Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma en Hammelburg over de berichtgeving dat Oeganda kampt met een nieuwe ebola-uitbraak
Vragen van de leden Sjoerdsma en Hammelburg (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de berichtgeving dat Oeganda kampt met een nieuwe ebola-uitbraak (ingezonden 24 oktober 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (ontvangen 28 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving «Ebola-epidemie bereikt ook Oegandese hoofdstad
Kampala», «Ebola in Uganda: Three-week lockdown announced for two districts» en «WHO:
Ugandan Ebola outbreak «rapidly evolving» after 1 month»?1, 2, 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over deze berichten?
Antwoord 2
Het kabinet is bezorgd over de Ebola uitbraak in Oeganda. De situatie verandert per
dag, sinds de eerste berichtgeving stijgt het aantal gevallen gestaag. De Wereldgezondheidsorganisatie
(WGO) deelt inmiddels iedere dag een update (situation report (sit-rep)) met betrokken partijen met daarin een overzicht van het aantal gevallen
per district, interventie strategieën en uitdagingen in de respons. Op dit moment
(25-11-2022) zijn er 141 bevestigde gevallen in 9 districten, inclusief Kampala, en
55 doden.
Vraag 3
Welke vliegverbindingen zijn er vanuit Mubende, Kassanda en Kampala naar omliggende
landen en de Europese Unie?
Antwoord 3
Er zijn geen vliegverbindingen vanuit Mubende en Kassanda. In de regio zijn er directe
verbindingen vanuit Kampala naar Kenia, Tanzania, Rwanda, Burundi, Ethiopië, de Centraal-Afrikaanse
Republiek, Zuid-Afrika, Egypte, Somalië, Zuid-Sudan, Zambia en Zimbabwe. Directe verbindingen
vanuit Kampala naar Europa zijn de vluchten naar België, Turkije en Nederland. De
directe verbinding Entebbe-Schiphol dient als hub voor verdere bestemmingen in Europa
en richting de Verenigde Staten.
Vraag 4
Zijn er op uitgaande vluchten, zowel passagiers- als cargovluchten, de juiste screeningsprotocollen
in plaats om verspreiding te voorkomen? Zo nee, achten de gezondheidsinstanties dit
niet nodig? Waarom niet?
Antwoord 4
Oeganda heeft de International Health Regulations (2005) van de WGO ondertekend. Onderdeel van het vliegveldprotocol in Kampala is het meten
van de temperatuur en het invullen van een vragenlijst met contactgegevens. Uit een
onderzoek van de International Organisation for Migration en the Centre for Disease Control begin deze week blijkt dat er nog te weinig screeningsprotocollen bestaan. Een verdere
maatregel is het delen van de Ebola contactenlijst door de vliegveldautoriteiten,
zodat «Ebola contacten» het land niet uit kunnen. Volgens de KLM contactpersoon in
Kampala worden deze protocollen nu goed ingevoerd.
Vraag 5
Bent u bekend met de kritiek op de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) van hulporganisaties
zoals o.a. Artsen zonder Grenzen ten tijde van de ebola-uitbraak van 2013?4 Zo ja, kunt u aangeven wat de WGO sindsdien gedaan heeft deze kritiek mee te nemen
in het bestrijdingsbeleid bij de huidige uitbraak?
Antwoord 5
Ja, het kabinet is bekend met de strekking van de kritiek op de WGO ten tijde van
de Ebola uitbraak in 2014. Sinds 2016 kent de WGO een speciale operationele noodhulp
afdeling en een Contingency Fund for Emergencies (CFE), zodat direct geld, menskracht en middelen beschikbaar zijn om op te treden.
Hiermee is de WGO in staat binnen 24 uur noodhulp te verlenen. Het werk van de WGO
in noodsituaties is geïnstitutionaliseerd op het hoofdkantoor, in regio’s en landenkantoren,
waar noodhulpcoördinatoren en teams zijn aangesteld. De capaciteit van de WGO en snelheid
van handelen in noodsituaties als deze is daarmee enorm verbeterd. Sinds 2019 heeft
het noodhulpprogramma afdelingen voor zowel paraatheid als respons. Daarnaast heeft
de WGO sindsdien een strategie ontwikkeld om de beschikbaarheid van testen, medicijnen
en vaccins tijdens epidemieën te versnellen.
