Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kat over het artikel 'Voedselbank Almere kan drukte bijna niet aan'
Vragen van het lid Kat (D66) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het artikel «Voedselbank Almere kan drukte bijna niet aan» (ingezonden 5 juli 2022).
Antwoord van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) (ontvangen
25 november 2002). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3824.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Voedselbank Almere kan drukte bijna niet aan»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het bericht dat er een groter beroep wordt gedaan op armoederegelingen en
voedselbanken?
Antwoord 2
Te veel mensen kampen in Nederland met ernstige geldzorgen. Door de hoge energieprijzen,
krappe woningmarkt en hoge inflatie staat de bestaanszekerheid van een groeiende groep
mensen onder druk. Hierdoor kunnen mensen zich genoodzaakt voelen aanspraak te maken
op hulp van de voedselbanken of andere lokale armoederegelingen. Dit betekent dat
er een groter beroep wordt gedaan op de lokale voedselbanken, aldus Voedselbanken
Nederland. Ook de partijen verenigd binnen Sam& melden dat er een toename zichtbaar
is in de aanvraag van voorzieningen in natura voor kinderen. Deze signalen baren mij
zorgen en de bijbehorende ervaringsverhalen die ik hoor, zijn schrijnend.
Het kabinet heeft daarom op Prinsjesdag diverse maatregelen aangekondigd. Zo is er
een uitzonderlijk koopkrachtpakket tot stand gekomen2 en zijn aanvullende maatregelen aangekondigd, waaronder een prijsplafond voor de
energierekening en een tijdelijk noodfonds3.
Ook via de aanpak geldzorgen, armoede en schulden4 wil het kabinet geldzorgen voorkomen en aanpakken.
Vraag 3
In hoeverre heeft u er zicht op of de beschikbare middelen van lokale organisaties
voldoende zijn om aan deze toegenomen vraag tegemoet te komen en is er sprake van
het ontstaan van wachtlijsten?
Antwoord 3
Hoewel het kabinet geen uitputtend zicht heeft op de beschikbare middelen van alle
(lokale) organisaties die zich inspannen om armoede tegen te gaan, is in de afgelopen
periode wel bij belangrijke armoedeorganisaties gevraagd naar de actuele ontwikkelingen.
Zo signaleren de voedselbanken en de partijen verenigd in SAM& dat het aantal aanvragen
toeneemt. Achter deze toename gaan financiële problemen van mensen schuil. Het kabinet
heeft daarom op Prinsjesdag maatregelen aangekondigd op het terrein van koopkracht
en de energierekening.
Het kabinet stelt in 2022 bovendien 35 miljoen euro incidentele middelen beschikbaar
aan gemeenten om zowel via vroegsignalering als via de bijzondere bijstand gerichte
hulp te kunnen geven.
Met betrekking tot de voedselbanken is het van belang dat deze voldoende voedsel hebben
om hun klanten te bedienen. Toegang tot voldoende (gezond) voedsel is essentieel in
het tegengaan van gezondheidsachterstanden, waar de doelgroep een hoger risico op
heeft. Op 4 oktober jl. heb ik u via de brief over de stand van zaken geldzorgen,
armoede en schulden geïnformeerd over de ondersteuning die het kabinet aan Voedselbanken
Nederland (VBNL) biedt.5 Zo is afgesproken dat VBNL het resterende deel van de eerder verstrekte subsidie
van vier miljoen euro, indien nodig, nog dit jaar volledig kan inzetten om voedsel
in te laten kopen. Ook zullen VBNL en SZW bezien hoe partijen in de maatschappij meer
gemobiliseerd kunnen worden om in deze moeilijke maanden extra ondersteuning te bieden
aan de voedselbanken. Verder heb ik de bereidheid uitgesproken om, indien nodig, in
2023 aanvullende middelen ter beschikking te stellen.
Vraag 4
Herkent u het beeld dat deze toename mede wordt veroorzaakt door mensen die boven
de armoedegrens leven maar toch niet rond kunnen komen?
Antwoord 4
Ja, dit gaat gepaard met veel stress bij deze huishoudens. Het kabinet heeft dan ook
op Prinsjesdag een uitzonderlijk koopkrachtpakket gepresenteerd en aangegeven dat
het kabinet een prijsplafond wil invoeren voor de energierekening. In aanvulling hierop
heeft het kabinet in de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden oog voor werkenden
met een laag inkomen. Zo zal deze groep bijzondere aandacht krijgen in de aanpak van
niet-gebruik van financiële ondersteuning.
Vraag 5
In hoeverre lukt het voedselbanken en armoedeorganisaties om deze groep te bereiken?
