Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Inge van Dijk en Amhaouch over het bericht 'Terwijl Amerikanen zwaar materieel aanvoeren voor de oorlog, verkopen EU-staten havens aan China'
Vragen van de leden Inge van Dijk en Amhaouch (beiden CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Terwijl Amerikanen zwaar materieel aanvoeren voor de oorlog, verkopen EU-staten havens aan China» (ingezonden 1 november 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Ministers
            van Economische Zaken en Klimaat, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
            en van Justitie en Veiligheid (ontvangen 7 december 2022).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Terwijl Amerikanen zwaar materieel aanvoeren voor de
               oorlog, verkopen EU-staten havens aan China»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat China of bedrijven uit China inmiddels in 22 Europese havens een belang
               hebben?
            
Antwoord 2
            
Het kabinet is op de hoogte van het feit dat Chinese partijen belangen verwerven en
               hebben verworven in Europese zee- en binnenhavens. Een volledig overzicht met de exacte
               belangen van Chinese partijen per Europese haven is echter niet aanwezig.
            
Vraag 3
            
Heeft u inzicht in de belangen van China of Chinese bedrijven in de Nederlandse havens
               Rotterdam, Amsterdam, North Sea Ports en Groningen Seaportsm, waarbij met havens wordt
               bedoeld niet alleen het havenbedrijf, maar ook bedrijven die binnen het havengebied
               actief zijn, zoals containerterminals, railterminals en andere bedrijven? Kunt u hiervan
               per haven een overzicht verstrekken? Zijn er in Nederland ontwikkelingen soortgelijk
               aan de situatie in Hamburg waarvan u op de hoogte bent?
            
Antwoord 3
            
De havenbedrijven van de havens van Rotterdam, Moerdijk, Amsterdam, North Sea Port
               en Groningen Seaports zijn in handen van Nederlandse publieke aandeelhouders. Dat
               geldt ook voor de overige fysieke hoofdinfrastructuur van Nederland zoals het hoofdwegennet,
               vaar- en spoorwegen. De fysieke publieke infrastructuur van Nederland is daarmee in
               publiek bezit. Binnen de havengebieden zijn bedrijven die (voor een deel) in eigendom
               zijn van Chinese partijen. Het kabinet houdt dit niet per haven bij. Wel heeft de
               Erasmus universiteit in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
               in 2021 onderzoek gedaan naar de invloed van China in de logistiek in de voor Nederland
               belangrijkste goederenstromen2. Uit dat onderzoek blijkt dat er geen dominantie is van Chinese spelers in de onderzochte
               ketens afgezien van de ketens rond containers. Daarin zien we een sterke aanwezigheid
               van Chinese bedrijven, vooral in de deepsea containerterminal sector in Rotterdam.
               Daar wordt zo’n 12 miljoen TEU3 van de huidige capaciteit van 16,4 miljoen TEU overgeslagen via terminals die in
               handen zijn van Chinese bedrijven.
            
Vraag 4
            
Hebben Europese bedrijven en/of staatsdeelnemingen in de praktijk de mogelijkheden
               om mede-eigenaar te worden van Chinese havenbedrijven of substantieel te participeren
               in (bedrijven in) Chinese havens?
            
Antwoord 4
            
Het is voor Europese bedrijven moeilijk mede-eigenaar te worden van Chinese havenbedrijven
               of substantieel te participeren in bijvoorbeeld terminals. Volgens contacten bij het
               Chinese Ministerie van Transport zijn er geen formele restricties op buitenlandse
               investeringen in deze sector. Er zijn dan ook meerdere voorbeelden van bedrijven die
               aandelen kochten in Chinese havens, zoals het Deense bedrijf Maersk dat in 2017 deed
               in de haven van Ningbo. Daarnaast is een groot deel van de haven in Hongkong in bezit
               van private ontwikkelaars die op hun beurt buitenlandse investeringen toestaan. In
               de praktijk blijkt echter in bredere zin dat het voor buitenlandse investeerders moeilijk
               is om de Chinese markt te betreden, zelfs als er geen formele wet- en regelgeving
               bestaat om die investeringen te weren. Waar activiteiten in Chinese havens overheidsopdrachten
               betreffen en Europese bedrijven restricties ervaren in de toegang hiertoe, dan zou
               de EU ook gebruik kunnen maken van het Internationaal Aanbestedingsinstrument (IPI)
               om in te zetten op wederkerigheid in markttoegang.
            
Vraag 5
            
Hoe kijkt u in algemene zin aan tegen de balans tussen het waarborgen van de open
               markt en eerlijke concurrentie enerzijds, en het beschermen van strategische belangen
               anderzijds? Deelt u de mening dat het beschermen van strategische belangen en het
               borgen van onze strategische autonomie steeds belangrijker wordt?
            
Antwoord 5
            
Een open markt en eerlijke concurrentie zijn belangrijke randvoorwaarden van de internationale
               economie, en cruciaal voor de Nederlandse welvaart. Het levert een belangrijke bijdrage
               aan de Nederlandse innovatiepositie, het concurrentievermogen en een goed ondernemersklimaat.
               Daarbij zijn afhankelijkheden van andere landen een gegeven, aangezien geen enkel
               land beschikt over alle kennis, technologie en productiemiddelen om onafhankelijk
               te opereren. Een open markt en eerlijke concurrentie zijn dan ook belangrijke randvoorwaarden
               van de internationale economie, en cruciaal voor de Nederlandse welvaart. Het levert
               een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse innovatiepositie, het concurrentievermogen
               en een goed ondernemersklimaat.
            
Verschuivende geopolitieke verhoudingen zetten het open wereldwijde economisch systeem
               en het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem echter in toenemende mate
               onder druk. Ook zien we dat landen in toenemende mate bereid zijn om economische invloed
               in te zetten als geopolitiek wapen4. Deze ontwikkelingen kunnen grote gevolgen hebben voor de veiligheid en open strategische
               autonomie van de EU en van Nederland. Daarom kijkt het kabinet steeds nauwkeuriger
               naar risicovolle strategische afhankelijkheden, van Rusland, van China en van andere
               derde landen, en naar het mitigeren van risico’s voor onze nationale veiligheid en
               andere publieke belangen. Hierover bent u recentelijk5 geïnformeerd middels een Kamerbrief over de kabinetsbrede inzet ten aanzien van open
               strategische autonomie waarvan het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden
               een van de hoofdthema’s is. In het kader weerbaarheid tegen statelijke dreigingen
               wijs ik u ook graag op de aanpak statelijke dreigingen.6 Het bevorderen en beschermen van de economische veiligheid maakt daar onderdeel van
               uit. Het kabinet pakt hiermee de kwetsbaarheid aan van vitale processen voor onder
               andere sabotage en ongewenste invloed van buitenlandse actoren.
            
Vraag 6
            
Kunt u de vierde vraag ook beantwoorden specifiek voor de situatie van de Europese
               havens en toenemende belangen van China in deze havens?
            
Antwoord 6
            
Ik kan deze vraag niet voor alle Europese lidstaten beantwoorden. Wat de Nederlandse
               situatie betreft, is de lijn dat het aandeelhouderschap van de Nederlandse havenbedrijven
               in publieke handen moet blijven om voldoende regie en sturing te kunnen houden op
               havenbeheer om daarmee de vitale maatschappelijke en economische belangen van de havens
               voor ons land te kunnen bewaken. Wel zijn er binnen de havengebieden bedrijven die
               (voor een deel) in eigendom zijn van Chinese partijen. Met name in de logistiek rond
               containers is er een sterke aanwezigheid van Chinese bedrijven (zie ook het antwoord
               op vraag 3).
            
Vraag 7
            
Behoren de Nederlandse havens volgens u tot de vitale/kritieke infrastructuur waar
               de risico’s van de Chinese economische aanwezigheid het grootst zijn?
            
Antwoord 7
            
Op dit moment is wat betreft de Nederlandse zeehavens de divisie Havenmeester van
               het Havenbedrijf Rotterdam aangemerkt als aanbieder van een vitaal proces, namelijk
               de vlotte en veilige afwikkeling van het scheepvaartverkeer. In de EU wordt gewerkt
               aan de herziening van regelgeving m.b.t. het verhogen van de weerbaarheid van vitale
               infrastructuur (te weten de NIS 2 en CER-richtlijn)7, waarna naar verwachting meer havens en havenfaciliteiten zullen worden aangemerkt
               als essentiële of belangrijke entiteit8 en daarmee onderdeel van de vitale infrastructuur worden. Over de implementatie van
               de NIS2- en CER-richtlijn en de versterkte aanpak vitaal wordt u begin volgend jaar
               geïnformeerd.
            
Ik ben van mening dat het essentieel is dat onze havens hun belangrijke maritiem-logistieke
               functie voor onze economie onafhankelijk en veilig kunnen uitoefenen. Waar de Chinese
               (economische) aanwezigheid dat belang in gevaar brengt dient actie genomen te worden.
               In dat kader verwijs ik naar een scenario-onderzoek dat recentelijk is uitgevoerd
               in opdracht van het China Kennisnetwerk9 en mijn ministerie. Dit onderzoek laat zien dat zowel het behouden van een prominente
               hub functie voor de Nederlandse zeehavens als het beschermen van strategische bewegingsruimte
               onder druk staat als gevolg van de Chinese invloed. Dit vraagt nu en in de toekomst
               om een zorgvuldige afweging tussen economisch belang, open strategische autonomie
               en nationale veiligheid. Het is daarbij belangrijk om te blijven bezien of het instrumentarium
               dat voorhanden is om risico’s te voorkomen of te verminderen, afdoende is. Afstemming
               met onze buurlanden en de Europese Commissie is daarbij tevens essentieel.
            
Vraag 8
            
Hoe werkt u in Europa samen om de havens te beschermen tegen de toenemende (politieke)
               invloed van China en Chinese bedrijven? Deelt u de mening dat Nederland hierin het
               voortouw moet nemen, gezien de aanwezigheid en het belang van de grote havens in Nederland?
            
Antwoord 8
            
Ik deel uw mening dat voorkomen moet worden dat China haar belangen in de Europese
               havens kan gebruiken voor politieke doeleinden. Het Ministerie van I&W heeft reeds
               het voortouw genomen door zowel met de Europese Commissie als met Duitsland de problematiek
               aan te kaarten en te bespreken.
            
Vraag 9
            
Bent u bereid om in Europees verband te pleiten voor een Europese havenstrategie,
               om ervoor te zorgen dat lidstaten gezamenlijk optrekken en niet tegenover elkaar komen
               te staan in het beschermen van de belangen van Europese havens?
            
Antwoord 9
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8, zijn er reeds gesprekken met de Europese
               Commissie en Duitsland. Samen met Duitsland spreek ik ook met Frankrijk en België
               en wil ik in Brussel pleiten voor een gezamenlijke Europese aanpak voor het beschermen
               van de Europese zeehavens.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie - 
              
                  Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.