Zie verder het antwoord op vraag 8 over de respons ten aanzien van de Ebola uitbraak
in Oeganda.
Vraag 6
Klopt de bewering van de Oegandese Minister van Buitenlandse Zaken dat de WGO nauwelijks
aanwezig is in Oeganda om de virusuitbraak in te perken? Zo ja, waarom is dit het
geval? Zo nee, hoeveel capaciteit van de WGO is aanwezig en waarom wordt dit als voldoende
geacht?
Antwoord 6
Het kabinet herkent zich niet in deze bewering. Ook heeft de Oegandese Minister van
Buitenlandse Zaken zich niet specifiek uitgelaten over de aanwezigheid van de WGO
in de gesprekken die hij gevoerd heeft op 17 oktober 2022 op het Ministerie van Buitenlandse
Zaken, waar ook de Ebola uitbraak ter sprake kwam.
De eerstverantwoordelijke in Oeganda om de virusuitbraak in te perken en de openbare
gezondheid te beschermen is de Oegandese overheid zelf. De WGO biedt daarbij ondersteuning.
Ook geeft WGO wekelijks een briefing aan de ambassades over de situatie en geeft dagelijks
epidemiologische gegevens door. Na de eerste gevallen van Ebola heeft de Executive Director
Emergencies van de WGO Oeganda bezocht. Binnen enkele dagen zijn beschermende middelen en medicijnen
geleverd en is er een Ebola bestrijdingsplan ontwikkeld. De technische teams en ondersteuning
worden ingezet om capaciteit in de gezondheidszorg te versterken en de normale bezetting
van 80 medewerkers in het Oegandese WGO kantoor op te schalen.
Vraag 7
Bent u bereid om bij de WGO aan te dringen op meer hulp voor de getroffen regio’s?
Antwoord 7
Op dit moment is hier geen aanleiding voor. De Ebola uitbraak in Oeganda krijgt van
de WGO al de hoogste prioriteit. Dit is nogmaals bevestigd in overleg tussen de directeur-generaal
van de WGO en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 24 november jongstleden.
Het CFE van de WGO, waar Nederland bijna 1,2 miljoen USD aan bijdroeg in 2022, is
onmiddellijk gebruikt voor de eerste noden (zie beantwoording vraag 5). De WGO heeft
ook een Ebola responsplan opgesteld voor de komende maanden met een budget van bijna
68 miljoen USD.
Zie verder de beantwoording vraag 9.
Vraag 8
Heeft de WGO, in tegenstelling tot in 2013, een ad hoc actieplan paraat om de uitbraak
direct in te dammen?
Antwoord 8
De WGO kreeg veel kritiek na de ebola-uitbraak in 2014 en heeft daarop hun respons
op uitbraken herzien. Daarom is in 2016 een speciale tak van de WGO opgericht: World Health Emergency Programme (WHE), volledig gewijd aan de snelle respons uitbraken. Gemiddeld reageert het WHE
op tientallen kleine en grote ziekte-uitbraken per maand, zoals cholera, ebola of
het Marburg-virus. Onafhankelijke audits hebben getoond dat de WHE-tak goed functioneert
en snel reageert.
Voor verschillende ziekte-uitbraken zijn richtlijnen en actieplannen ontwikkeld, zoals
influenza, ebola en, sinds 2020, COVID-19. Deze actieplannen worden regelmatig herzien
en geüpdatet op basis van nieuw onderzoek en inzichten over de aanpak van deze ziektes
door de WGO en door landenteams. Niet alle ziektes zijn met elkaar te vergelijken,
maar waar relevant is er cross-over van de geleerde lessen over de aanpak van ziekte-uitbraken.
Het kabinet ziet de WGO als een belangrijke organisatie in de mondiale gezondheidsarchitectuur
voor pandemische paraatheid5. De COVID-19-pandemie heeft bestaande structuren en praktijken op de proef gesteld.
