Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij en Stoffer over het bericht ‘Kwart van gecontroleerde truckers bij bloemenveiling Aalsmeer zit mogelijk met drugs op achter het stuur’
Vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Stoffer (SGP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Kwart van gecontroleerde truckers bij bloemenveilig Aalsmeer zit mogelijk met drugs op achter het stuur» (ingezonden 11 november 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 5 december 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de inhoud van het bericht «Kwart van gecontroleerde truckers bij
bloemenveilig Aalsmeer zit mogelijk met drugs op achter het stuur»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Door deel te nemen aan het verkeer onder invloed van drugs, brengen bestuurders zichzelf
en andere verkeersdeelnemers in groot gevaar. Dat is onacceptabel. Rijden onder invloed
van drugs is strafbaar op basis van artikel 8 van de Wegenverkeerswet. Het is dan
ook een zorgelijk bericht dat een aantal van de gecontroleerde truckers in Aalsmeer
een positieve uitslag van de speekseltest had die door de politie is afgenomen. Het
kabinet zet zich in voor een effectieve aanpak van rijden onder invloed van drugs.
Vraag 3
Gaat dit soort controles bij truckers vaker plaatsvinden nu bij bovengenoemde steekproef
bleek dat er een hoog percentage truckers onder invloed van drugs rondreed?
Antwoord 3
De politie – die drugscontroles in het verkeer uitvoert door middel van speekseltesten
– is doordrongen van het gevaar van het rijden onder invloed van welke rijgevaarlijke
stof dan ook. De handhaving op drugsgebruik in het verkeer heeft dan ook doorlopend
de nadrukkelijke aandacht. Controles op drugs in het verkeer vinden risico gestuurd
plaats en ervaringen als deze bij de bloemenveiling in Aalsmeer, kunnen bijdragen
aan het in de toekomst uitvoeren van specifieke controles gericht op deze doelgroep.
Het initiatief daartoe en de prioritering daarvan ligt binnen de regionale eenheden
van de politie en is onderdeel van keuzes die lokaal worden gemaakt aangaande politie-inzet.
Er wordt op landelijk niveau geen prioritering gemaakt in controles aangaande specifieke
doelgroepen, zoals truckers.
Vraag 4
Kunt u aangeven in hoeverre in de afgelopen jaren drugscontroles onder truckers hebben
plaatsgevonden? Is dit hoge percentage drugsgebruik onder truckers vergelijkbaar met
resultaten van eerdere controles?
Antwoord 4
De politie registreert informatie over de individuele verdachten in het kader van
drugscontroles in het verkeer, niet over beroepsgroepen of voertuigen.
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u nog voor het boeken van tijdwinst bij de uitvoering van
drugscontroles, zodat in eenzelfde tijdsbestek meer chauffeurs gecontroleerd kunnen
worden? Wordt hier onderzoek naar gedaan?
Antwoord 5
De speekseltester waar de politie mee is uitgerust sinds de inwerkingtreding van de
wet drugs in het verkeer in 2017 geeft binnen enkele minuten een positief of negatief
resultaat, maar is slechts een preselectiemiddel.
De speekseltest laat zien of er sporen van drugs in het speeksel aanwezig zijn en
geeft een indicatie of de wettelijk vastgelegde grenswaarde daarmee overschreden wordt.2 Na een positieve speekseltest is een bloedonderzoek nodig om na te gaan of de wettelijk
gestelde grenswaarde daadwerkelijk is overschreden en hoe hoog die overschrijding
exact is. Voor het afnemen van een bloedmonster dient elke betrokken verdachte te
worden aangehouden en overgebracht naar een politiebureau. De uitslag van het in een
laboratorium onderzochte bloed dient als wettig bewijs voor rijden onder invloed,
de indicatie van de speekseltest niet. De termijnen voor het bloedonderzoek zijn vastgelegd
in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Daarin is vastgelegd
dat het bloedonderzoek plaatsvindt binnen vier weken nadat het lab het bloed heeft
ontvangen en dat de politie de bestuurder binnen een week na ontvangst van de uitslag
informeert over de uitkomst. Op dit moment wordt de wet drugs in het verkeer van 2017
geëvalueerd. De evaluatie zal meer inzicht verschaffen in de effectiviteit van de
handhaving op drugsgebruik in het verkeer en mogelijke verbeterpunten daarin identificeren.
De Kamer wordt over de uitkomsten van de evaluatie geïnformeerd in het najaar van
2023.
Vraag 6
Wat gebeurt er met de truckers waarvan na onderzoek blijkt dat zij met drugs achter
het stuur zitten? Wordt er bij sanctietoepassing rekening gehouden met het feit dat
zij van hun rijbewijs afhankelijk zijn in de uitoefening van hun werk? Wordt daarbij
ook rekening gehouden met het feit dat zij voertuigen besturen die meer dan gemiddelde
impact hebben op de grootte van een eventueel verkeersongeval?
Antwoord 6
De politie is bevoegd op grond van artikel 162 Wegenverkeerswet 1994 om na een positieve
speekseltest en daaropvolgende bloedafname een rijverbod op te leggen aan de bestuurder
voor de duur van maximaal 24 uur. Dit rijverbod is bedoeld om directe verdere gevaarzetting
te voorkomen. In gevallen waarin na analyse van het bloed in een laboratorium blijkt
dat een bestuurder van een vrachtauto onder invloed van drugs de vrachtauto heeft
bestuurd, zal de politie proces-verbaal opmaken en het proces-verbaal insturen naar
het Openbaar Ministerie (hierna: OM). Het OM zal een vervolgingsbeslissing nemen.
In de Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en
rijden tijdens een rijverbod3 is een aparte tabel opgenomen voor bestuurders van vrachtauto’s en autobussen, omdat
de gevaarzetting bij rijden onder invloed in die gevallen groter is. Het OM eist bij
bestuurders van een vrachtauto volgens de richtlijn in beginsel een onvoorwaardelijke
ontzegging van de rijbevoegdheid. Ook bij first offenders en enkelvoudig gebruik.
Bij bestuurders van personenvoertuigen is dat niet het geval. In die gevallen eist
het OM op grond van de richtlijn bij first offenders en enkelvoudig gebruik een geldboete.
Bij de sanctietoepassing – in het geval van het OM de strafeis of hoogte van de OM-strafbeschikking,
wordt altijd rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
in kwestie. Die omstandigheden kunnen ook de noodzaak van het rijbewijs voor de uitoefening
van zijn of haar werk raken. In die gevallen waarin geen of een lagere onvoorwaardelijke
rijontzegging wordt geëist, dan wel niet bij OM-strafbeschikking wordt opgelegd, zal
dit vaak wel leiden tot een hogere boete of taakstraf. Naast het strafrechtelijke
traject, dient de politie in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving een mededeling
drugs uit te brengen aan het CBR. Het CBR beoordeelt deze mededeling en legt vervolgens
conform wet- en regelgeving een geschiktheidsonderzoek drugs op. In dit medisch-psychiatrisch
onderzoek kijkt een psychiater of er al dan niet sprake is van misbruik van drugs.
Als er sprake is van misbruik, dan verklaart het CBR de bestuurder «niet rijgeschikt»
en wordt zijn rijbewijs ongeldig. Verder wordt op korte termijn een Educatieve Maatregel
Drugs ingevoerd. Deze maatregel is gericht op het voorkomen van recidive door gedragsverandering.
Beide bestuursrechtelijke maatregelen gelden voor elke rijbewijshouder. Er wordt dus
geen rekening gehouden met de mate van afhankelijkheid van het rijbewijs voor bijvoorbeeld
werk.
Vraag 7
Wordt er onderzoek gedaan naar de oorzaken van het hoge percentage drugsgebruik onder
truckers?
Antwoord 7
Nee, er wordt niet specifiek onderzoek gedaan naar de oorzaken van het hoge percentage
drugsgebruik onder truckers.
Vraag 8 en 9
In hoeverre werkt u samen met private ondernemingen zoals de bloemenveiling en transportbedrijven
om bewustzijn te creëren omtrent drugsgebruik in het verkeer en in hoeverre worden
deze bedrijven verantwoordelijk gehouden voor de aanpak daarvan?
Bent u bereid om in het kader van verkeersveiligheid breed in te zetten op een publiekscampagne
om drugsgebruik in het verkeer omlaag te brengen?
Antwoord 8 en 9
Werkgevers zijn medeverantwoordelijk voor de gezondheid, veiligheid en welzijn van
werknemers. Werkgevers kunnen inzetten op preventie van drugsgebruik door het opstellen
van een alcohol, drugs en medicijnenbeleid4 binnen het bedrijf. Er is er op dit moment vanuit de ministeries van Infrastructuur
en Waterstaat en Justitie en Veiligheid geen concrete samenwerking met private ondernemingen
om bewustzijn rondom drugsgebruik in het verkeer te vergroten. Voor wat betreft de
vraag over een publiekscampagne om drugsgebruik in het verkeer omlaag te brengen,
is onlangs een Communicatie Activatie Strategie Instrument (CASI)-traject afgerond
waarbij het advies is om geen brede publieksvoorlichtingscampagne te voeren tegen
middelengebruik in het verkeer. De doelgroepen en de uitwerking van de middelen zijn
daarvoor te verschillend. Uw Kamer is hierover geïnformeerd door de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat in de Kamerbrief Rijden onder Invloed in Nederland en uitvoering motie
lid Eerdmans.5
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.