Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht 'Ruim 900 Nederlandse bedrijven in handen van Chinezen: 'Risico op spionage'
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Ruim 900 Nederlandse bedrijven in handen van Chinezen: «Risico op spionage»» (ingezonden 3 oktober 2022).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), van Minister Schreinemacher
(Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en van Minister Yeşilgöz-Zegerius
(Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen
29 november 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 450.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de conclusie van het artikel dat op dit moment 903 Nederlandse
bedrijven voor minstens 50 procent in handen zijn van een Chinees moederbedrijf of
de Chinese staat?1 Deelt u de in het artikel genoemde zorgen over de risico’s op een te grote afhankelijkheid
van China en de bedreiging van onze economische veiligheid en acht u deze groeiende
ontwikkeling wenselijk?
Antwoord 1
Afhankelijkheden van andere landen zijn een gegeven, aangezien geen land beschikt
over alle kennis, technologie en productiemiddelen om onafhankelijk te opereren. Buitenlandse
investeringen en internationale samenwerking zijn tevens belangrijke pijlers voor
het verdienvermogen van de Nederlandse economie. Het levert een belangrijke bijdrage
aan de Nederlandse innovatiepositie, concurrentievermogen en welvaart.
Tegelijkertijd zien we dat heimelijke en niet-heimelijke middelen, waaronder spionage,
door statelijke actoren ook in het economische domein worden ingezet. Dit kan risico’s
opleveren voor onze nationale veiligheid. Dergelijke risico’s worden ook geschetst
in het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren en de jaarverslagen van de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten. Het kabinet neemt gepaste maatregelen om Nederland weerbaar
te maken tegen de dreiging van statelijke actoren. Zo wordt er onder andere gewerkt
aan de invoering van de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet
Vifo), het Wetsvoorstel uitbreiding strafbaarheid spionage en kennisveiligheidsbeleid.
Sinds 2020 is ook de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (Wozt) in werking.
Het kabinet zet ook in op meer algemene maatregelen ter versterking van digitale weerbaarheid,
zoals in de telecomsector is gedaan middels het Besluit veiligheid en integriteit
telecommunicatie en de daaruit volgende beschikkingen en ministeriële regelingen.
Daarnaast kijkt het kabinet nauwlettend naar strategische afhankelijkheden, van Rusland,
van China en van andere derde landen, en het mitigeren van risico’s voor onze nationale
veiligheid die daaruit voortvloeien. Hierover bent u geïnformeerd middels een Kamerbrief
over de kabinetsbrede inzet ten aanzien van open strategische autonomie waaronder
het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden2.
Vraag 2, 3 en 4
Heeft u inzicht in de stijging van het aantal Nederlandse bedrijven dat in Chinese
handen is door de jaren heen?
Is het überhaupt nog mogelijk om de economische aanwezigheid van Chinese bedrijven
of de Chinese staat in Nederland en de risico’s die dat met zich meebrengt te monitoren
als het om zoveel bedrijven gaat?
Indien ja, kunt u ons dit overzicht doen toekomen? Indien nee, zou een dergelijke
monitor verstandig zijn gezien de ontwikkeling en bijbehorende risico’s?
Antwoord 2, 3 en 4
Het kabinet houdt geen actief overzicht bij van eigendomsstructuren van bedrijven
– ook omdat aandelenbelangen continu van eigenaar veranderen – en kan indien nodig
gebruikmaken van reeds beschikbare data. Openbare bronnen, zoals het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS), waar aandeelhouderschap van bedrijven wordt bijgehouden
hebben meestal enkel data waarbij het aandelenpercentage 50% of hoger is. Er zijn
daarnaast ook private partijen die dergelijke aandeelhoudersstructuren bijhouden.
