnissen.
Ook heeft dit kabinet in de energiecrisis met soms onorthodoxe maatregelen laten zien
de publieke belangen te willen en te kunnen borgen. Bovendien heeft de keuze om de
netwerken in publieke handen te houden ervoor gezorgd dat op dat vlak geen risico's
ontstonden tijdens deze energiecrisis en de commerciële risico's in beginsel gedragen
moeten worden door private partijen.
Vraag 4
Hoe verhoudt dit voornemen van de gedeputeerde staten Zeeland zich tot de recent aangenomen
motie van de leden Segers en Marijnissen, die het nadelige gevolg van de privatisering
benadrukt in het licht van de huidige gascrisis en de regering verzoekt te onderzoeken
hoe de publieke belangen in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen
worden en daarbij specifiek te concentreren op onder meer de rolverdeling tussen overheid
en markt (Kamerstuk 36 200 nr. 31)?
Antwoord 4
De motie van de leden Segers en Marijnissen is ingediend tegen de achtergrond van
de energiecrisis en roept het kabinet op tot een onderzoek naar hoe de publieke belangen
in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen worden. Het kabinet zal
volgend jaar richting uw Kamer met een reactie komen op deze motie, mede naar aanleiding
van een onderzoek dat het kabinet laat uitvoeren. Ik zal u hier binnenkort nader over
informeren. Gezien het onderzoek dat de motie vraagt en het gegeven dat grootschalige
elektriciteitsproductie nu ook niet alleen in overheidshanden is, zie ik hier geen
relatie.
Vraag 5
In hoeverre is de Nederlandse overheidscontrole op energielevering door energieproducenten
als PZEM beter behouden wanneer deze in handen is van publieke aandeelhouders en zou
het, zeker in tijden van de gascrisis, wenselijk zijn om deze constructie te behouden?
Antwoord 5
Producenten van elektriciteit hebben zich te houden aan de REMIT-verordening (Regulation
on wholesale Energy Market Integrity and Transparency)2. Deze EU-verordening ziet onder meer toe op het voorkomen en beboeten van handelen
met voorkennis en marktmanipulatie. Hiermee worden de belangen van energieconsumenten
beschermd. De Autoriteit Consument en Markt ACM houdt hier toezicht op. Het is daarbij
irrelevant of de aandeelhouder publiek of privaat is. Zo heeft de ACM in april 2022
PZEM nog een boete opgelegd voor het niet juist, volledig of tijdig publiceren van
beschikbaarheidsdata over de Sloecentrale3.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat het van belang is het energiebedrijf PZEM in handen te houden
van de publieke aandeelhouders, in ieder geval zolang de gascrisis voortduurt en het
onderzoek uit de motie nog loopt? Bent u bereid zich hierover uit te spreken jegens
de gedeputeerde staten Zeeland?
Antwoord 6
Nee, zie de antwoorden op vragen 3, 4 en 5.
Vraag 7
Bent u bekend met het gegeven dat het Tsjechische bedrijf EPH een business model heeft
waarbij het bedrijf zich focust op het opkopen van fossiele installaties met als doel
deze nog zo lang mogelijk in bedrijf te houden of te profiteren van subsidies voor
de beëindiging hiervan, en dat het bedrijf door een studie van Ember zelfs als één
van de minst klimaatvriendelijke energiebedrijven van de EU wordt bestempeld?4
Antwoord 7
Ja. EPH wil op de korte termijn voorzien in de vraag naar elektriciteit opgewekt met
gas en kolen. Op de langere termijn kan zij haar fossiele installaties ontmantelen
of converteren naar productie-installaties op basis van hernieuwbare energie. Zie
verder het antwoord op vraag 1.
Vraag 8
Bent u tevens bekend met het gegeven dat dit energiebedrijf in Nederland wil groeien
en haar activiteiten wil uitbreiden?
Antwoord 8
Ik ben bekend met dit gegeven.
Vraag 9
Hoe verhoudt het voornemen voor deze transactie zich met de ambitie van CO2-vrije energievoorziening en afbouw van fossiele brandstoffen teneinde de klimaatdoelstellingen
te behalen?
Antwoord 9
Grootschalige elektriciteitscentrales vallen onder het EU-ETS. Voor het bestaande
EU-ETS heeft de Europese Commissie voorgesteld5 het emissiereductiedoel aan te scherpen naar 61% in 2030 ten opzichte van 2005.
Als bij de volgende herziening van de richtlijn voor de vijfde handelsperiode (2030-2040)
de jaarlijkse reductie onverkort doorgaat, dan bereikt het reductiedoel 100% en het
plafond het nulpunt in 2040. Dit betekent dat dan de hele elektriciteitssector, samen
met de grote industrie, in de EU in 2040 per saldo geen CO2-uitstoot heeft in de EU. Ook na deze transactie zal de elektriciteitscentrale onder
het EU-ETS vallen.
Vraag 10 en 11
Wat is precies de aard van de transactie tussen PZEM (straks ZEH) en EPH, en hoe is
daarbij het marktrisico belegd?
Is de Minister het ermee eens dat het onwenselijk is als risico’s (grotendeels) bij
de ZEH worden belegd terwijl winsten (grotendeels) bij EPH landen?
Antwoord 10 en 11
De vormgeving van de transactie is aan de aandeelhouders. Gedeputeerde Staten van
Zeeland heeft hierover Provinciale Staten geïnformeerd.
Vraag 12
Welke garanties kunnen er geboden worden opdat de bedrijfsvoering van PZEM in lijn
blijft met de verduurzamingsdoelen voor energiebedrijven, indien de transactie met
EPH doorgang vindt?
Antwoord 12
Alle bedrijven zijn gebonden aan de vigerende en toekomstige regelgeving om onze klimaatdoelen
te bereiken, zoals het ETS, het wetsvoorstel «verbod op kolen» en de vele andere Europese
en nationale maatregelen. Er is geen sprake van dat dit anders is na de overname.
Zie verder het antwoord op vraag 9.
Vraag 13
Kunt u elk van deze vragen afzonderlijk beantwoorden en aan de Kamer toezenden vóór
16 december 2022, gezien op deze datum een voor dit onderwerp relevante Statenvergadering
van de provincie Zeeland plaatsvindt?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.