Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over windmolenverzet in Brielle
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Klimaat en Energie over windmolenverzet in Brielle (ingezonden 3 november 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 7 december 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het massale protest in Brielle tegen de komst van twee gigantische
windmolens?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met de gestarte petitie tegen de komst van twee windmolens in de gemeente
Brielle.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de normen waarop windmolenprojecten worden getoetst
in 2021 door het Europese Hof van Justitie buiten werking zijn gesteld, omdat ze niet
voldoen aan Europese wet- en regelgeving en dat het Europese Hof heeft bepaald dat
de gezondheid van mens en dier onvoldoende is gewaarborgd met de in Nederland gehanteerde
normen? Zo ja, kunt u alle windmolenptojecten op land per direct stopzetten omdat
u altijd wijst het belang van Europese wet- en regelgeving? Graag een gedetailleerd
antwoord.
Antwoord 2
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft
in haar uitspraak van 30 juni 2021 geoordeeld dat de algemene regels voor windturbines
in het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) en de bijbehorende Activiteitenregeling
milieubeheer (Arm) voor windturbineparken (windturbinebepalingen) buiten toepassing
moeten worden gelaten vanwege een procedurefout bij de totstandkoming ervan. Voor
deze algemene regels had op grond van EU-recht een planmilieueffect-rapport (plan-MER)
moeten worden gemaakt. De Afdeling heeft zich alleen uitgesproken over de procedure,
maar niet over de inhoud van de regels. Ik heb u eerder, mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), geïnformeerd over de gevolgen van deze uitspraak
en het proces om te komen tot nieuwe landelijke milieunormen voor windturbines op
basis van een plan-MER (Kamerstuk 33 612, nr. 80 en 33 612, nr. 76).
Met de Regionale Energiestrategieën is het aan de regio’s om een afweging te maken
waar nieuwe windparken en/of zonneparken komen. Dit gebeurt door middel van een zorgvuldig
proces. Als gevolg van de uitspraak is het nu aan bevoegde gezagen om zelf vast te
stellen en te onderbouwen welke milieunormen zij bij hun besluitvorming hanteren.
Zij maken in dat verband een eigenstandige specifieke afweging om te bepalen wat voor
de betreffende locatie een aanvaardbaar milieubeschermingsniveau is. Ik zie dat decentrale
overheden dit zeer zorgvuldig doen.
Eigen normen van decentrale overheden dienen goed onderbouwd te worden, onder andere
op basis van de wetenschappelijke kennis over windenergie en gezondheid. Deze kennisbasis
wordt door het RIVM, via het Expertisepunt Windenergie en Gezondheid, regelmatig aangevuld
met relevant (internationaal) onderzoek.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat op basis van nieuwe Europese normen in Denemarken en
Duitsland geen windmolens van deze grootte zo dichtbij woongebieden geplaatst worden,
ook niet als zij los staan? Zo ja, wilt u ook om deze reden alle windmolenprojecten
op land stilzetten? Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord 3
Ik ben bekend met de verschillende afstandsnormen die gelden binnen Europa, zo ook
de geldende normen in Denemarken en Duitsland. Uit het onderzoek naar afstandsnormen,
waarover ik u eerder heb geïnformeerd, blijkt dat in de acht onderzochte landen op
verschillende manieren milieu en afstandsnormen zijn vorm gegeven (Kamerstuk 33 612, nr. 80). Nederland en het Verenigd Koninkrijk hanteren geen landelijke afstandsnorm. Andere
landen hebben verschillende afstandsnormen. In landen met een afstandsnorm is deze
afstandsnorm meestal ingesteld om de visuele impact van windturbines te beperken.
Voor het (aanvullend) reguleren van windturbinegeluid hanteren alle acht onderzochte
landen geluidsnormen, waarbij er ook grote verschillen zijn tussen de landen. De verschillen
zitten zowel in de wijze van normering, als in het beschermingsniveau dat wordt geboden.
In Nederland zijn de gezondheidseffecten van windturbines tot nu toe gereguleerd met
normen voor geluid, externe veiligheid en slagschaduw. Voor de toekomst werkt de Staatssecretaris
van IenW aan nieuwe landelijke milieunormen op basis van een plan-MER. Begin 2023
zal het plan-MER en de ontwerpAMvB voor het publiek ter inzage worden gelegd. Rond
het zomerreces van 2023 zal de Staatssecretaris van IenW het plan-MER en de ontwerpAMvB
aan de Kamer sturen. Het rapport over afstandsnormen wordt betrokken in het plan-MER
en bij het opstellen van de AMvB.
Vraag 4
Vindt het acceptabel om ten faveure van de natte klimaatdroom een loopje te nemen
met de volksgezondheid? Zo ja, wat zegt u tegen al die mensen die overlast ervaren
van knipperende verlichting, geluid en slagschaduw voor omwonenden?
Antwoord 4
Allereerst merk ik op dat de woordkeuze van dhr. Van Haga niet getuigd van het fatsoen
en respect waarmee leden van Kamer en kabinet elkaar horen te bejegenen. Ik beantwoord
de vraag, omdat ik de zorgen van mensen in Brielle serieus neem, maar wil dhr. Van
Haga verzoeken zich voortaan in fatsoenlijker woorden uit te laten.
Windmolens op land produceren schone energie, maar veroorzaken ook hinder, zoals geluid
en slagschaduw. Ik vind het daarom belangrijk dat bij vergunningverlening voor windturbines
alle effecten op een zorgvuldige manier worden afgewogen. In afwachting van landelijke
normen voor milieuaspecten kunnen bevoegde gezagen vergunningen op basis van een lokale
milieubeoordeling milieuvoorschriften opnemen in de omgevingsvergunning milieu en
het bestemmingsplan om milieubescherming te bieden voor omwonenden. Daarbij hebben
belanghebbenden bij vergunningverlening de mogelijkheid hun zienswijze kenbaar te
maken.
De gezondheidseffecten als gevolg van windturbines worden serieus genomen. Bij het
opstellen van beleid worden de meest recente relevante wetenschappelijke inzichten
over gezondheidseffecten betrokken. Daarom actualiseren we de bestaande kennisbasis
met betrekking tot windturbines en gezondheidsrisico’s. Hierover heb ik u op 6 juli
2022 geïnformeerd (Kamerstuk 32 812, nr. 76). We richten ons op het waarborgen van een goede bescherming van omwonenden en omgeving
en het daarnaast mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen zoals windparken voor schone
energie.
De knipperende verlichting bij bestaande windturbines (hoger dan 150 meter) is nodig
voor de luchtvaartveiligheid. Om de effecten voor omwonenden te verkleinen, wordt
gewerkt aan naderingsdetectie. Naderingsdetectie maakt het mogelijk dat de verlichting
alleen gaat branden als een luchtvaartuig de windmolen nadert. Naar verwachting zal
het gebruik van naderingsdetectiesystemen voor windparken verankerd worden op 1 januari
2024 in de Omgevingswet. In de tussenliggende periode wordt vooruitlopend op wettelijke
verankering invoeren van naderingsdetectie mogelijk gemaakt. Daarvoor is per project
toestemming van de ILT vereist (Kamerstuk 32 813, nr. 1085). Samen met provincies, gemeenten en de windsector vind ik het van belang dat de
ervaren hinder zo veel mogelijk wordt beperkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.