Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rajkowski over het bericht ‘Gestreste ondernemer is makkelijke prooi: trap niet in fraudeval’
Vragen van het lid Rajkowski (VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Gestreste ondernemer is makkelijke prooi: trap niet in fraudeval» (ingezonden 4 november 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en van Minister Adriaansens
            (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 8 december 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
            vergaderjaar 2022–2023, nr. 848.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Gestreste ondernemer is makkelijke prooi: trap niet
               in fraudeval»1?
            
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Herkent u de trend dat fraudeurs steeds geraffineerder te werk gaan waardoor ondernemers
               eerder slachtoffer zijn van phishing of gijzelsoftware? Zo ja, op welke manier worden
               ondernemers voorgelicht over deze steeds geraffineerdere manier van werken van fraudeurs?
            
Antwoord 2
            
Ja. Uit het in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat uitgevoerde
               cybersecurity onderzoek Alert Online 2022 blijkt dat 56% van de onderzochte organisaties
               in de 12 maanden voor het onderzoek met phishing te maken heeft gehad. Dergelijke
               mails zijn een veel gebruikte methode om diverse vormen van criminaliteit te plegen,
               waaronder online fraude2 en computervredebreuk. Ransomware (ook wel gijzelsoftware genoemd) betreft een specifieke
               vorm van cybercrime.3 Uit het cybersecurity onderzoek Alert Online 2022 blijkt dat ongeveer 1% van de organisaties
               met ransomware te maken kreeg. Kleinere organisaties blijken er vaker last van te
               hebben dan grotere. Van de kleine organisaties betrof het 2,4%.4
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het Digital Trust Center
               (hierna ook: DTC) opgericht met als taak het digitaal weerbaarder maken van ondernemers
               tegen toenemende cyberdreigingen. Het DTC deelt via de website, social media kanalen
               en de DTC Community de voor ondernemers relevante algemene informatie over cyberdreigingen
               en kwetsbaarheden. Bedrijfsspecifieke dreigingsinformatie wordt – proactief ongevraagd
               en in specifieke gevallen gevraagd – gedeeld met individuele bedrijven. U bent hierover
               geïnformeerd in de brief van 27 juni 2022 met betrekking tot de voortgang van de informatiedienst
               van het DTC.5 Op deze manier kunnen bedrijven snel actie ondernemen om een cyberaanval te voorkomen
               of de schade te beperken.
            
Ook verspreidt het Digital Trust Center via de DTC Community dreigingsinformatie vanuit
               het Nationaal Cyber Security Centrum (hierna ook: NCSC), zijnde onderdeel van het
               Ministerie van Justitie en Veiligheid, en biedt het DTC via dit kanaal aangesloten
               bedrijven de mogelijkheid om, in een besloten omgeving, actuele en relevante informatie
               met elkaar uit te wisselen. Voorbeelden hiervan zijn vragen, discussies of onderzoeken
               over phishing en/of ransomware.
            
Tenslotte biedt het Digital Trust Center naast de phishing-quiz die op de website
               van het DTC staat, veel laagdrempelige informatie over onder andere phishing. Met
               een verscheidenheid aan tools en content op de website en social media kanalen van
               het DTC worden ondernemers geïnformeerd over het herkennen van phishing.
            
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is coördinator van de integrale aanpak online
               fraude en de integrale aanpak cybercrime. Voorts is in beide aanpakken aandacht voor
               de voorlichting van ondernemers over phishing. In het kader van de integrale aanpak
               online fraude loopt de verkenning naar welke wijze het bedrijfsleven het beste voorgelicht
               en ondersteund kan worden om slachtofferschap te voorkomen.
            
In de Kamerbrief naar aanleiding van de moties van de leden Ephraim en Hermans van
               6 juli 20226 bent u geïnformeerd over de activiteiten om cybercrime in het midden- en kleinbedrijf
               tegen te gaan. In de Kamerbrief over de integrale aanpak van cybercrime van 4 november
               20227 is een overzicht van activiteiten van de aanpak van cybercrime opgenomen. Het informeren
               van ondernemers over maatregelen die zij kunnen nemen om geen slachtoffer te worden
               en schade te beperken, maakt daar deel van uit. Het betreft onder meer een campagne
               voor het stimuleren van multi-factorauthenticatie, de City Deal Lokale Weerbaarheid
               Cybercrime waarin gemeenten worden ondersteund door het Ministerie van Justitie en
               Veiligheid, om preventieve maatregelen te stimuleren, de factsheet Ransomware waarmee
               het NCSC en het DTC een overzicht geven van de verschillende soorten ransomware en
               maatregelen die organisaties kunnen nemen om een aanval te voorkomen, en het Incidentresponsplan
               ransomware van het NCSC met praktische handvatten om bij een ransomwareaanval adequaat
               te reageren.
            
Vraag 3
            
In hoeverre hebben ondernemers aangifte gedaan van phishing? Is hier sprake van een
               stijgende of dalende trend? Welke mogelijkheden ziet u om de aangiftebereidheid onder
               ondernemers te verhogen?
            
