Amendement : Amendement van het lid Omtzigt over een verbod op afluistering of onderschepping van meldingen van klokkenluiders
35 851 Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) en enige andere wijzigingen
Nr. 36 AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT
Ontvangen 8 december 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «twee artikelen» vervangen door «drie artikelen».
2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 2ba
De werkgever richt de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand
zodanig in dat de krachtens de artikelen 2a en 2b geregistreerde gegevens niet vatbaar
zijn voor afluisteren, aftappen of opnemen daarvan.
II
In artikel I, onderdeel E, wordt aan het voorgestelde artikel 2d een lid toegevoegd,
luidende:
3. Het meldkanaal wordt zodanig ingericht dat de krachtens het eerste lid geregistreerde
gegevens niet vatbaar zijn voor afluisteren, aftappen of opnemen daarvan.
Toelichting
Dit amendement regelt dat afluistering of onderschepping van meldingen van klokkenluiders
verboden is bij alle meldkanalen, met expliciete inbegrip van de meldkanalen voor
geheime informatie. Alle meldkanalen worden verplicht preventiemechanismen in te stellen
om te voorkomen dat dit wel gebeurt. Er kan hierbij onder andere gedacht worden aan een vergelijkbaar systeem van nummerherkenning dat aftapping van telefoongesprekken
binnen de advocatuur voorkomt.
Omtzigt
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid