Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Werner over het bericht ‘In de succesvolle tv-machine van DWDD werd menig redacteur vermalen’
Vragen van het lid Werner (CDA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «In de succesvolle tv-machine van DWDD werd menig redacteur vermalen» (ingezonden 23 november 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 november
2022).
Vraag 1
Vindt u de berichtgeving over grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer van het televisieprogramma
De Wereld Draait Door (DWDD) schrijnend en ontluisterend? Deelt u de mening dat medewerkers zich te allen
tijde beschermd moeten weten door hun werkgever?1
Antwoord 1
Ja. Grensoverschrijdend gedrag is kwetsend, vernederend en schadelijk voor het slachtoffer.
Dat laat ook deze casus van de DWDD weer zien. Het is ontoelaatbaar dat dit anno 2022
nog gebeurt. Iedereen op de werkvloer heeft recht op een veilig werkklimaat: alle
medewerkers, opdrachtnemers maar ook kandidaten en gasten die meedoen aan tv-programma’s.
En de werkgever heeft de taak en zelfs verplichting om hiervoor te zorgen.
Vraag 2
Kunt u zich de vragen van het CDA over De bescherming van deelnemers van tv programma’s zoals the Voice of Holland. d.d. 17 januari 20222 en uw antwoorden daarop d.d. 22 februari 20223 herinneren?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
In antwoord op vraag 74 – Bent u bereid in gesprek te gaan met de verschillende publieke en commerciële partijen
om te onderzoeken of dit soort beschuldigingen breder spelen bij tv-programma’s en
te bespreken hoe kandidaten in de toekomst beter kunnen worden beschermd? Zo ja, wanneer
bent u dit van plan te doen en hoe wordt de Kamer hierover op te hoogte gehouden?
– schrijft u, met verwijzing naar het antwoord op vraag 2, dat u naar aanleiding van
de uitzending van BOOS en de berichtgeving daarover heeft gesproken met «zowel RTL,
Talpa alsook de NPO». Hoe vaak hebben u, of medewerkers van uw ministerie, sindsdien
contact gehad met de NPO? Met wie van de NPO is toen gesproken? Is in die gesprekken
op enig moment melding gemaakt van grensoverschrijdend gedrag bij DWDD? Is in die
gesprekken op enig moment melding gemaakt van grensoverschrijdend gedrag bij andere
programma’s dan DWDD, bij de NPO of op commerciële zenders? Indien ja, wat is er met
deze meldingen gedaan?
Antwoord 3
Na de uitzending van BOOS en de berichtgeving heb ik inderdaad eerst contact opgezocht
met de top van alle drie de grote mediaorganisaties. De contacten met de NPO over
het onderwerp grensoverschrijdend gedrag die daarop volgden, betroffen de twee rondetafelgesprekken
die ik met zowel publieke als private mediapartijen over het onderwerp grensoverschrijdend
gedrag heb georganiseerd. Het doel van deze gesprekken was het verkennen van een vanuit
de sector gezamenlijke preventieve aanpak om grensoverschrijdend gedrag zoveel mogelijk
tegen te gaan. Gezien de vertrouwelijkheid van deze gesprekken kan ik niet ingaan
op wat er concreet is besproken. Wel kan ik uw Kamer melden dat bij geen van deze
gesprekken melding van grensoverschrijdend gedrag bij de DWDD of andere programma’s
aan de orde is geweest.
Vraag 4
Kunt u expliciet aangeven wanneer u voor het eerst hoorde over (meldingen van) grensoverschrijdend
gedrag bij DWDD en via welke kanalen? Was u verbijsterd over de ernst en de omvang
van de meldingen?
Antwoord 4
Net als uw Kamer, hebben de signalen over grensoverschrijdend gedrag bij DWDD mij
bereikt via de media. Ik heb met afschuw kennis genomen van de artikelen in de Volkskrant.
Het is moeilijk te begrijpen hoe het mogelijk is geweest dat mensen jarenlang blootgesteld
zijn aan een onveilig werkklimaat.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de wijze waarop omroep BNNVARA als werkgever, de NPO en andere betrokkenen
sinds het uitkomen van het Volkskrantartikel hebben gehandeld en gecommuniceerd? Zijn
volgens u alle juiste stappen, door de juiste verantwoordelijkheden, op de juiste
momenten en in de juiste volgorde genomen?
