Lijst van vragen : Lijst van vragen over het meerjarenplan Zelfbeschikking 2022-2025 (Kamerstuk 35341-17)
2022D51391
LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 4 november
2022 inzake het Meerjarenplan Zelfbeschikking 2022–2025 (Kamerstuk 35 341, nr. 17).
De voorzitter van de commissie,
Kuzu
De griffier van de commissie,
Van den Broek
Nr
Vraag
1
Klopt het dat de genoemde acties in het meerjarenplan in het kader van inburgering
en integratie staan?
2
Wat is de exacte doelgroep van het meerjarenplan en de daarin opgenomen actielijnen?
3
Wie bepaalt op welke groepen wordt ingezet bij de verschillende actielijnen?
4
Hoe wordt bepaald op welke groepen wordt ingezet bij de verschillende actielijnen?
5
Klopt het dat de genoemde acties in het meerjarenplan zich richten op mensen met een
migratieachtergrond en niet op autochtone Nederlanders?
6
Welke maatschappelijke organisaties zijn betrokken geweest bij de opzet van het meerjarenplan
zelfbeschikking en hoe bent u gekomen tot deze selectie?
7
Wat zijn de streefcijfers en doelen van het meerjarenplan zelfbeschikking?
8
Hoeveel vrouwen en meisjes worden naar schatting onderdrukt in gesloten gemeenschappen?
Hoeveel van deze vrouwen en meisjes zijn in beeld?
9
Hoeveel gevallen van schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang, achterlating, vrouwelijke
genitale verminking of eergerelateerd geweld hebben zich voorgedaan in 2021? Kan dit
worden afgezet tegen voorgaande jaren? Hoeveel gevallen hiervan zijn in beeld bij
instanties?
10
Kunt u een overzicht geven van alle initiatieven, projecten en plannen die worden
ingezet voor het versterken van de positie van vrouwen en meisjes binnen gesloten
gemeenschappen?
11
Kunt u dit overzicht ook geven voor lhbtiq+ personen binnen gesloten gemeenschappen?
Met welke (maatschappelijke) organisaties wordt hier samengewerkt?
12
Welke acties zijn afgelopen twee jaar (2022, 2021) ingezet om specifiek de financiële
zelfstandigheid van vrouwen in afhankelijkheidsrelaties in gesloten gemeenschappen
te bevorderen? Kunt u deze acties afzetten tegen de inzet van voorgaande jaren?
13
Welke maatregelen worden op dit moment genomen om vrouwenbesnijdenis te voorkomen?
14
Kunnen de meldingen van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap van
het afgelopen jaar worden afgezet tegen de voorgaande jaren? Is er sprake van een
toename?
15
Welke maatregelen en concrete stappen worden ingezet om de arbeidsmarktkansen- en
posities van vrouwen met een migratieachtergrond te vergroten?
16
Met welke maatschappelijke organisaties wordt de samenwerking gezocht om gesloten
gemeenschappen goed te bereiken en om een mentaliteitsverandering van binnen uit te
bewerkstelligen?
17
In hoeverre worden mannen en jongens ook betrokken bij het versterken van de positie
van vrouwen en meisjes binnen gesloten gemeenschappen?
18
Welke concrete stappen/maatregelen stelt het meerjarenplan zelfbeschikking 2022–2025
voor?
19
Vormen de gastlessen en het voorlichtings/lesmateriaal van Femmes for Freedom een
vast onderdeel van het inburgeringstraject voor vrouwen?
20
In hoeverre worden intakegesprekken in het inburgeringstraject gevoerd met vrouwen
alleen? Zijn hier standaard ook hun partners bij?
21
Hoeveel vrouwen en meisjes zijn er in beeld die afhankelijk zijn van hun partner voor
een verblijfsvergunning? Hoe worden zij meegenomen in de cijfers? Bestaan er voor
deze groep projecten/pilots om hun positie te verbeteren?
22
Bestaan op lokale schaal meldpunten (bij bijvoorbeeld gemeentes) waar vrouwen en meisjes
in onderdrukte posities zich kunnen melden voor hulp? Zo ja, welke?
23
Andersson Elffers Felix benoemt dat het aantal meldingen van huwelijksdwang en achterlating
slechts het topje van de ijsberg is, kunt u toelichten met hoeveel gevallen u rekening
houdt in totaal? Wat zijn deze aantallen in andere Europese Unie (EU-)lidstaten en
zijn deze vergelijkbaar?