Dergelijke gegevens hoeven niet direct iets te zeggen over risico’s voor nationale
veiligheid. Afhankelijkheid van derde landen is een gegeven in Nederland. De aanwezigheid
van Chinese bedrijven is dat ook en niet per definitie onwenselijk. Het wordt onwenselijk
als de aanwezigheid van buitenlandse partijen onze publieke belangen schaden, indien
de continuïteit van vitale processen, de integriteit en exclusiviteit van informatie
en kennis wordt aangetast en/of risicovolle strategische afhankelijkheden ontstaan.
Om ons daar weerbaar tegen te maken neemt het kabinet in het kader van het tegengaan
van de dreiging tegen statelijke actoren gepaste maatregelen, zoals ook genoemd onder
het antwoord op vraag 1.
Vraag 5
Voor welke vitale en/of technologisch sensitieve sectoren acht u de risico’s van de
Chinese economische aanwezigheid het grootst?
Antwoord 5
Het mitigeren van risico’s als gevolg van strategische afhankelijkheden en het tegengaan
van ongewenste kennisoverdracht is binnen alle vitale processen en over de volle breedte
van sensitieve technologie een aandachtspunt, ongeacht de mate van het risico. Alleen
al het feit dat een technologie als sensitief wordt geduid of dat een proces als vitaal
is aangemerkt, maakt dat er risico’s voor de nationale veiligheid zijn in geval van
bijvoorbeeld uitval, sabotage, kennisdiefstal of ongewenste kennis- en technologieoverdracht.
Departementen wijzen onder hun beleidsverantwoordelijkheid organisaties aan als vitale
aanbieders wanneer deze partij essentieel is voor de continuïteit en weerbaarheid
van een vitaal proces. Hierdoor heeft het kabinet goed zicht op de organisaties binnen
de vitale sectoren en worden er passende weerbaarheidsmaatregelen getroffen. Daarnaast
wordt ook het inzicht in sensitieve technologie in Nederland vergroot. In het kader
van o.a. Wet vifo, maar ook via bestaande kanalen zoals de EU Dual-Use Verordening
(EUR2.021/821).
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening dat het in een geopolitiek onzekere wereld steeds belangrijker wordt
om inzicht te hebben in de economische invloed van buitenlandse statelijke actoren
in Nederland en deze invloed actief te bestrijden als deze ongewenst is, om daarmee
te beschermen wat van ons is?
Wat kunt en wilt u doen om de voor ons land vitale en/of technologisch sensitieve
sectoren te beschermen tegen de risico’s van Chinese economische aanwezigheid? Welke
bestuurlijke en juridische instrumenten heeft de overheid hiervoor tot haar beschikking
of zou de overheid volgens u tot haar beschikking moeten hebben?
Antwoord 6 en 7
Ja, dat deel ik. Het kabinet zet daarom in op het verkrijgen van meer kennis van risicovolle
strategische afhankelijkheden in waardeketens, zodat we vervolgens maatregelen kunnen
treffen om de risico’s te verkleinen.
Daarnaast zet kabinet zich actief in om Nederland weerbaar te maken tegen de dreiging
vanuit statelijke actoren3. Onderdeel daarvan is het beschermen van de vitale infrastructuur en bescherming
van sensitieve technologie. Het kabinet beschikt over een breed palet aan instrumenten
om ongewenste kennis- en technologieoverdracht tegen te gaan en ervoor te zorgen dat
de continuïteit van vitale processen niet wordt aangetast.
Naast instrumenten als exportcontrole en investeringstoetsing, zijn dat onder meer
de uitbreiding strafbaarstelling spionage, het aanwijzen van vertrouwensposities,
maatregelen op veilige inkoop, kennisveiligheidsmaatregelen en het verhogen van het
bewustzijn van de dreiging door de inlichtingen-en veiligheidsdiensten vanuit hun
wettelijke veiligheidsbevorderende taak. Over dit bredere bestuurlijke en juridische
instrumentarium is uw Kamer geïnformeerd per brief op 8 juli 2022 (Kamerstuk 32 637 / 30 821, nr. 501).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.