Antwoord 5
Mijn beeld van het verloop de afgelopen dagen is in ieder geval dat er snel is gehandeld.
BNNVARA heeft openlijk haar excuses geboden aan alle slachtoffers; een noodzakelijk
signaal omdat hiermee het leed van de slachtoffers wordt erkend. De NPO laat nu een
extern onderzoek doen door een onafhankelijke partij naar de werkomstandigheden bij
DWDD. Mede op basis daarvan komt er een actieplan waarin NPO samen met de omroepen
gaan vaststellen wat nodig is om een veilige werkomgeving te garanderen. Met de NPO
heb ik afgesproken dat zij mij informeert over de aanpak en het proces.
Vraag 6
Ziet u ook dat veel medewerkers bij de omroepverenigingen werken met kortlopende arbeidscontracten
en via schijnconstructies met zzp’ers, waardoor het nog ingewikkelder is om eventuele
misstanden aan de kaak te stellen? In hoeverre speelt volgens u hierin mee dat zowel
bij de omroepverenigingen als de NPO sprake is van een «ratrace» waarin alles draait
om kortetermijnsucces op basis van kijkcijfers, marktaandelen en streefgetallen?
Antwoord 6
Het beeld herken ik. Ook in het advies van de Raad voor Cultuur «Over de grens», dat
in juni 2022 is gepubliceerd wordt hierop ingegaan.5 De Raad constateert dat wanneer veel werknemers tijdelijke contracten hebben, dit
bijdraagt aan een gevoel van onderlinge concurrentie. Personen die hun werkomgeving
als competitief ervaren, maken significant meer grensoverschrijdend gedrag mee. Dit
heeft namelijk ook tot gevolg dat mensen zich minder durven uit te spreken wanneer
zij grensoverschrijdend gedrag ervaren of in het bijzijn ervan meemaken. De nadruk
op succes en kijkcijfers in de mediasector en de druk die dit met zich meebrengt,
zal vermoedelijk dit fenomeen versterken. Dat laat onverlet dat succes nooit een excuus
mag zijn om mensen respectloos en onwaardig te behandelen. Ook als de druk nog zo
hoog is.
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat omroepverenigingen weer personeel voor langere
tijd aan zich gaan binden op basis van fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en in een veilige
werkomgeving?
Antwoord 7
Met u deel ik dat de mensen die bij de publieke omroepen meewerken aan het neerzetten
van een stevige, onafhankelijke en kwalitatief hoogstaande publieke omroep moeten
kunnen rekenen op een fatsoenlijke betaling. Zeker omdat dit er aan bijdraagt dat
zij zich veilig voelen in hun werkomgeving en zich durven uit te spreken bij misstanden
die zij ervaren of zien gebeuren. Ik vraag dan ook nadrukkelijk zowel bij de NPO als
in mijn gesprekken met de omroepen aandacht hiervoor en zal dat ook in de toekomst
expliciet blijven doen.
Vraag 8
De NPO heeft een actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag aangekondigd. Welke voorstellen
of goede voorbeelden heeft u zelf om de veiligheid op de werkvloer bij televisie-
en radioprogramma’s te verbeteren en structureel te borgen?
Antwoord 8
In mijn reactie op het advies van de Raad voor Cultuur «Over de grens» heb ik reeds
aangegeven dat grensoverschrijdend gedrag meerdere oorzaken en gezichten heeft.6 Er is helaas niet één oplossing voor en in die brief geef ik aan welk breed palet
aan maatregelen zal bijdragen aan het verminderen van grensoverschrijdend gedrag.
Wettelijk gezien zijn werkgevers nu reeds verplicht om via de Risico-inventarisatie
en -evaluatie (RI&E) een inventarisatie te maken van de arbeidsrisico’s die in die
organisaties spelen, waaronder die van psychosociale arbeidsbelasting. Grensoverschrijdend
gedrag valt hier onder. Daarbij horen ook maatregelen om deze risico’s te beheersen.
