Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Laan over het rapport 'Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa 2022'
Vragen van het lid Van der Laan (D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het rapport «Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa 2022» (ingezonden 14 november 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 1 december
2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa 2022 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de eerdere onderzoeksrapporten van
het SCP naar de houding tegenover en leefsituatie van LHBTI personen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat periodiek wetenschappelijk monitoringonderzoek naar de leefsituatie
van LHBTI personen en de houding tegenover LHBTI personen onmisbaar is om maatschappelijke
ontwikkelingen op dit gebied te volgen en een goed onderbouwd emancipatiebeleid te
kunnen voeren?
Antwoord 2
Ik hecht er grote waarde aan dat het emancipatiebeleid goed onderbouwd en evidence-based
is. Daarvoor is periodiek wetenschappelijk monitoringsonderzoek inderdaad onmisbaar.
Zoals ik uw Kamer in de Emancipatienota 2022–20252 heb laten weten, zal ik daarom waarborgen dat zowel de LHBT-monitor als de Emancipatiemonitor
ook in deze kabinetsperiode elke twee jaar blijven verschijnen.
Vraag 3
Is het waar dat het SCP voornemens is om het monitoronderzoek te beëindigen dat zij
sinds 2006 uitvoert naar de leefsituatie van en de houding tegenover LHBT personen?
Is het waar dat het SCP ook het onderzoek naar de emancipatie van vrouwen wil beëindigen?
Hoe lang bent u hiervan al op de hoogte?
Antwoord 3
In de afgelopen jaren heeft het SCP de LHBT-monitor uitgevoerd over de leefsituatie
van en opvattingen over lhbt personen, in opdracht van het Ministerie van OCW. Zoals
aangegeven door mijn ambtsvoorganger tijdens het Wetgevingsoverleg Emancipatie van
6 december 2021, klopt het dat het SCP stopt met deze monitor.
Het SCP heeft mijn ambtsvoorganger in 2020 definitief laten weten dat de LHBT-monitor
van 2022 de laatste editie van de monitor zou zijn die zij uitvoert. De LHBT-monitor
2022 is eerder dit jaar in twee delen verschenen, waarvan het rapport Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa 2022 er één is. Beide delen van de LHBT-monitor 2022 zijn onlangs met uw Kamer gedeeld
als bijlage bij de Emancipatienota 2022–20253.
Ook heeft het SCP mijn ambtsvoorganger in 2020 laten weten dat de Emancipatiemonitor
van 2020 de laatste is die zij zou uitvoeren in samenwerking met het CBS. Aan de Emancipatiemonitor
van 2022 werkt het SCP zodoende al niet meer mee. Deze is zelfstandig door het CBS
uitgevoerd en is onlangs verschenen en aan uw Kamer aangeboden.
Vraag 4
Op welke manier wilt u dit monitoringonderzoek laten voortzetten?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in de Emancipatienota 2022–2025, blijven deze beide monitors ook
in deze kabinetsperiode elke twee jaar verschijnen4. Wat betreft de LHBT-monitor ben ik bezig te verkennen welk nieuw onderzoeksbureau
de taak van het SCP het beste kan overnemen. Over de uitkomst hiervan informeer ik
uw Kamer nader in de eerstvolgende voortgangsrapportage. Zoals aangegeven in de beantwoording
op vraag 3, is de Emancipatiemonitor van dit jaar voor het eerst zelfstandig door
het CBS uitgevoerd. In het voorjaar van 2023 zal worden bekeken of het CBS deze monitor
zelfstandig zal blijven voortzetten, of dat er een andere partij zal worden betrokken.
Het CBS blijft in ieder geval wel een grote rol spelen bij de Emancipatiemonitor.
Vraag 5
Deelt u de mening dat voortzetting van dit monitoringonderzoek zowel het verzamelen
van gegevens over emancipatie vereist, evenals een gezaghebbende analyse en duiding
van deze gegevens, en dat bijvoorbeeld uitsluitend verzamelen van gegevens niet volstaat?
Deelt u de mening dat het belangrijk is dat, net zoals bij het monitoringonderzoek
van het SCP, in toekomstig monitoringonderzoek aandacht is voor a) de leefsituatie
van LHBTI personen, b) de houding tegenover LHBTI personen, en c) verdiepende thematische
onderzoeken? Deelt u de mening dat het monitoringonderzoek door een nieuwe onderzoeksinstantie
op vergelijkbare wijze zou moeten worden uitgevoerd als dat nu gebeurt, om te bevorderen
dat onderzoeksresultaten vergelijkbaar zijn en ook lange termijn ontwikkelingen kunnen
worden gevolgd?
Antwoord 5
Het doel van de LHBT-monitor is en blijft om de leefsituatie van lhbt personen (en
waar mogelijk in de toekomst ook intersekse en non-binaire personen) en de maatschappelijke
opvattingen over deze groepen in Nederland in kaart te brengen, alsmede de ontwikkeling
daarvan over de tijd heen. Ik ben het ermee eens dat voldoende analyse en duiding
van de cijfers, alsmede de vergelijkbaarheid van de cijfers over de tijd heen, daarvoor
vereist zijn en dat het monitoringonderzoek ook in de toekomst op vergelijkbare wijze
moet worden uitgevoerd als het SCP dat deed.
Net als in de afgelopen jaren zullen er ook in de toekomst waar nodig aanvullende
verdiepende thematisch onderzoeken plaatsvinden. Zoals aangegeven in de Emancipatienota
2022–2025, zal er bijvoorbeeld in 2023 een onderzoek worden opgestart naar de positie
van bi+ personen op de werkvloer5.
Vraag 6
Bent u bereid om dit monitoringonderzoek onder te brengen bij een consortium van universiteiten
en andere onderzoeksinstellingen, opdat de continuïteit van het onderzoek gewaarborgd
is, evenals de wetenschappelijke autoriteit en kwaliteit van analyse en duiding?
Antwoord 6
Aan het waarborgen van de continuïteit, wetenschappelijke autoriteit en kwaliteit
van analyse en duiding van de LHBT-monitor hecht ik veel waarde. Zoals genoemd in
de beantwoording van vraag 4, ben ik momenteel bezig te verkennen welk nieuw onderzoeksbureau
de taak van het SCP het beste kan overnemen. Daarbij volg ik de geldende regelgeving
over inkoop en aanbesteding. Ik wil daarom op dit moment niet vooruitlopen op de vraag
bij welke partij het monitoringsonderzoek zal worden ondergebracht.
Vraag 7
Bent u bereid om de nieuwe onderzoeksinstantie(s) te vragen om meer onderzoek te doen
naar o.a. intersectionele discriminatie en de emancipatie van bi+, non-binaire, transgender,
intersekse en aseksuele personen?
Antwoord 7
Het is mijn streven dat de positie van intersekse en non-binaire personen, waar mogelijk,
structureel wordt meegenomen in het monitoringsonderzoek. Ook zal ik de nieuwe onderzoeksinstantie(s)
vragen of het mogelijk is om de positie van bi+ en transgender personen, op meer volledige
wijze dan dat reeds gebeurt, mee te nemen in het toekomstige monitoringsonderzoek.
Daarnaast zal ik verkennen in hoeverre er een meer intersectionele blik in het monitoringsonderzoek
kan worden toegepast en welke mogelijkheden er zijn om de positie van aseksuele personen
te betrekken in dit onderzoek. Of het daadwerkelijk mogelijk zal zijn om representatieve
cijfers over al deze groepen in kaart te brengen, hangt mede af van de beperkte omvang
van (sommige van) deze groepen en de mogelijkheden die de nieuwe onderzoekers zien,
ondanks deze en eventuele andere beperkingen. Zoals aangegeven in mijn beantwoording
van vraag 5, zullen daarnaast waar nodig aanvullende verdiepende thematische onderzoeken
plaatsvinden.
Vraag 8
Bent u bereid om organisaties van LHBTI personen te betrekken bij, of suggesties te
laten doen voor, het samenstellen van de onderzoeksagenda van dergelijk onderzoek?
Antwoord 8
Ik zal de nieuwe onderzoekers bij wie het monitoringsonderzoek wordt ondergebracht
vragen om organisaties van lhbtiq+ personen te betrekken met oog op de verbreding
van het onderzoek zoals beschreven in mijn beantwoording van vraag 7. Bij de voortzetting
van het monitoringsonderzoek en de opzet van de toekomstige edities staat echter voorop
dat, naast verbreding, ook de continuïteit van het monitoringsonderzoek in de basis
wordt gewaarborgd door het onderzoek op vergelijkbare wijze uit te voeren als het
SCP dat voorheen deed, met voldoende analyse en duiding van de cijfers.
Vraag 9
Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden vóór het WGO Emancipatiebeleid van 5 december
2022?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.