Antwoord 3
            
Aangiften van bedrijven worden vaak gedaan door een persoon en het bedrijf wordt niet
               altijd genoemd in de registratie. Hierdoor is het moeilijk vast te stellen hoe vaak
               ondernemers aangifte doen van phishing. Uit de aangiftecijfers van 2022 blijkt dat
               2,5% van de aangiften van phishing is gedaan door een ondernemer. Er is sinds juni
               2022 een stijgende trend te zien in het aantal aangiften van phishing door ondernemers.
               De reden hiervoor is onbekend. In het algemeen wordt een ieder aangespoord om aangifte
               te doen van een strafbaar feit. Het is mogelijk om digitaal aangifte te doen voor
               meerdere vormen van online criminaliteit waaronder phishing. Met deze optie wordt
               de drempel om aangifte te doen verlaagd.
            
Vraag 4
            
Bent u het ermee eens dat het niet altijd makkelijk is om in te schatten of je met
               een bonafide bedrijf of persoon zaken doet en contact hebt? Zo ja, welke rol zou de
               overheid hierin kunnen spelen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Ja. Fraudeurs en cybercriminelen maken namelijk gebruik van social engineering, een
               techniek waarbij misbruik wordt gemaakt van de menselijke eigenschappen zoals nieuwsgierigheid,
               vertrouwen, hebzucht, angst en onwetendheid.
            
Het Digital Trust Center, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat,
               publiceert adviezen, handelingsperspectieven en tools om de kennis bij ondernemers
               te verhogen, bijvoorbeeld door voorbeelden te geven van phishingmails. Het Ministerie
               van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Algemene Zaken verkennen welke interventies
               kunnen worden ingezet om veilig gedrag te bevorderen.
            
Meerdere partijen waarschuwen daarnaast voor verschillende vormen van online fraude
               en zetten gerichte campagnes daartoe in. Bijvoorbeeld door de Fraudehelpdesk, die
               volledig wordt gesubsidieerd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, tezamen
               met de Autoriteit Consument en Markt, de politie, het Europees Consumenten Centrum
               en de Consumentenbond waarschuwen het publiek rond Black Friday, Sinterklaas en Kerst
               voor nepwebshop en aan- en verkoopfraude met de campagne «Eerst Checken, dan bestellen».
            
Ook de Nederlandse Vereniging van Banken waarschuwt voor social engineering in de
               campagne «zo werkt een fraudeur». In deze campagne wordt de werkwijze van de fraudeurs
               uiteengezet, zodat men deze vormen van fraude snel kan herkennen.
            
Ten slotte heeft Slachtofferhulp Nederland in november een nieuwe campagne gelanceerd
               «online oplichting is een serieuze misdaad». Slachtoffers worden daarin opgeroepen
               hulp te zoeken bij Slachtofferhulp Nederland.
            
Vraag 5
            
Bent u het ermee eens dat de ondersteuning van gedupeerde ondernemers van phishing
               verbeterd moet worden? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Slachtoffer worden van phishing kan voor ondernemingen zeer ernstige gevolgen hebben.
               Daarom is het van groot belang dat ondernemers in eerste instantie zelf investeren
               in de eigen digitale veiligheid. Daarnaast is het mogelijk je te verzekeren bij een
               verzekeraar tegen schade als gevolg van cyberincidenten. Bij een cyberincident kan
               bovendien ondersteuning worden geboden door cybersecuritybedrijven. Met deze maatregelen
               kan een onderneming zelf de mogelijke schade voorkómen of beperken.
            
Er zijn verschillende instanties die ondernemers daarbij ondersteunen, zowel bij het
               voorkomen van schade als het oplossen daarvan. De Fraudehelpdesk, die volledig wordt
               gesubsidieerd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, kan adviseren en doorverwijzen
               naar instanties die specifiek verder kunnen ondersteunen. Ook kunnen gedupeerde ondernemers
               aangifte doen bij de politie. Daarnaast biedt Slachtofferhulp Nederland de individuele
               slachtoffers van phishing ondersteuning en emotionele hulp.
            
Vraag 6
            
Bent u het ermee eens dat er ook voor de telecomsector een rol weggelegd is om frauduleuze
               telefoontjes en misbruik van nummers tegen te gaan? Zo ja, bent u bereid hierover
               met de sector in gesprek te gaan en te kijken waar aanvullende maatregelen mogelijk
               zijn en de Kamer hierover te informeren?
            
Antwoord 6
            
Ja. Hierover is de Minister van Economische Zaken en Klimaat, samen met de Autoriteit
               Consument en Markt, reeds in overleg met de sector. Dit overleg vindt plaats mede
               in het kader van een wetsvoorstel voor aanscherping van het spoofingverbod, een beperking
               van het gebruik van Nederlandse nummers vanuit het buitenland en flankerende maatregelen.
               Bij de aanpak door de telecomsector wordt aangesloten bij de integrale aanpak van
               online fraude. Hierover is uw Kamer geïnformeerd met de brief van 8 juli 2022.8
Vraag 7
            
Herkent u het beeld dat de vele campagnes en trainingen onvoldoende effect lijken
               te hebben en dat het essentieel is om van jongs af aan bewust te zijn van gevaren
               van de online wereld en bent u bereid om online oplichting een prominente plek te
               geven in de pilot cyberrijbewijs voor basisscholen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt
               u de Kamer hierover informeren?
            
Antwoord 7
            
Het effect van de combinatie van bewustwordingsmaatregelen is lastig te meten. Wel
               blijkt uit onder meer het Cybersecurity onderzoek Alert Online 2022 dat bewustwording
               nog nadere aandacht behoeft. Zo komt uit dit onderzoek naar voren dat een derde van
               de medewerkers van bedrijven hun kennis over online veiligheid als (zeer) slecht tot
               matig inschat.
            
Het project Mijn cyberrijbewijs is in samenwerking met FutureNL en het Ministerie
               van Justitie en Veiligheid ontwikkeld. Dit project maakt deel uit van de inspanningen
               om bewustwording te vergroten bij de jeugd. Begin oktober is de interventie Mijn Cyberrijbewijs
               gelanceerd: een gratis lesprogramma voor groep 7 en 8 van het primair onderwijs. Online
               oplichting krijgt hierin als fenomeen, een prominente plek. Naast kennis over schadelijke
               fenomenen geeft de verkenning «Online Ontspoord»9  van het Rathenau Instituut aanknopingspunten om digitale weerbaarheid onder van
               doelgroep verder te ontwikkelen. In dit onderzoek zijn 18 mechanisme in kaart gebracht
               die ervoor zorgen dat online gedrag sneller ontspoort dan in het fysieke domein. Mijn
               Cyberrijbewijs maakt jonge mensen bewust van deze mechanismes en de online risico’s.
            
Het ECP Platform voor de Informatiesamenleving vormt daarnaast samen met het expertisecentrum
               voor Online Kindermisbruik en het Netwerk Mediawijsheid Safer Internet Center voor
               kinderen een nationale invulling van de Europese strategie voor een beter internet
               voor kinderen. In het netwerk kijken overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties
               hoe kinderen en jongeren op een veilige manier de digitale wereld kunnen betreden,
               bijvoorbeeld met lespakketten voor scholen of speciale uitgaven van de Donald Duck,
               de zogenaamde Digiducks.
            
Vraag 8
            
Welke belemmeringen ervaart de Fraudehelpdesk om ondernemers en burgers zo goed mogelijk
               te kunnen informeren over malafide personen, websites en bedrijven? Bent u bereid
               deze weg te nemen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Bij de Fraudehelpdesk, die volledig wordt gesubsidieerd door het Ministerie van Justitie
               en Veiligheid, kunnen slachtoffers melding maken van fraude en oplichting. De Fraudehelpdesk
               biedt voorlichting en verwijst slachtoffers zo nodig door voor hulp en het doen van
               aangifte. De Fraudehelpdesk wil voor een goed onderbouwd advies aan melders gegevens
               kunnen verwerken, zoals telefoonnummers, sms en mogelijk malafide links. De Fraudehelpdesk
               heeft hiervoor een vergunning aangevraagd, maar de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
               heeft de aanvraag afgewezen. De Fraudehelpdesk heeft hiertegen beroep ingesteld. Dit
               is nog onder de rechter.
            
Het is belangrijk dat relevante gegevens gedeeld kunnen worden, bijvoorbeeld over
               modus operandi. Zoals aangegeven in de brief van 8 juli jl. verkent het Ministerie
               van Justitie en Veiligheid o.a. met meldpunten, waaronder de Fraudehelpdesk, hoe we
               dit binnen de kaders van de AVG vorm kunnen geven.
            
Vraag 9
            
Bent u het ermee eens dat landen als België een zeer interessante aanpak hebben in
               het voorkomen van phishing door informatie over malafide websites snel binnen te halen
               en te verspreiden en daarmee slachtoffers te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
               kunt u de Kamer informeren hoe u lessen gaat trekken van andere landen en daarmee
               Nederlanders een stukje veiliger houdt?
            
Antwoord 9
            
Ja. Zoals gemeld in de bijlage bij de Kamerbrief over de integrale aanpak van cybercrime
               van 4 november jl. verkent het Ministerie van Justitie en Veiligheid, tezamen met
               het NCSC of een «anti-phishing-schild» naar Belgisch voorbeeld ook in Nederland kan
               worden opgezet. Daarmee zou het mogelijk worden criminele links in berichten te melden
               om deze vervolgens onschadelijk te maken, dan wel van een waarschuwing te voorzien.
               Dit zou het slachtofferschap van phishing en daaropvolgende delicten kunnen tegengaan.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  
, - 
              
                  Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.