Het kabinet werkt aan het nationaal actieprogramma tegen seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld. Dit actieprogramma zet in op maatregelen in de hele maatschappij,
waaronder ook de werkvloer. In dat kader werken werkgevers en werknemers aan een programmatische
aanpak gericht op maatregelen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel
geweld op de werkvloer. In dat zelfde kader onderzoekt de Minister van SZW enkele
aanscherpingen in de Arbowet en -regelgeving (zie ook het antwoord op vraag 12).
Verder kan tot voorbeeld dienen het Beleidskader Veilig de vloer op, dat door NAPK ontwikkeld is voor de podiumkunsten, maar voor een groot deel toepasbaar
op de mediasector. Dit beleidskader gaat in op alles wat een organisatie kan doen
om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en – wanneer het zich toch voordoet – aan
te pakken. Het gaat specifiek in op de bijzondere omstandigheden in de culturele en
creatieve sector, zoals de inzet van het lichaam als instrument, de rol van (artistiek)
leiders en de onderlinge afhankelijkheid die mensen in de sector ervaren.
Vraag 9
Op welk manier worden medewerkers van de omroepverenigingen en NPO op een veilige
en verantwoorde manier bij zowel het actieplan als het externe onderzoek betrokken?
Antwoord 9
De NPO heeft mij laten weten dat de Centrale Ondernemingsraad van de NPO zal worden
geïnformeerd over de opzet van het extern uitgevoerde en onafhankelijke onderzoek
en de uitkomsten van hiervan. Tevens zal de Centrale Ondernemingsraad van de NPO worden
betrokken bij het actieplan. In het overleg van de HR-managers van alle omroepen zal
het actieplan eveneens worden besproken evenals de wijze waarop de eigen medewerkers
– waaronder ook externe inhuur – zullen worden geïnformeerd.
Vraag 10
Vindt er nu al met enige regelmaat een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats onder
zowel medewerkers van alle omroepverenigingen als medewerkers van de NPO? Worden hierbij ook de kortlopende contracten en (schijn-)zzp’ers
meegenomen?
Antwoord 10
Uit de eerdere inventarisatie m.b.t. het borgen van de veilige werkomgeving die de
NPO dit voorjaar heeft uitgevraagd bij de omroepen, blijkt dat vrijwel alle omroepen
onderzoeken houden onder hun personeel. Bij de onderzoeken die de NPO-organisatie
uitvoert, worden zzp’ers en uitzendkrachten en stagiaires meegenomen. Het is de verwachting
dat dit ook het geval is bij alle omroepen, omdat dit de gangbare praktijk is. Ik
heb de NPO gevraagd om dit na te gaan.
Vraag 11
Wie is opdrachtgever om onderzoek te doen naar de werkomstandigheden bij DWDD en hoe
luidt de precieze onderzoeksopdracht? Is er volgens u aanleiding om breder naar de
werkomstandigheden in televisie- en radioprogramma’s te kijken?
Antwoord 11
Ik heb de NPO gevraagd om op te treden als opdrachtgever voor het onderzoek naar de
werkomstandigheden bij DWDD, vanwege haar wettelijke sturings- en coördinatietaak.
Deze opdracht zal worden verleend aan een externe onafhankelijke partij. Om de kwaliteit
van het onderzoek te bewaken zal er een externe adviescommissie worden ingesteld.
Verder zal de NPO ook het Commissariaat voor de Media betrekken bij het onderzoek.
Ten tijde van het schrijven van deze antwoorden is de precieze onderzoeksopdracht
nog niet bekend. Verder is er is inderdaad aanleiding om breder te kijken naar de
werkomstandigheden. Daarin zal worden voorzien met het actieplan waarin de NPO samen
met de omroepen concrete stappen gaat vaststellen die nodig zijn om een veilige werkomgeving
te garanderen.
Vraag 12
Volgens artikel 3, tweede lid van de Arbeidsomstandighedenwet ligt de primaire verantwoordelijkheid
voor het voorkomen van ongewenst gedrag op de werkvloer bij de werkgever. Welke mogelijkheden
ziet u om de Arbeidsomstandighedenwet en/of het Arbeidsomstandighedenbesluit aan te
scherpen en bijvoorbeeld arboartsen een (nog) grotere rol te geven bij het signaleren
van grensoverschrijdend gedrag?
