Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht “vragen over de motie-Koerhuis om de continuïteit van Groningen Airport Eelde te waarborgen’’
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de motie-Koerhuis om de continuïteit van Groningen Airport Eelde te waarborgen (Kamerstuk 31 936, nr. 915) (ingezonden 14 november 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 29 november
2022).
Vraag 1
Herinnert u zich de motie-Koerhuis om de continuïteit van Groningen Airport Eelde
te waarborgen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke gesprekken met Groningen Airport Eelde heeft u gehad en welke mogelijkheden
heeft u in kaart gebracht om de continuïteit van Groningen Airport Eelde te waarborgen?
Antwoord 2
In het licht van de motie-Koerhuis om de continuïteit van Groningen Airport Eelde
te waarborgen1 heeft het Ministerie van IenW in meerdere gesprekken met de luchthaven en de provincies
Groningen en Drenthe gesproken over de aanvraag van een nieuw luchthavenbesluit en
de onderbouwing voor de toekomstplannen van Groningen Airport Eelde. Zo heeft er op
29 augustus jl. een overleg plaatsgevonden tussen het ministerie, de directie van
Groningen Airport Eelde en de Gedeputeerden van Groningen en Drenthe. Op 16 september
jl. heeft een bezoek plaatsgevonden van het ministerie aan Groningen Airport Eelde
en ook bij de gesprekken met de Royal Schiphol Group is het ministerie betrokken.
In deze gesprekken is ook gesproken over de toekomst van Groningen Airport Eelde,
over de aanvraag voor een Luchthavenbesluit en over het intensiveren van de samenwerking.
Daarbij geldt wel dat, zoals aangegeven in mijn brief van 31 mei jl.2, het primair aan de luchthaven (en haar aandeelhouders) is om in samenwerking met
de regio de toekomst te bepalen. Daarbij past dat het Rijk geen bijdragen doet in
exploitatie of instandhouding van regionale luchthavens3. Daarnaast zijn er ook geen financiële middelen beschikbaar vanuit de begroting om
hier invulling aan te geven.
Vraag 3
Klopt het dat op de begroting van Infrastructuur en Waterstaat middelen beschikbaar
worden gesteld voor regionale luchthavens op de BES-eilanden?
Antwoord 3
Er staat jaarlijks ongeveer € 465.000,- op de begroting van Infrastructuur en Waterstaat
voor luchtvaart in Caribisch Nederland.
Vraag 4
Kunt u toelichten waarvoor de beschikbaar gestelde middelen voor regionale luchthavens
op de BES-eilanden worden gebruikt?
Antwoord 4
In 2009 is naar aanleiding van het adviesrapport van de Commissie Havermans besloten
om jaarlijks geld beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van kennis over luchtvaart
op Caribisch Nederland. In tegenstelling tot de regionale luchthavens in Europees
Nederland, zijn de luchthavens op Bonaire, Saba en Sint Eustatius essentieel om deze
eilanden te bereiken. Gelet op het insulaire karakter van Caribisch Nederland zijn
spoorwegen en snelwegen niet beschikbaar. Lucht- en scheepvaart zijn de enige modaliteiten
die deze Nederlandse gebieden kunnen ontsluiten. In de begrotingsverantwoording kunt
u jaarlijks lezen waaraan de middelen worden besteed. Voor 2023 wordt het geld besteed
aan verschillende zaken, zoals het ondersteunen van Saba bij het opstellen van een
beheer- en onderhoudsplan, het beschikbaar stellen van opleidingsbudget voor Saba
en Sint Eustatius en het verkennen van duurzame kennisborging op de Cariben.
Vraag 5
Klopt het dat een deel van de beschikbaar gestelde middelen wordt gebruikt voor de
kosten van baanverlichting?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Klopt het dat de kosten van baanverlichting worden gekwalificeerd als kosten voor
niet-economische diensten van algemeen belang (NEDAB-kosten)?
Antwoord 6
Of bepaalde kosten kwalificeren als kosten voor niet-economische diensten van algemeen
belang (NEDAB-kosten) is van belang bij beantwoording van de vraag of de Europese
staatssteunregels van toepassing zijn. De BES-eilanden hebben een bijzonder status
binnen de EU en dat betekent dat er maar een beperkt aantal verdragsbepalingen op
de eilanden van toepassing zijn. De Europese staatssteunregels maken hier geen onderdeel
van uit. De kosten van de baanverlichting kunnen in deze context dan ook niet worden
gekwalificeerd als NEDAB-kosten.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om middelen beschikbaar te stellen voor de NEDAB-kosten
van andere regionale luchthavens, zoals Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen
Airport?
Antwoord 7
Deze vraag impliceert een zekere gelijkheid tussen de luchthavens van Bonaire, Saba,
Sint Eustatius, Maastricht en Groningen. Die implicatie is onterecht. De regionale
luchthavens van nationale betekenis ontlenen hun status aan artikel 8.1, lid 3, van
de Wet Luchtvaart. De luchthavens van Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn aangewezen
op grond van artikel 30 van de Luchtvaartwet BES. De luchthavens van Bonaire, Saba
en Sint Eustatius zijn een essentiële schakel in de bereikbaarheid van de eilanden
waarop ze liggen. Er zijn geen alternatieve modaliteiten om deze eilanden te ontsluiten.
Inwoners van Caribisch Nederland zijn van de luchthaven afhankelijk voor zaken als
een bezoek aan een medisch specialist, een notaris, familie en vrienden, of een boodschap
op het naastgelegen grote eiland zo’n 50 km verderop. Inwoners van Groningen of Maastricht
kunnen voor zulke zaken ofwel terecht in eigen stad, ofwel zich per trein, bus, fiets
of gemotoriseerd wegverkeer verplaatsen. Voor het overige deel is deze vraag hetzelfde
als vraag 8, en ik verwijs u voor het antwoord op dit deel naar mijn antwoord op die
vraag.
Vraag 8
Bent u bereid om in gesprek te gaan met Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen
Airport en de mogelijkheden in kaart te brengen om middelen beschikbaar te stellen
voor de NEDAB-kosten?
Antwoord 8
De lijn die het kabinet inzet met betrekking tot financiële middelen richting luchthavens
is dat het Rijk niet bijdraagt aan de exploitatie en instandhouding van luchthavens.
NEDAB-kosten maken onderdeel uit van het in stand houden van luchthavens. Als zodanig
valt het beschikbaar stellen van middelen hiervoor vanuit het Rijk daarom niet binnen
het luchtvaartbeleid. Dit wordt dan ook voor geen enkele luchthaven door het Rijk
gefinancierd. Een uitzondering maken voor de financiering van NEDAB-kosten bij de
luchthavens door het Rijk zou tevens voor aanzienlijke kosten zorgen, waarvoor geen
middelen op de rijksbegroting staan. Op dit moment ontvangen Maastricht Aachen Airport
en Groningen Airport Eelde wel NEDAB-steun (brandweer, securitykosten) via de publieke
aandeelhouders (provincies, gemeenten). Bij Maastricht Aachen Airport gaat het voor
de komende jaren om NEDAB-steun ter hoogte van circa 5,5 mln. euro per jaar. Groningen
Airport Eelde ontvangt circa 3 mln. euro aan NEDAB-steun per jaar.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van Infrastructuur en
Waterstaat?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.