24
Welk beleid voeren andere EU-lidstaten op dit terrein? Dat wil zeggen: welke maatregelen
nemen andere landen om mentaliteitsverandering en onafhankelijkheid in deze gemeenschappen
te bevorderen?
25
Zijn er naast mentaliteitsverandering en financiële onafhankelijkheid nog andere beleidsdoelen
overwogen en (zo ja) waarom zijn deze niet opgenomen in het plan?
26
Heeft u ook zicht op de ervaren collectieve dwang die vrouwen ervaren? Is hier onderzoek
naar gedaan dat bekend is bij u?
27
Hoe gaat u het beleidsdoel mentaliteitsverandering monitoren?
28
Hoe gaat u om met de complexiteit omtrent monitoring, gegeven dat het de schadelijke
praktijken (zoals huwelijksdwang, achterlating of besnijdenis) enkel te achterhalen
zijn wanneer mensen dit zelf melden, wat zoals u noemde al weinig gebeurt?
29
Maken de gemeenten gebruik van inburgeringsbudget om financiële zelfredzaamheid te
stimuleren?
30
Is maatwerk in het inburgeringstraject omtrent financiële zelfredzaamheid wel wenselijk,
of zou generiek beleid op alle vrouwen uit bepaalde herkomstlanden een beter alternatief
zijn?
31
Wat wordt precies bedoeld met creëer ruimte voor «empowerment» ook binnen de B1-route?
Als het gaat om de begeleiding van vrouwelijke reizigers en gezinsmigranten? Wat betekent
«empowerment» in deze context?
32
Welke beleidsinterventies zijn mogelijk oom meer zicht en grip te krijgen op gezinsmigranten?
Welke wijzigingen zijn mogelijk binnen de inburgeringswet om de emancipatie van gezinsmigranten
te vergroten?
33
Welke andere beleidsopties (dat wil zeggen anders dan subsidies voor zelforganisaties)
zijn er overwogen om mentaliteitsverandering te bewerkstelligen?
34
Wat wordt de invulling van de uitrol van de «module zelfbeschikking» onder actielijn
3? Met wie wordt dit allemaal gedeeld? Hoe gaat u erop toezien dat het geïmplementeerd
wordt?
35
Is er al iets bekend over hoe het cultuur- en gendersensitief werken van de huidige
professionals en vrijwilligers structureel versterkt kan worden om geldzorgen bij
Nederlanders met een migratieachtergrond te voorkomen?
36
Wat is tot nu toe bekend over hoe toekomstige professionals kunnen worden toegerust
om cultuursensitief te kunnen werken? Zijn er al geïnteresseerde opleidingen gevonden?
Zo niet, is er al een pilot opgezet op dit gebied?
37
Hoe gaat u de monitoring binnen actielijn 5 inrichten? Wanneer zal de Kamer tussentijds
geëvalueerd worden? Wordt er in de monitoring gekeken naar alternatieve manieren van
het monitoren op indicatoren als mentaliteitsverandering? Worden ook bijvoorbeeld
sociale media hierin meegenomen?
38
Hoe wordt de 1,2 miljoen die vrijgemaakt is, verdeeld over de actielijnen?
39
Kun u toelichten waarom u de term besnijdenis gebruikt in plaats van de term vrouwelijke
genitale verminking, die meer recht doet aan de ernst van de situatie?
40
Wat zijn de streefcijfers en doelen van de middelen die vrij worden gemaakt met het
amendement Becker (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 32)?
41
Hoe staat het met de financiering van het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd
Geweld? Is dit nu meerjarig vastgelegd door het kabinet in de van begroting het Ministerie
van Justitie & Veiligheid?
42
Kunt u een overzicht geven van alle programma's die gericht zijn om de financiële
zelfredzaamheid van vrouwen met een migratieachtergrond te verbeteren?
43
Op welke wijze worden mannen betrokken in het proces inzake de mentaliteitsverandering
en financiële redzaamheid van vrouwen, bijvoorbeeld als het gaat om de verdeling van
de onbetaalde zorgtaken?
44
Is er recenter onderzoek bekend naar aard en omvang van huwelijksdwang, achterlating
en huwelijkse gevangenschap dan het onderzoek uit 2014 van het Verwey Jonker Instituut?
Zo nee, wordt overwogen daar opdracht toe te geven?