Antwoord 12
De Arbeidsomstandighedenwet valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van
SZW. Zij stimuleert de naleving van de verplichte Risico-inventarisatie en -evaluatie
(RI&E) via het Meerjarenprogramma RI&E om de naleving van de RI&E, waarin speciale
aandacht is voor psychosociale arbeidsbelasting.
De Minister van SZW is bovendien namens het kabinet samen met de Minister van OCW
coördinator van het nationaal actieprogramma tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag
en seksueel geweld. Binnen dit actieprogramma is onder andere aandacht voor scherpere
normering op het werk via wet- en regelgeving en voor de rol van omstanders. In aanvulling
op het initiatiefwetsvoorstel van lid Maatoug (GroenLinks) voor het verplichten van
een vertrouwenspersoon voor werkgevers, onderzoekt de Minister van SZW in het kader
van het actieprogramma het verplichten van een gedragscode en een klachtenprocedure
en -commissie. Uw Kamer ontvangt het actieprogramma begin van het nieuwe jaar.
Vraag 13
Wat is tot dusver het resultaat van de drie interventies die u begin dit jaar naar
aanleiding (van meldingen) van seksueel wangedrag op de werkvloer bij The Voice of Holland aankondigde, te weten in gesprek gaan met de sector, ondersteuning van het meldpunt
mores.online en de opvolging van de acties uit het advies van de Raad voor Cultuur?
Antwoord 13
Met de gesprekken heb ik de urgentie bij de sector willen overbrengen voor een gezamenlijke
preventieve aanpak vanuit de sector. Die wordt ook gedeeld. Binnen afzienbare tijd
komt de sector met een gezamenlijke convenant over hoe ze grensoverschrijdend gedrag
willen aanpakken. Snel daarna – waarschijnlijk begin volgend jaar – ga ik samen met
regeringscommissaris Hamer weer om tafel met deze sector om deze te bespreken. Ook
hebben een aantal mediaorganisaties zich bij het meldpunt Mores.online aangesloten.
Momenteel krijgt Mores.online een bijdrage vanuit het ministerie via de Rijkscultuurfondsen
van € 200.000,- voor de periode tot en met 2023. Het werk van Mores.online zal ik
ook na 2023 financieel blijven ondersteunen. Voor de opvolging van de acties uit het
advies van de Raad voor Cultuur verwijs ik graag naar de brief die ik hierover heb
geschreven aan uw Kamer op 2 november 20227.
Vraag 14
Welke rol heeft de regeringscommissaris grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld
in deze kwestie? Wat houdt haar rol in bredere zin in en wat heeft zij sinds haar
aanstelling gedaan?
Antwoord 14
De NPO is met de regeringscommissaris in gesprek over haar eventuele betrokkenheid
in het onderzoek naar deze kwestie.
De rol van de regeringscommissaris in bredere zin houdt in dat zij gevraagd en ongevraagd
het kabinet en andere partijen adviseert over de aanpak van seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld en vormt een boegbeeld voor het maatschappelijk gesprek
om tot een cultuurverandering te komen. De primaire focus van haar activiteiten ligt
bij seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, maar waar de aanpak andere vormen van grensoverschrijdend gedrag of geweld
raakt zal zij dit in haar werkzaamheden meenemen en hier desgevraagd over adviseren.
Uit de gesprekken die zij tot nu toe heeft gevoerd met organisaties en individuen
komt namelijk naar voren dat seksueel grensoverschrijdend gedrag vaak samenhangt met
andere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Momenteel voert zij verdiepende gesprekken
met een dwarsdoorsnede van het maatschappelijk middenveld, bedrijven en ervaringsdeskundigen
over seksueel grensoverschrijdend gedrag als fenomeen, hoe dit te adresseren en welke
kansen en uitdagingen er liggen in de preventieve, repressieve en curatieve sfeer.
Ten aanzien van de media is zij betrokken bij gesprekken die ik heb geïnitieerd met
omroepen waaronder over hun initiatief om tot een convenant te komen waarbij zij zich
maximaal zullen inspannen voor een veilige werkcultuur waarin alle vormen van grensoverschrijdend
gedrag worden tegengegaan.
Vraag 15
Wilt u deze vragen elk afzonderlijk, met spoed en voor het Wetgevingsoverleg Media
(28 november 2023) beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.