Het kabinet ziet het dan ook als essentieel om zowel op Europees als mondiaal niveau
mee te werken aan initiatieven om beter voorbereid te zijn op ernstige grensoverschrijdende
gezondheidscrises. Nederland draagt proactief bij aan het duurzaam versterken van
de pandemische paraatheid door waar mogelijk politieke, financiële, organisatorische
steun en/of knowhow en expertise te leveren. In het geval van Ebola hebben zowel het
Oegandese Ministerie van Gezondheid als de WGO in 2016 een Ebola responsplan ontwikkeld
met prioritaire activiteiten en voor de recente uitbraak een Incident Management Team geactiveerd. De WGO ondersteunt o.a. de regionale en district gezondheidsteams op
de meeste onderdelen, zoals op vroege identificatie en casemanagement, laboratoria,
het opzetten van isolatietenten in ziekenhuizen, communicatie en informatie ter voorkoming
van verspreiding, als wel het traceren van contacten. Een belangrijk onderdeel van
dit Ebola responsplan is de versnelde ontwikkeling en gebruik van levensreddende medicijnen
en vaccins in de Oegandese context, die voor deze variant van het virus nog in de
testfase zitten.
Vraag 9
Bent u bereid om samen met internationale partners te bezien welke hulp Nederland
en de Europese Unie kunnen bieden, ook gezien de duidelijk uitgesproken zorgen van
de Oegandese Minister van Buitenlandse Zaken over de ebola-uitbraak in de Tweede Kamer
in de week van 17 oktober 2022?
Antwoord 9
Ja, de samenwerking tussen de internationale partners is al goed en men is alert op
de uitbraak. In de «Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie 2023–2030: Samen zorgen voor gezondheid
wereldwijd», zet Nederland juist ook in op het versterken van de mondiale gezondheidsarchitectuur
en nationale gezondheidssystemen en benadrukt daarbij het belang om de internationale
coherentie en multilaterale samenwerking te bevorderen. Tevens is een prioriteit het
verbeteren van internationale pandemische paraatheid.
In dit kader vindt er veel informatie-uitwisseling en overleg tussen de overheid en
de WGO plaats. Zoals eerder benoemd heeft de WGO uit het CFE direct de eerste kosten
gedekt met ruim 2 miljoen USD voor Oeganda evenals 3 miljoen USD voor omliggende landen
ter voorbereiding op een mogelijke verspreiding.
De recent gepubliceerde appeal op basis van het benodigde budget voor het responsplan heeft een financieringstekort
van ± 58 miljoen USD. De WGO heeft een beroep gedaan op donoren om dit gat te dichten.
Een aantal landen maar ook internationale partners en fondsen heeft al bijgedragen
aan het appeal, zoals het Verenigd Koningrijk, het Internationale Rode Kruis (700.000 CHF) en ECHO
(DG Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp; 3 miljoen EUR). Er zijn toezeggingen
van het Central Emergency Response Fund (CERF) (1.6 miljoen USD) gedaan, waar Nederland de 4e donor van is. Nederland is een van de belangrijkste donoren van het CFE, het CERF
en het Internationale Rode Kruis en draagt op deze wijze niet alle bij aan de financiering
van het Ebola responsplan, maar heeft er zo ook voor gezorgd dat het plan meteen in
werking kon treden.
Ook monitort het EU-Health Security Committee, waarin de Europese Commissie, relevante EU-agentschappen (o.a. ECDC) en lidstaten
samenwerken, de situatie in Oeganda nauwgezet. De EU verkent verder wat voor aanvullende
hulp er nodig is.
Vraag 10
Bent u indien nodig bereid met partners per direct beschermende kleding en andere
benodigde hulpmaterialen te sturen naar de getroffen regio’s?
Antwoord 10
Volgens de WGO is er geen behoefte aan het sturen van beschermende kleding en andere
hulpmaterialen. De bevoorrading daarvan wordt door de WGO gecoördineerd en er is vooralsnog
geen tekort. Er blijkt met name financiële ondersteuning nodig voor de uitvoering
van het responsplan, zoals onder andere voor extra zorgpersoneel en voor de toepassing
van werkzame medicijnen en vaccins.
Vraag 11
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.