Schriftelijke vragen : De berichtgeving over het verbranden van persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM) en de mondkapjes van de ’Sywert-deal’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving over het verbranden van persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM) en de mondkapjes van de «Sywert-deal» (ingezonden 28 november 2022).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «20 miljoen mondkapjes van Sywert van Lienden
gaan definitief de verbrandingsoven in» van Follow The Money1?
Vraag 2
Hoe reflecteert u op het feit dat bijna 300 miljoen producten uit de voorraad PBM
die tijdens de coronacrisis is aangelegd als noodvoorraad voor de zorg nu niet meer
geschikt zijn voor gebruik en dus zullen worden vernietigd? Kunt u uitleggen hoe het
kan dat er kennelijk zo’n grove inschattingsfout is gemaakt bij het inkopen van PBM,
dat zo’n grote hoeveelheid producten achteraf niet nodig is gebleken?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat er zo veel producten over de datum zijn gegaan?
Is bij de inkoop van alle PBM niet op houdbaarheidsdatum geïnventariseerd en uitgegeven
aan de zorg, ten einde zo efficiënt mogelijk met de voorraad om te gaan? Zo nee, waarom
is dit niet gebeurd?
Vraag 4
Is het magazijnbeheer van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) na het rapport
van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) uit december 2020 herzien door processen
in te richten voor het monitoren van de conditie en bruikbaarheid van de producten
in de opslag? Zo ja, op welke manier en hoe kan het dan dat er nu alsnog zo veel producten
niet zijn ingezet en moeten worden vernietigd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom niet al eerder is geanticipeerd op het «over de datum» gaan
van deze producten en er daarop niet is ingespeeld, bijvoorbeeld door de producten
gratis aan ziekenhuizen en zorginstellingen/organisaties te verstrekken en/of deze
te transporteren naar andere/arme landen?
Vraag 6
Kunt u aangeven of uw departement er tijdens het sluiten van de deal met Relief Good
Alliance van Sywert van Lienden van op de hoogte was dat mondmaskers slecht gerecycled
kunnen worden en dat een groot deel van de mondkapjes van de zogenaamde «Sywert-deal»
binnen afzienbare tijd dus onbruikbaar zouden worden en zouden moeten worden vernietigd,
aangezien voorafgaand aan de deal al duidelijk was dat er op dat moment eigenlijk
al genoeg mondmaskers geregeld waren door het LCH?
Vraag 7
Zo ja, hoe verantwoordt u de mondkapjesdeal dan vanuit het duurzaamheidsbeleid van
het kabinet, aangezien het natuurlijk verre van duurzaam is om 20 miljoen mondkapjes
te vernietigen?
Vraag 8
Kunt u uitleggen op welke manier u het gerechtvaardigd vindt dat grote sommen belastinggeld
met het vernietigen van de mondkapjes uit de Sywert-deal de facto verloren gaan en
wij in dit geval dus letterlijk kunnen spreken van «weggegooid geld»?
Vraag 9
Aangezien het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten tijde van het sluiten
van de deal met Relief Goods Alliance al wist dat er geen mondkapjes meer nodig waren
en deze mondkapjes nu ook nog eens ongebruikt worden vernietigd, vindt u dan niet
dat er sprake is van diefstal van gemeenschapsgeld door de overheid? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 10
Waarom wordt in de aanbesteding voor de vernietiging van de PBM als voorwaarde gesteld
dat het winnende bedrijf slechts tien procent van het materiaal hoeft om te zetten
in een «herbruikbare grondstof»? Waarom is dat percentage niet hoger, aangezien het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eerder beloofde de PBM bij vernietiging
duurzaam te zullen verwerken? Wat zijn dan nu de overwegingen om dat principe los
te laten?
Vraag 11
Waarom wordt verkoop of donatie van de overtollige PBM beschouwd als «marktverstoring»
door de overheid? Waarom prevaleert marktwerking boven het duurzaam omgaan met betreffende
goederen en/of het helpen van arme landen die de producten nog wel zou kunnen/willen
gebruiken?
Vraag 12
Kunt u aangeven aan welke criteria partijen die zich inschrijven voor de aanbesteding
voor de vernietiging van de PBM moeten voldoen? Op welke manier wordt gegarandeerd
dat niet opnieuw buiten de normale aanbestedingsprocedure een deal wordt gesloten,
zoals bij de Sywert-deal ook het geval was?
Vraag 13
Kunt u inzichtelijk maken hoe en op welke manier het vernietigen van deze grote hoeveelheid
PBM schadelijk is voor het milieu/klimaat?
Vraag 14
Kunt u aangeven hoe groot de economische/financiële schade is van het nodeloos inkopen,
opslaan en vervolgens weer vernietigen van deze hoeveelheid PBM?
Vraag 15
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel de overheid uitgeeft voor de aanbestedingsprocedure
voor het vernietigen van deze PBM?
Vraag 16
Kunt u aangeven hoeveel PBM de aangelegde noodvoorraad na vernietiging van de betreffende
producten nog bevat en op welke termijn dit niet langer houdbaar zal zijn? Wordt dit
inmiddels gemonitord? Gaat u actief proberen om de producten die op dit moment nog
bruikbaar zijn in te zetten en/of te verkopen/doneren? Zo ja, is daarvoor een plan
en kunt u dat openbaar maken?
Vraag 17
Kunt u aangeven hoeveel PBM er door andere bedrijven dan Relief Goods Alliance nog
geleverd zijn na het sluiten van de Sywert-deal en het moment dat LCH publiekelijk
bekend maakte dat er genoeg PBM waren? Zijn de lopende contracten met andere leveranciers
als gevolg daarvan herzien en is er geprobeerd deze te ontbinden, om ervoor te zorgen
dat de levering van overtollige PBM zou stoppen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Hoe strikt is de uiterste houdbaarheidsdatum bij de betreffende PBM? Is het mogelijk
de PBM te herevalueren en de houdbaarheidsdatum verantwoord aan te passen, zodat de
producten langer te gebruiken zijn? Zo nee, waarom niet? Zo, bent u bereid dit te
overwegen?
Vraag 19
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over de mondkapjesdeal?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.