Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Akerboom en Van Raan over de Nederlandse investeringen in een oliepijplijn in Oeganda met grote risico’s voor mens, dier en natuur
Vragen van de leden Akerboom en Van Raan (beiden PvdD) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Financiën over Nederlandse investeringen in een oliepijplijn in Oeganda met grote risico’s voor mens, dier en natuur (ingezonden 16 november 2022).
Mededeling van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 13 december 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat TotalEnergies nieuwe olievelden aan het boren
is, in een natuurreservaat in Oeganda, met grote risico’s voor de natuur, wilde dieren
en water- en voedselvoorziening van de lokale bevolking?1
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het feit dat TotalEnergies een 1.443 km lange oliepijplijn
aanlegt naar de haven in Tanzania (de East African Crude Oil Pipeline (EACOP)), om
de olie uit het natuurreservaat naar de rest van de wereld te kunnen krijgen?2
Vraag 3
Klopt het dat het aanleggen van de oliepijplijn tot nu toe gepaard is gegaan met onder
andere landroof, intimidatie van de lokale bevolking en natuurschade?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de bouw van de pijplijn het leefgebied van wilde dieren zoals
chimpansees en leeuwen verwoest?
Vraag 5
Wat is uw standpunt over het feit dat 120.000 mensen moeten verhuizen om plaats te
maken voor de pijplijn en de kostbare landbouwgrond die de lokale bevolking hard nodig
heeft voor haar zelfvoorziening, wordt opgeslokt door de fossiele pijplijn?3
Vraag 6
Hoeveel waarde wordt er op de hierboven beschreven manieren aan Oeganda onttrokken?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat protesten tegen de pijplijn meteen de kop in worden gedrukt
en activisten worden gearresteerd en gevangengezet? Hoeveel protesteerders zijn er
tot nu toe al opgepakt in Oeganda?
Vraag 8
Deelt u de analyse dat de 34.3 miljoen ton kg CO2 die de pijplijn per jaar zal uitstoten strijdig is met de klimaatdoelen van Parijs,
vooral gezien het feit dat 65% van de concessie in handen is van een Frans bedrijf
en dus niet toegerekend zou moeten worden aan Oeganda?
Vraag 9
Klopt het dat de Deutsche Bank haar financiering van de oliepijplijn heeft stopgezet
nadat klimaat- en mensenrechtenorganisaties hun zorgen hadden geuit?
Vraag 10
Deelt u de mening dat andere investeerders hun investeringen ook terug zouden moeten
trekken? Zo nee, hoeveel schade aan klimaat, milieu, biodiversiteit, dierenlevens
en mensenrechten vindt u aanvaardbaar?
Vraag 11
Wat is uw standpunt over feit dat dat 23 Nederlandse financiële instellingen, waaronder
pensioenfondsen ABP, BPL, PMT en PFZW, verzekeraars AEGON en Allianz en de ABN AMRO
bank, investeren in TotalEnergies en ze daarmee dus beleggen in mensenrechtenschendingen,
milieuvervuiling, klimaatverandering en mogelijk ecocide?
Vraag 12
Vindt u dat de Nederlandse financiële instellingen voldoende zicht hebben op de risico’s
(en hun omvang) die deze beleggingen met zich meebrengen voor hun eigen weerbaarheid
en hun omvang?
Vraag 13
Wat zijn volgens de Nederlandse financiele instellingen de risico’s in verschillende
scenario’s en zijn deze risico’s integraal ingeschat?
Vraag 14
Wat is de omvang van deze risico’s en waar baseert u uw reactie op?
Vraag 15
Wat is uw standpunt over het feit dat slechts één verzekeraar een onderzoek startte
naar de mensenrechtenschendingen in Oeganda?
Vraag 16
Bent u bereid om bij Nederlandse investeerders erop aan te dringen uit TotalEnergies
te stappen?
Vraag 17
Hoe kan het dat Nederlandse financiële instellingen nog steeds in controversiële projecten van olie- en gasbedrijven investeren, terwijl de Minister van Financiën
al jaren zegt dat niet-bindend beleid met niet-afrekenbare doelstellingen voldoende
zou moeten zijn om financiële instellingen op het juiste pad te brengen?
Vraag 18
Gezien het feit dat het kabinet van financiële instellingen verwacht dat zij gepaste
zorgvuldigheid toepassen in lijn met de OESO-richtlijnen, maar financiële instellingen
blijven investeren in bedrijven die mensenrechten en dierenwelzijn niet respecteren
en fossiel activiteiten blijven uitvoeren, deelt u de mening dat het tijd wordt om
dwingende maatregelen op te leggen aan financiële instellingen?
Vraag 19
Kunt u bevestigen dat Nederlandse pensioenfondsen niet onder de Europese IMVO-richtlijn
zullen vallen omdat zij minder dan 500 werknemers tellen?
Vraag 20
Gezien het feit dat Nederlandse pensioenfondsen nog steeds in bedrijven zoals TotalEnergies
investeren, deelt uw de mening dat het cruciaal is dat zij wel onder IMVO-wetgeving
gaan vallen?
Vraag 21
Bent u bereid om de dwingende maatregelen die opgenomen zullen worden in de nationale
IMVO-wet ook te laten gelden voor financiële instellingen die minder dan 500 werknemers
hebben?
Vraag 22
Aan welke landen zal de olie uit de oliepijplijn verkocht worden? Zal Nederland ook
olie afnemen uit dit gebied?
Vraag 23
Kunt u uitsluiten dat van alle olie die hier zal worden gewonnen, de meest laagwaardige
olie (terug) naar Afrika zal gaan? Zo nee, kunt u dan bevestigen dat deze oliepijplijn
vooral bedoeld is voor andere landen?
Vraag 24
Bent u bereid om in Europees verband aan te dringen op het uitbreiden van de IMVO-verordening
naar financiële instellingen die minder dan 500 werknemers hebben?
Vraag 25
Bent u bereid zich uit te spreken tegen de bouw van de pijplijn?
Vraag 26
Bent u bereid de Oegandese autoriteiten aan te spreken op de arrestaties van Oegandese
activisten die zich tegen de pijplijn verzetten?
Vraag 27
Hoe gaat u zich verder inzetten voor de Oegandese omwonenden die hun levensvoorziening
in gevaar zien komen door de pijplijn?
Mededeling
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Akerboom en Van Raan (beiden
PvdD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de
Minister van Financiën over de Nederlandse investeringen in een oliepijplijn in Oeganda
met grote risico’s voor mens, dier en natuur (ingezonden op 16 november 2022) wil
ik u meedelen dat de beantwoording meer tijd vergt.
Hierdoor is het helaas niet mogelijk om de beantwoording van deze vragen binnen de
gestelde termijn aan de Kamer te doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.