Schriftelijke vragen : De voorgenomen verkoop van het Provinciale Zeeuwse Energie Bedrijf (PZEM) aan het Tsjechische energiebedrijf Energetický a prumyslový holding (EPH)
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Thijssen (PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Klimaat en Energie over de voorgenomen verkoop van het Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij (PZEM) aan het Tsjechische energiebedrijf Energetický a průmyslový holding (EPH) (ingezonden 1 december 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het gegeven dat de gedeputeerde staten van de provincie Zeeland
voornemens zijn om goedkeuring te verlenen aan de verkoop van het nu nog in publieke
handen verkerende energiebedrijf PZEM, aan het Tsjechische energiebedrijf EPH?1
Vraag 2
Hoe apprecieert u dit voornemen van de gedeputeerde staten van Zeeland?
Vraag 3
Hoe apprecieert u dit voornemen in het kader van het groeiende besef dat de grootschalige
privatisering van energiebedrijven, die begin deze eeuw is ingezet, de bescherming
van de energieconsument en de energieleveringszekerheid niet te allen tijden ten goede
komt?
Vraag 4
Hoe verhoudt dit voornemen van de gedeputeerde staten Zeeland zich tot de recent aangenomen
motie van de leden Segers en Marijnissen, die het nadelige gevolg van de privatisering
benadrukt in het licht van de huidige gascrisis en de regering verzoekt te onderzoeken
hoe de publieke belangen in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen
worden en daarbij specifiek te concentreren op onder meer de rolverdeling tussen overheid
en markt (Kamerstuk 36 200 nr. 31)?
Vraag 5
In hoeverre is de Nederlandse overheidscontrole op energielevering door energieproducenten
als PZEM beter behouden wanneer deze in handen is van publieke aandeelhouders en zou
het, zeker in tijden van de gascrisis, wenselijk zijn om deze constructie te behouden?
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat het van belang is het energiebedrijf PZEM in handen te houden
van de publieke aandeelhouders, in ieder geval zolang de gascrisis voortduurt en het
onderzoek uit de motie nog loopt? Bent u bereid zich hierover uit te spreken jegens
de gedeputeerde staten Zeeland?
Vraag 7
Bent u bekend met het gegeven dat het Tsjechische bedrijf EPH een business model heeft
waarbij het bedrijf zich focust op het opkopen van fossiele installaties met als doel
deze nog zo lang mogelijk in bedrijf te houden of te profiteren van subsidies voor
de beëindiging hiervan, en dat het bedrijf door een studie van Ember zelfs als één
van de minst klimaatvriendelijke energiebedrijven van de EU wordt bestempeld?2
Vraag 8
Bent u tevens bekend met het gegeven dat dit energiebedrijf in Nederland wil groeien
en haar activiteiten wil uitbreiden?
Vraag 9
Hoe verhoudt het voornemen voor deze transactie zich met de ambitie van CO2-vrije energievoorziening en afbouw van fossiele brandstoffen teneinde de klimaatdoelstellingen
te behalen?
Vraag 10
Wat is precies de aard van de transactie tussen PZEM (straks ZEH) en EPH, en hoe is
daarbij het marktrisico belegd?
Vraag 11
Is de Minister het ermee eens dat het onwenselijk is als risico’s (grotendeels) bij
de ZEH worden belegd terwijl winsten (grotendeels) bij EPH landen?
Vraag 12
Welke garanties kunnen er geboden worden opdat de bedrijfsvoering van PZEM in lijn
blijft met de verduurzamingsdoelen voor energiebedrijven, indien de transactie met
EPH doorgang vindt?
Vraag 13
Kunt u elk van deze vragen afzonderlijk beantwoorden en aan de Kamer toezenden vóór
16 december 2022, gezien op deze datum een voor dit onderwerp relevante Statenvergadering
van de provincie Zeeland plaatsvindt?
Indieners
-
Gericht aan
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Indiener
Suzanne Kröger, Kamerlid -
Medeindiener
Joris Thijssen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.