Amendement : Amendement van de leden Westerveld en Kuiken over het alleen toestaan van een bijzondere procedure in spoedeisende gevallen
36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan
Nr. 17
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WESTERVELD EN KUIKEN
Ontvangen 9 december 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel H, wordt het voorgestelde artikel 58c als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Procedurevoorschriften» vervangen door «Reguliere procedure».
2. Het derde lid vervalt.
3. In het vierde lid vervalt «of derde lid, laatste zin,».
II
In artikel I, onderdeel H, wordt na het voorgestelde artikel 58c een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 58ca Bijzondere procedure
1. Artikel 58c, tweede lid, kan buiten toepassing blijven:
a. indien een krachtens paragraaf 8 van dit hoofdstuk vastgestelde ministeriële regeling
of een onderdeel daarvan niet langer voldoet aan één van de onderdelen van artikel
58b, of
b. indien sprake is van:
1° een ernstige ontwrichting van de maatschappij of een directe dreiging daarvan, en
2° onverwijld toepassing van een bij of krachtens paragraaf 8 van dit hoofdstuk toegekende
bevoegdheid noodzakelijk is.
2. Onze Minister zendt een met toepassing van het eerste lid vastgestelde ministeriële
regeling binnen twee dagen na vaststelling aan beide Kamers der Staten-Generaal, voorzien
van een motivering waarom het eerste lid is toegepast. De regeling vervalt van rechtswege
indien de Tweede Kamer der Staten-Generaal binnen een week na de toezending besluit
niet in te stemmen met de regeling. Artikel 58c, vierde lid is van overeenkomstige
toepassing.
3. Indien een ministeriële regeling met toepassing van het eerste lid, onder b, wordt
vastgesteld en in werking treedt, blijft het eerste lid, onder b, buiten toepassing
na het verstrijken van een periode van acht weken na het tijdstip van inwerkingtreding
van die regeling. Deze periode kan steeds met acht weken worden verlengd of voor een
periode van acht weken opnieuw aanvangen na de inwerkingtreding van een ministeriële
regeling waarin het eerste lid, onder b, weer van toepassing wordt verklaard. Die
regeling wordt met toepassing van artikel 58c, tot stand gebracht.
Toelichting
De indieners achten het van groot belang dat gedurende een pandemie het parlement
zo goed als mogelijk in staat wordt gesteld om beleid te controleren en mee te beslissen.
Het oorspronkelijke wetsvoorstel perkt de medezeggenschap van het parlement bij een
spoedprocedure («dringende omstandigheid») in van voorhang naar nahang en kort de
vaststelling van de regeling in terwijl aan de invoering van deze spoedprocedure nauwelijks
eisen worden gesteld. Dit amendement regelt dat de reguliere procedure van voorhang,
en de daarbij behorende termijn en medezeggenschap, de norm wordt. Enkel als de regering
overtuigend weet te argumenteren waarom louter een spoedprocedure soelaas biedt kan
de regering hiertoe overgaan door gebruik te maken van de «bijzondere procedure».
Tevens voegt dit amendement een vervaltermijn toe van acht weken op de regeling van
de «bijzondere procedure».
Hiermee willen de indieners voorkomen dat structureel maatregelen via een zogenoemde
«bijzondere procedure» worden afgekondigd. Dit amendement beoogt om in de wet zo veel
als mogelijk te werken via reguliere democratische processen ook gedurende een pandemie.
Westerveld Kuiken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid