Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 269 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enige andere wetten in verband met het laten vervallen van de mogelijkheid tot het aanwijzen van bijzondere bromfietsen in hoofdstuk IIA van de Wegenverkeerswet 1994, het mogelijk maken van implementatie van het kader voor lichte elektrische voertuigen en enige andere wijzigingen
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL VII
ARTIKEL VIII
ARTIKEL IX
ARTIKEL X
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de aanwijzingsprocedure
voor bijzondere bromfietsen vervalt en in plaats daarvan voor bijzondere bromfietsen
een goedkeuringsprocedure van toepassing is, overeenkomstig de regels en procedures
voor andere voertuigsoorten, en dat de basis wordt gelegd voor de implementatie van
het kader voor lichte elektrische voertuigen, waaronder ook bijzondere bromfietsen
gaan vallen, onder meer door de mogelijkheid te creëren om voor lichte elektrische
voertuigen een kenteken te verplichten en om een rijbewijs te vereisen voor het besturen
van lichte elektrische voertuigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door
«Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».
2. In onderdeel c wordt na «met uitzondering van fietsen met trapondersteuning» ingevoegd
«die voor wat betreft het gebruik en de verkeersveiligheid vergelijkbaar zijn met
fietsen zonder trapondersteuning als bedoeld in artikel 1a».
3. Na onderdeel d wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
da. fiets:
voertuig met ten minste twee wielen, een stuur, een zitplaats voor de bestuurder en
een met spierkracht aan te drijven mechanische overbrenging van spierkracht op wielen;
4. Onderdeel e wordt als volgt gewijzigd:
a. Subonderdeel d komt te luiden:
d. een motorrijtuig met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer
dan 25 km/h, uitgerust met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen
van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig, waarvoor geen typegoedkeuring
overeenkomstig in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften vereist
is;.
b. Het onderdeel komt te luiden:
e. bromfiets:
voertuig als bedoeld in artikel 4 van verordening (EU) 168/2013 met de voertuigclassificatie
L1e, L2e of L6e;.
5. Na onderdeel ea wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
eb. licht elektrisch voertuig:
motorrijtuig met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan
25 km/h, uitgerust met een elektromotor, waarop verordening (EU) 168/2013 niet van
toepassing is ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdelen c, h, i, j en k, van die
verordening;.
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
1. De regels in deze wet en de daarop berustende bepalingen betreffende lichte elektrische
voertuigen zijn niet van toepassing op fietsen met trapondersteuning die voor wat
betreft het gebruik en de verkeersveiligheid vergelijkbaar zijn met fietsen zonder
trapondersteuning.
2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke kenmerken een fiets met trapondersteuning
als bedoeld in het eerste lid heeft.
C
Artikel 20b komt te luiden:
Artikel 20b
Een bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder d, die voorafgaande
aan de toelating tot het verkeer op de weg door Onze Minister per type of individueel
is aangewezen op grond van zijn veiligheidsaspecten, omdat de toelating overeenstemt
met de in artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, tweede lid en derde lid, onderdeel a,
genoemde doeleinden, is in afwijking van hoofdstuk III, zonder te zijn goedgekeurd,
toegelaten tot het verkeer op de weg.
D
Artikel 20c vervalt.
E
In de artikelen 20e, tweede lid, onderdeel a, 20f, eerste lid, 20g, eerste lid, aanhef,
en tweede lid, en 20h wordt «artikel 20b, eerste lid, aanhef,» vervangen door «artikel 20b»
en in artikel 20g, derde lid, onderdeel c, wordt «artikel 20b, eerste lid, aanhef»
vervangen door «artikel 20b».
F
Hoofdstuk IIA vervalt.
G
In artikel 37, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt na «bij algemene maatregel
van bestuur vastgestelde categorieën bromfietsen» ingevoegd «of lichte elektrische
voertuigen».
H
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «indien de aanvraag betrekking heeft» ingevoegd
«op» en wordt na «bromfiets» ingevoegd «of een bij algemene maatregel van bestuur
vastgestelde categorie licht elektrisch voertuig».
2. In het vijfde lid wordt na «bromfiets» ingevoegd «of een bij algemene maatregel van
bestuur vastgestelde categorie licht elektrisch voertuig».
I
Artikel 108, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt «bromfietsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e,
subonderdeel d, en» en wordt na «bij algemene maatregel van bestuur aangewezen» ingevoegd
«lichte elektrische voertuigen,».
2. In de onderdelen d en e wordt na «bromfiets» ingevoegd «, licht elektrisch voertuig».
3. In de onderdelen f en g wordt na «bromfietsen» ingevoegd «, lichte elektrische voertuigen».
4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i, onder 4°, door een puntkomma
wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
j. lichte elektrische voertuigen, indien:
1°. die bestuurders buiten Nederland woonachtig zijn en zij zich bevinden in het internationaal
verkeer;
2°. die bestuurders afkomstig zijn uit een staat anders dan een andere lidstaat van de
Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte of Zwitserland en zij in Nederland woonachtig zijn, zolang sedert
de dag waarop zij zich in Nederland hebben gevestigd, nog geen 185 dagen verstreken
zijn;
3°. die bestuurders in Nederland woonachtig zijn en aan hen door het daartoe bevoegde
gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij
is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland,
een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor een andere categorie dan AM, gedurende
de in onderdeel h bedoelde periode.
J
In artikel 111, eerste lid, onderdeel b, wordt na «bromfietsen» ingevoegd «of lichte
elektrische voertuigen».
K
In artikel 158a, eerste lid, vervalt «20g,».
L
In artikel 164, tweede lid, onderdelen d en e, wordt na «bromfiets» ingevoegd «of
licht elektrisch voertuig».
M
Artikel 174a vervalt.
N
Artikel 174c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervallen «artikel 174a en» en «20g,».
2. In het tweede lid vervalt «, artikel 20g, tweede lid,».
3. In het derde lid vervalt «, artikel 20g, eerste lid,».
4. In het vierde lid vervalt «artikel 20g, derde lid,».
O
In artikel 177, tweede lid, onderdeel a, vervalt «20h,».
P
Na artikel 186c worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 186d
1. De rechthebbende van een aanwijzing per type als bedoeld in artikel 20b kan een nationale
typegoedkeuring aanvragen voor het type voertuig waarop de aanwijzing betrekking heeft.
2. De aanwijzing als bedoeld in het eerste lid vervalt van rechtswege met ingang van
de datum waarop de nationale typegoedkeuring voor het type voertuig waarop de aanwijzing
betrekking heeft is afgegeven.
3. Dit artikel vervalt twee jaar nadat het in werking is getreden.
Artikel 186e
1. Indien een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 20b, zoals het luidde onmiddellijk
voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit artikel, nog in behandeling is, wordt
deze aanvraag door Onze Minister doorgestuurd naar de Dienst Wegverkeer, die de aanvraag
zal behandelen als een aanvraag voor een nationale typegoedkeuring als bedoeld in
artikel 21.
2. Dit artikel vervalt twee jaar nadat het in werking is getreden.
Artikel 186f
1. Artikel 36, eerste lid, is, onverminderd artikel 37, niet van toepassing op voor
de datum van inwerkingtreding van dit artikel in het verkeer gebrachte bromfietsen
als bedoeld in artikel 20b.
2. Artikel 48, tweede lid, is niet van toepassing op voor de datum van inwerkingtreding
van dit artikel in het verkeer gebrachte bromfietsen als bedoeld in artikel 20b.
3. Artikel 50 is niet van toepassing op voor de datum van inwerkingtreding van dit artikel
in het verkeer gebrachte bromfietsen als bedoeld in artikel 20b.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze
van aanvragen van de eerste inschrijving en tenaamstelling van de voertuigen, bedoeld
in het derde lid.
5. Dit artikel vervalt één jaar nadat het in werking is getreden.
ARTIKEL II
In artikel 3.20a, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt «een bromfiets
als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994» vervangen
door «een bromfiets of een licht elektrisch voertuig als bedoeld in artikel 1, eerste
lid, onderdeel e respectievelijk eb, van de Wegenverkeerswet 1994».
ARTIKEL III
De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. bromfietsen en lichte elektrische voertuigen in de zin van artikel 1, eerste lid,
onderdeel e respectievelijk eb, van de Wegenverkeerswet 1994; en.
B
In artikel 4, eerste lid, wordt onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel b
door een puntkomma en onder verlettering van onderdeel c tot d een onderdeel ingevoegd,
luidende:
c. een licht elektrisch voertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel eb,
van die wet; of.
ARTIKEL IV
In artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten vervalt bij «de Wegenverkeerswet
1994» «artikel 20g,».
ARTIKEL V
In artikel 13ter, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt «een bromfiets
als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994» vervangen
door «een bromfiets of een licht elektrisch voertuig als bedoeld in artikel 1, eerste
lid, onderdeel e respectievelijk eb, van de Wegenverkeerswet 1994».