45
Is u bekend dat uit recent onderzoek bleek dat minder dan de helft de helft van de
gemeenten ook de vrouw uit een migrantengezin in de uitkering benadert om aan de slag
te komen, welke acties heeft u hierop ondernomen naar aanleiding van de motie Becker
(Kamerstuk 32 824, nr. 216) en is bekend hoeveel procent van de gemeenten tegenwoordig, in een migratiegezin
met een uitkering, ook de vrouw uitnodigt om haar te activeren richting werk?
46
Hoeveel middelen worden vrijgemaakt om doel 1 van het meerjarenplan te bereiken?
47
Hoeveel middelen worden vrijgemaakt om doel 2 van het meerjarenplan te bereiken?
48
Hoeveel middelen worden er vrijgemaakt voor het bevorderen van cultuur-en gendersensitief
werken van professionals en hoeveel is dat per professional?
49
Is het feit dat het grootste aantal slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating
en huwelijkse gevangenschap in een afhankelijke financiële situatie verkeert een belangrijke
reden voor hen om niet uit deze situatie te kunnen of willen komen? Zou financiële
onafhankelijkheid deze groep helpen om uit de situatie van huwelijksdwang, achterlating
of huwelijkse gevangenschap te komen?
50
Wordt er ook aandacht besteed aan het bieden van of verwijzen naar psychologische
ondersteuning of coaching voor slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse
gevangenschap, aangezien psychologische schade door deze situaties tot verminderd
doenvermogen kan leiden?
51
Welke definitie van cultuursensitief wordt gehanteerd? In hoeverre wordt dit toegepast
als rekening houden met gevoeligheden binnen een cultuur waardoor belangrijke zaken
niet besproken kunnen worden zoals (homo)seksualiteit?
52
Is bij de brede intake en de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) ook aandacht
voor het verhogen van cultuur- en gendersensitiviteit en niet alleen maar bij aanpak
geldzorgen, armoede en schulden? Wat wordt bij beiden nu al gedaan op het gebied van
cultuur- en gendersensitief werken?
53
Op welke doelgroep(en) richt de Alliantie Verandering van Binnenuit zich?
54
Op welke doelgroep(en) richt de Alliantie Jong Gelijk zich?
55
Welke criteria hanteert de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bij
de besluitvorming over de alliantievormingen?
56
Wanneer kan de Kamer de uitkomst van de verkenning naar de mogelijkheid van een fonds
op naam tegemoet zien?
57
Aan welk kader wordt het uitgewerkte plan en de begroting getoetst die organisaties
kunnen indienen? Kan de Kamer dit kader ontvangen?
58
Hoe groot is de groep vrouwen met een migratieachtergrond die niet werkt en ook geen
recht op een uitkering heeft?
59
Wat zijn de streefcijfers en doelen van de praktijkgerichte pilot die wordt ingezet
om de financiële zelfredzaamheid van kwetsbare vrouwen met een migratieachtergrond
in een afhankelijkheidssituatie uit gesloten gemeenschappen te bevorderen?
60
Wie worden er betrokken bij het opstellen van de module Zelfbeschikking?
61
Is in actielijn 2 ook aandacht voor de rol die buurthuizen, waar de ontmoeting en
het eventueel vrijwilligerswerk kan dienen als opstap naar (arbeids)participatie,
kunnen spelen bij het bevorderen van financiële zelfredzaamheid en duurzame participatie
van vrouwen met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie?
62
Welke acties zijn inmiddels in gang gezet naar aanleiding van de evaluatie platform
eer en vrijheid en welke resultaten heeft dit tot dusver opgeleverd?
63
Waarom worden universiteiten niet meegenomen in de verkenning en mogelijke pilot naar
modules gericht om professionals toe te rusten om cultuursensitief te werken?
64
Kunt u nader toelichten wat de samenhang is van het meerjarenplan met de emancipatienota
van de Minister van OCW?
65
Op welke termijn zal deze meerjarige inzet worden geëvalueerd?
66
Hoe, hoeveel, en welke ouders, worden jaarlijks bereikt met de methodiek weerbaar
opvoeden?
67
Is er voorlichtingsmateriaal en zijn er gastlessen gericht op mannelijke inburgeraars
die gaan over het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen?
68
Hoe vaak ontvangt de Kamer een update van de monitor van het actieplan?
69
Welk deel van de beschikbare middelen zal in de vorm van subsidies worden verdeeld
en welk deel wordt op andere wijze besteed en hoe? Is er een meer concrete begroting
van het programma?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. Kuzu, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.