Schriftelijke vragen : De opvolging van de aangenomen motie van het lid Van Haga over een gesprek over het bij Lareb melden van onverwachte ziektebeelden na coronavaccinatie
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de opvolging van de aangenomen motie van het lid Van Haga over een gesprek over het bij Lareb melden van onverwachte ziektebeelden na coronavaccinatie (ingezonden 28 november 2022).
Vraag 1
Kunt u zich de aangenomen motie van het lid Van Haga herinneren over een gesprek over
het bij Lareb melden van onverwachte ziektebeelden na coronavaccinatie?1
Vraag 2
Kunt u aangeven of en op welke manier er door het kabinet inmiddels gesprekken zijn
gevoerd met beroepsverenigingen van artsen om onverwachte ziektemeldingen na coronavaccinatie
te melden bij het Lareb? Zo ja, met welke beroepsverenigingen is inmiddels gesproken
en wat is uitkomst van deze gesprekken? Kunt u de ervaringen van de artsen met wie
is gesproken delen en hierop reflecteren? Zo nee, waarom hebben er (nog) geen gesprekken
plaatsgevonden?
Vraag 3
Hoe reflecteert u inmiddels op de onverklaarbare toename in ziektebeelden zoals hartaandoeningen,
auto-immuunziekten en de nog altijd aanhoudende oversterfte in relatie tot de corona(herhaal)vaccinaties?
Vraag 4
Weet of u artsen op eigen initiatief inmiddels vaker onverwachte ziektemeldingen na
coronavaccinatie melden bij het Lareb? Heeft u hier cijfers van en om welke ziektemeldingen
gaat het dan?
Vraag 5
Krijgt u zelf berichten van artsen die een relatie tussen onverwachte ziektemeldingen
en coronavaccinaties vermoeden? Zo ja, hoeveel zijn dat er per maand en wat doet u
met die berichten?
Vraag 6
Wordt het Lareb actief gestimuleerd om bij artsen en/of beroepsverenigingen van artsen
uit te vragen of onverwachte ziektemeldingen worden gemeld? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.