Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het bericht “Forse verhoging prijzen bus, trein- en metrokaartjes dreigt volgend jaar”
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Forse verhoging prijzen bus, trein- en metrokaartjes dreigt volgend jaar» (ingezonden 5 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 25 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 445.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Forse verhoging prijzen bus, trein- en metrokaartjes
dreigt volgend jaar»?1
Antwoord 1
Ja, dat bericht heb ik gelezen.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de decentrale ov-autoriteiten (DOVA) en de consumentenorganisaties
lijken voor te sorteren op een verhoging van de ticketprijzen van 7 procent voor bus,
tram en metro?
Antwoord 2
De bevoegdheid voor de tarieven van het stad- en streekvervoer liggen bij de decentrale
overheden.
Jaarlijks worden de tarieven in het stad en streekvervoer geïndexeerd aan de hand
van de Landelijke Tarief Index (LTI). De LTI is gebaseerd op de algemene kostenverandering
in het decentraal ov gemeten via de lonen, de energieprijzen en overige kosten, waarbij
de overige kosten de inflatie volgen.
Vraag 3
Zou een dergelijke tariefsverhoging voor u acceptabel zijn?
Antwoord 3
De bevoegdheid voor de tarieven van het stad- en streekvervoer liggen bij de decentrale
overheden.
De jaarlijkse tariefindexatie verloopt via een vaste systematiek waarbij de ontwikkeling
van verschillende kostensoorten leidt tot een verhoging van de tarieven.
Vraag 4
Bent u in overleg met de decentrale overheden over deze tariefstijgingen?
Antwoord 4
Zoals ik hiervoor aangaf zijn de tarieven in het stad- en streekvervoer een decentrale
verantwoordelijkheid en kent de indexatie van deze tarieven een vaste systematiek.
Ik zal de uitkomsten van het KiM-onderzoek over effecten van tariefverlagingen in
het ov bespreken in het NOVB, met als doel tot een gezamenlijk voorstel voor de ontwikkeling
van tarieven in het ov te komen. Ik verwacht u hier voor de zomer van 2023 over te
kunnen informeren.
Vraag 5
In hoeverre speelt het niet voortzetten van de door de provincies en vervoerders gevraagde
vangnetregeling over 2023 een rol bij deze dreigende prijsstijgingen?
Antwoord 5
Gezien de onzekerheid in de sector over de reizigersaantallen in 2023 en de veranderde
reizigersvraag hebben de gezamenlijke overheden in het NOVB besloten een gezamenlijk
vangnet transitievergoeding voor 2023 in te stellen.2 Er is geen relatie tussen het gezamenlijke vangnet en de (decentrale) ov-tarieven
omdat deze laatste samenhangt met de kostenverandering in het decentraal ov.
Vraag 6
Bent u bereid om de door u beschikbaar gestelde transitievergoeding voor het Openbaar
Vervoer (OV) op te hogen nu vervoerders kampen met hoge energielasten en stijgende
personeelstekorten?
Antwoord 6
Voor de transitievergoeding stel ik vanuit mijn ministerie maximaal € 150 miljoen
ter beschikking. Het gezamenlijke transitievangnet voor 2023 maakt voldoende, betrouwbaar
en veilig ov mogelijk en stelt vervoerders in staat de transitie te maken naar het
«nieuwe normaal» na corona.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het -zeker gezien de huidige kostenstapeling voor consumenten-
niet verstandig en wenselijk is om het openbaar vervoer nog duurder te maken voor
de reiziger?
Antwoord 7
Ik zie dat de betaalbaarheid van het ov onder druk staat. Zoals ik echter aangaf,
zijn de tarieven in het stad- en streekvervoer een decentrale verantwoordelijkheid
en kent de indexatie van deze tarieven een vaste systematiek.
Vraag 8
Klopt het dat ook de ticketprijzen van de NS met ruim drie procent zullen stijgen?
Antwoord 8
Op 3 november 2022 heeft NS de reizigerstarieven voor 2023 vastgesteld3. De gemiddelde stijging van alle verschillende kaartsoorten (beschermd en onbeschermd)
bedraagt 4,3%. Binnen de beschermde tariefsoorten worden de enkele reizen 2e klas
vol tarief verhoogd met gemiddeld 5,51%. Traject Vrij en Altijd Vrij (allen 2e klas)
worden gemiddeld verlaagd met 2,38%.
Vraag 9
Wat zou dit betekenen voor de mogelijke prijsstijging van de «niet-beschermde» treintickets?
Antwoord 9
Ook bij de niet-beschermde treintickets en -abonnementen is er variatie in prijsaanpassing.
Voor een gedetailleerd overzicht verwijs ik naar het tarievenbesluit 20234 van NS.
