Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pouw-Verweij over fysiotherapeutische zorg die medisch noodzakelijk is, maar die niet in het basispakket zit
Vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over fysiotherapeutische zorg die medisch noodzakelijk is, maar die niet in het basispakket zit (ingezonden 31 oktober 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 7 december
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 775.
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat ouderen met een basisverzekering zelf fysiotherapie moeten
betalen en daarvan afzien, hoewel deze onmisbaar is voor hun medische welbevinden?
Antwoord 1
Ja, hier ben ik mee bekend. Wel wordt hun fysiotherapie (of oefentherapie) vanaf de
21e behandeling vergoed vanuit de basisverzekering als het fysio- of oefentherapie betreft
voor een aandoening op de chronische lijst. Fysio- en oefentherapie tot en met de
20e behandeling kan vergoed worden vanuit een aanvullende verzekering, en in sommige
gevallen vanuit de gemeentepolis.
Vraag 2
Deelt u de veronderstelling dat het tijdig verlenen van fysiotherapeutische zorg kosten
kan besparen die ontstaan door zorgmijding?
Antwoord 2
Ja ik deel uw veronderstelling. Het tijdig verlenen van fysio- en oefentherapeutische
zorg kan eventuele toekomstige kosten besparen door het voorkomen van (duurdere) zorg
in het ziekenhuis. Mits de zorg van de fysio- of oefentherapeut aantoonbaar effectief
is. Aanwijzingen voor het voorkomen van (duurdere) zorg komen ook naar voren in recent
gepubliceerde onderzoeken (Ecorys1, Equalis2 en SiRM3). Dit wordt bevestigd uit monitoring door het Zorginstituut4. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat mensen met claudicatio intermittens (etalagebenen)
minder ziekenhuiszorg nodig hebben als zij gesuperviseerde looptherapie ontvangen.
Vraag 3 en 4
Is het mogelijk om te bezien of de huisarts en/of specialist in overleg met de fysiotherapeut
een behandelplan kan opstellen dat ook onder de basisverzekering valt (Duitse systeem),
wat de medische situatie van een patiënt ten goede komt, zorgmijding voorkomt en over
het geheel genomen uiteindelijke kostenbesparend werkt?
Is het mogelijk om hiermee een pilot te starten in het kader van de transformatiemiddelen
uit het Integraal Zorgakkoord, om zo te bezien hoe de kloof tussen niet vergoede fysiotherapie
in de zorgpolis en fysiotherapeutische behandelingen die volgens de huisarts en/of
specialist wel nodig zijn, kan worden overbrugd?
Antwoord 3 en 4
Fysiotherapie is een zelfstandig beroep volgens artikel 3 wet BIG en fysiotherapeuten
stellen zelf behandelplannen op.
Ik ben daarom geen voorstander van een vergelijkbaar systeem als in Duitsland, waarbij
we artsen weer een rol geven in het bepalen van het fysiotherapeutische behandelplan.
Er zijn diverse ontwikkelingen om de inzet van de fysiotherapeut verder te verbreden
en daarmee passende zorg te bevorderen. Denk hierbij aan de pilot directie doorverwijzing,
waarbij gekeken wordt of fysiotherapeuten kunnen doorverwijzen naar de medisch specialist.
Verder denk ik ook aan de inzet van fysiotherapeuten met aanvullende kwaliteitseisen,
zoals Extended Scope Specialisten, die huisartsen kunnen adviseren over aanvullende
onderzoeken en doorverwijzing. Dit soort ontwikkelingen kunnen bijdragen aan een sterkere
eerstelijnszorg waarbij alle professionals zo optimaal mogelijk worden ingezet. In
het IZA zetten we daarop in.
Om de inzet van de fysio- en oefentherapeut te ondersteunen, vind ik het belangrijk
dat er gekeken wordt naar wat een passende aanspraak voor fysio- en oefentherapeutische
zorg is. Het Zorginstituut heeft daarom een opdracht voor het traject «Naar een passende
aanspraak voor eerstelijns fysio- en oefentherapie» gekregen5. Op 20 mei 2022 informeerde ik de Kamer over de stand van zaken6. Op dit moment werken de beroepsgroepen KNGF, SKF en VvOCM intensief samen met ZN
en de Patiëntenfederatie aan de ontwikkeling van het Kwaliteitskader Fysio- en Oefentherapie.
Ook de NZa is aangesloten bij dit traject. Mede op basis van het kwaliteitskader zal
het Zorginstituut advies uitbrengen over een geschikte vormgeving van de aanspraak
van eerstelijns fysio- en oefentherapie in de basisverzekering, daarbij rekening houdend
met de uitgangspunten van passende zorg. Met als doel om per 1 januari 2025 een passende
aanspraak te realiseren voor fysio- en oefentherapie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.