ARTIKEL VI
In artikel 2, onderdeel a, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt onder
vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel 2° door een puntkomma en onder vernummering
van onderdeel 3° tot 4° een onderdeel ingevoegd, luidende:
3°. een licht elektrisch voertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel eb,
van die wet; en.
ARTIKEL VII
De Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde een onderdeel ingevoegd, luidende:
licht elektrisch voertuig:
licht elektrisch voertuig, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel eb, van de
Wegenverkeerswet 1994;.
B
In artikel 7, vierde lid, wordt na «bromfiets» ingevoegd «of licht elektrisch voertuig
op twee wielen» en wordt na «brommobiel» ingevoegd «of licht elektrisch voertuig op
meer dan twee wielen».
ARTIKEL VIII
In artikel 10, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke
sancties en beslissingen tot confiscatie wordt het tweede onderdeel g verletterd tot
h en vervalt daarin «de artikelen 20b,».
ARTIKEL IX
Indien het bij koninklijke boodschap van 3 mei 2022 ingediende voorstel van wet houdende
regels ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en
de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en
tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU)
nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement
en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun
brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369
en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) (Wet uitvoering
markttoezichtverordening) (Kamerstukken 36 093) tot wet is of wordt verheven en de artikelen 2.6, onderdelen C, E, O, onder 1, en
T, onder 2 en 4, 2.15, onderdeel B, en 2.19 van die wet:
a. eerder in werking treden of zijn getreden dan artikel I, onderdeel E, van deze wet,
komt dat artikelonderdeel van deze wet te luiden:
E
In de artikelen 20e, tweede lid, onderdeel a, 20f, eerste lid, 20g, eerste lid, aanhef,
tweede lid, en derde lid, onderdeel c, en 20h wordt «artikel 20b, eerste lid, aanhef
en onderdeel b» vervangen door «artikel 20b».
b. eerder in werking treden of zijn getreden dan artikel I, onderdelen K en N, en de
artikelen IV en VIII van deze wet, komen die artikelonderdelen en die artikelen van
deze wet te luiden:
K
In artikel 158a, eerste lid, vervalt «20f, 20g,».
N
Artikel 174c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervallen «artikel 174a en» en «20f, 20g, 20ga,».
2. In het derde lid vervalt «, artikel 20g, tweede lid,».
3. In het vierde lid vervalt «, artikel 20g, eerste lid,».
4. In het vijfde lid vervalt «20f, 20g, derde lid,».
ARTIKEL IV
In artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten vervalt bij «de Wegenverkeerswet
1994» «artikel 20g,» en «20ga,».
ARTIKEL VIII
In artikel 10, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke
sancties en beslissingen tot confiscatie wordt het tweede onderdeel g verletterd tot
h en vervalt daarin «de artikelen 20b,» en «20ga,».
c. later in werking treden dan artikel I, onderdelen C en E, van deze wet, wordt artikel 2.6
van die wet als volgt gewijzigd:
1°. Onderdeel C vervalt.
2°. In onderdeel E wordt «artikel 20b, eerste lid,» vervangen door «artikel 20b».
d. later in werking treden dan de artikelen I, onderdelen F, K en N, IV en VIII van
deze wet, worden de artikelen 2.6, 2.15 en 2.19 van die wet als volgt gewijzigd:
1°. Artikel 2.6, onderdelen D en E, vervalt.
2°. In artikel 2.6, onderdeel O, onder 1, vervalt «20f, 20g,».
3°. Artikel 2.6, onderdeel T, onder 1 en 4, komt te luiden:
1. In het eerste lid wordt «de artikelen 21, derde lid, onderdeel b, en vierde lid,
onderdelen b en c, 25, 27 en 30» vervangen door «de artikelen 25, 27, 29a, 30, 30a,
4. In het vijfde lid (nieuw) wordt «artikel 21, derde lid, onderdeel b, en vierde lid,
onderdelen b en c, artikel 25, artikel 27, of artikel 30, derde lid,» vervangen door
«of de artikelen 25, 27, 29a, 30, derde lid, of 35».
4°. In artikel 2.15, onderdeel B, onder 1, vervalt «20ga,».
5°. In artikel 2.19 vervalt «20ga,».
ARTIKEL X
Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip,
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden
vastgesteld, met dien verstande dat de artikelen I, onderdelen F, K, M, N en O, IV
en VIII in werking treden met ingang van twee jaar na het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I, onderdelen C, E en P.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.