Vraag 10
Hoe kijkt u in het licht van de dreigende prijsverhogingen in het OV naar het nieuws
dat de filedruk momenteel zienderogen stijgt?5
Antwoord 10
Na het beëindigen van de mobiliteitsbeperkende maatregelen i.v.m. covidpandemie, begin
2022, is de automobiliteit weer aan het toenemen; de filedruk was in september hoger
dan de precorona-waarden uit 2019, maar in oktober weer lager. Over het hele jaar
gezien is de filedruk nog ongeveer 20% lager.
Indien reizigers per 2023 besluiten geen gebruik meer te maken van het ov, dan kan
dat een modal shift naar andere vervoermiddelen zoals de auto betekenen. Dit is onder
meer afhankelijk van de autobeschikbaarheid en af te leggen afstand. Andere mogelijke
gedragsaanpassingen kunnen zijn dat de reis niet of op een ander moment wordt gemaakt.
Vraag 11
Deelt u de mening van de leden van de SP-fractie dat een stijging van nul procent
van de OV-prijzen noodzakelijk is om meer reizigersverlies te voorkomen en daarmee
eveneens de filedruk tegen te gaan? Zo ja, wat gaat u doen om hiervoor te zorgen?
Antwoord 11
Ik heb aandacht voor de stijgende ov-prijzen. Ik ga echter niet over de tarieven,
de tariefbevoegdheid ligt bij decentrale overheden en NS. Bovendien betekent een tariefstijging
van nul procent dat vervoerders de door inflatie stijgende kosten (personeel, materieel,
energie) niet kunnen doorberekenen en kostenbesparingen moeten doorvoeren die impact
zullen hebben op (de kwaliteit van) het ov-aanbod.
Vraag 12
Bent u bereid om aanvullende maatregelen te treffen teneinde de betaalbaarheid van
het OV te verbeteren?
Antwoord 12
OV bedrijven zijn in hun concessies bezig om de reizigers terug te krijgen met verschillende
tijdelijke kortingsacties en nieuwe flexibele soorten abonnementen. Dit is ook een
uitvloeisel van de transitieafspraken in het Nationaal OV Beraad (NOVB). Daarnaast
heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) geanalyseerd welke instrumenten
ingezet kunnen worden om de modaliteitsshift van auto naar OV te bevorderen. Ik zal
de uitkomsten van het KiM-onderzoek bespreken in het NOVB, met als doel tot een gezamenlijk
voorstel voor de ontwikkeling van tarieven in het ov te komen. Ik verwacht u hier
voor de zomer van 2023 over te kunnen informeren.
Vraag 13
Hoe denkt u gezien de huidige prijsstijgingen over het voorstel van de leden van de
SP-fractie om de BTW op OV-tickets af te schaffen?
Antwoord 13
In lijn met het plan van aanpak ten aanzien van fiscale regelingen dat op Prinsjesdag
met de Kamer is gedeeld waarbij de inzet juist is om fiscale regelingen te beperken,
is het kabinet terughoudend ten aanzien van introductie of uitbreiding van fiscale
regelingen. Dat blijkt ook uit het toetsingskader fiscale regelingen dat het kabinet
hanteert. Het verlaagde btw-tarief wordt in algemene zin geëvalueerd door het Ministerie
van Financiën. Onderdeel van deze evaluatie is de doeltreffendheid en doelmatigheid
van verlaagde btw-tarieven. Het kabinet wil de uitkomsten van deze evaluatie, waarin
ook de btw op openbaar vervoer wordt meegenomen, afwachten en meenemen in verdere
beleidsmatige keuzes rond btw-tarieven.
Vraag 14
Bent u bekend met de kortingsacties die in omringende landen zijn genomen om het OV
te stimuleren?
Antwoord 14
Ja, en deze worden in de bovengenoemde KiM studie ook geanalyseerd.
Vraag 15
Bent u bereid om de mogelijkheden tot het invoeren van landelijke kortingsacties voor
het Nederlandse OV te onderzoeken?
Antwoord 15
De uitkomsten van het bovengenoemde KiM onderzoek geven richting aan de maatregelen
die we in Nederland kunnen nemen. Die zal ik met de tariefbevoegde overheden en vervoerders
in het NOVB bespreken.
Vraag 16
Deelt u de mening dat de resultaten van het KiM-onderzoek (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid)
naar prijsprikkels te laat komen om nog van invloed te zijn op de bestuurlijke beslissingen
over de ticketprijzen van volgend jaar?
Antwoord 16
Ja, de indexatie van de prijzen in het ov is inmiddels vastgesteld conform de daarvoor
gebruikelijke procedures.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.