Antwoord 5
De laatste jaren is er meer aandacht gekomen voor mensen die werken, maar toch moeite
hebben om rond te komen. Deze aandacht is belangrijk, het is een start om het taboe
rond geldzorgen te doorbreken. Deze groep mensen maakt door schaamte en/of onbekendheid
met regelingen niet altijd gebruik van bestaande ondersteuningsmogelijkheden. Het
tegengaan van «niet-gebruik» van de ondersteuning die er voor hen beschikbaar is,
is één van de acties uit de aanpak geldzorgen, armoede en schulden.
Voedselbanken en andere armoedeorganisaties streven er, in samenwerking met gemeenten,
naar om bestaande en nieuwe doelgroepen zo goed mogelijk te bereiken. Hiervoor hebben
zij lokale en landelijke acties. Voedselbanken Nederland werkt met het project Onder
de Radar aan het proactief bereiken van zoveel mogelijk mensen die in aanmerking komen
voor hulp.
De partijen verenigd binnen Sam& hebben met subsidie van het Ministerie van SZW een
toolkit ontwikkeld om kinderen van werkende ouders met een laag inkomen beter te bereiken.6
Vraag 6
Kan het zijn dat bepaalde groepen worden uitgesloten van armoederegelingen vanwege
hun bruto inkomen, terwijl hun besteedbare inkomen hen wel afhankelijk maakt van ondersteuning?
Antwoord 6
Ja, dat kan. Gemeenten zijn vrij om een eigen keuze te maken in de inkomensnorm die
zij hanteren voor minimaregelingen. Deze regelingen verschillen per gemeente en elke
gemeente bepaalt aan welke (inkomens)eisen inwoners moeten voldoen om hier aanspraak
op te maken. Gemeenten kunnen individueel maatwerk bieden als de situatie daarom vraagt,
bijvoorbeeld met de bijzondere bijstand.
Vraag 7
Bent u bereid in gesprek te gaan met voedselbanken en lokale organisaties om te bespreken
hoe ook deze nieuwe groep goed bediend kan worden?
Antwoord 7
Ik ben voortdurend in gesprek met diverse maatschappelijke organisaties, waaronder
de voedselbanken. Deze organisaties waren intensief betrokken bij de totstandkoming
van de aanpak geldzorgen, armoede en schulden. Ook recent heb ik nog met diverse partijen,
zoals Voedselbanken Nederland, overleg gehad. De komende tijd zal ik in gesprek blijven
met betrokken partijen ver ondersteuning van de doelgroep die geraakt wordt door de
stijgende voedselprijzen. Daarbij zet ik mij samen met alle partners in om deze nieuwe
groep zo goed mogelijk te bedienen.
Vraag 8
In hoeverre hebben gemeentes moeite om geld vrij te maken voor lokale armoederegelingen
vanwege de toegenomen druk op deze voorzieningen?
Antwoord 8
Het kabinet ontvangt signalen, onder meer van gemeenten maar ook van mensen zelf,
dat mensen zich grote zorgen maken over het feit dat met name huishoudens met lage
inkomens hard worden geraakt door de uitzonderlijk hoge inflatie. Daarom heeft het
kabinet maatregelen rond koopkracht en de energierekening getroffen. Bovendien stelt
het kabinet in 2022 een bedrag van 35 miljoen euro aan incidentele middelen beschikbaar
aan gemeenten voor gerichte hulp via vroegsignalering en de bijzondere bijstand. Daarnaast
stelt het kabinet structureel 120 miljoen euro beschikbaar voor de Aanpak geldzorgen,
armoede en schulden. Een substantieel deel van dit bedrag (40 miljoen euro structureel
per jaar) is beschikbaar voor gemeenten om de lokale dienstverlening te versterken.
Vraag 9
Kunt u inzicht geven in hoe de Europees Sociaal Fonds (ESF+-)gelden die beschikbaar
zijn gekomen voor steun aan de voedselbanken zijn besteed?
Antwoord 9
Deze gelden zijn nog niet besteed. In de wijzigingsregeling ESF+ van 13 september
2022 (Staatscourant 2022-24 085) is voor dit onderdeel van het ESF+ programma € 15,8 miljoen subsidie beschikbaar
gesteld. Vanaf 3 oktober 2022 wordt een «open call» uitgezet waar organisaties, werkzaam
op het terrein van voedselhulp, een projectplan voor kunnen indienen. De aanvrager
wiens projectplan als beste wordt beoordeeld kan daarna starten met de uitvoering
van dit projectplan.
Vraag 10
Welke ondersteuning kunt u bieden aan lokale organisaties en gemeenten om de toegenomen
hulpvraag beter te kunnen coördineren en opvangen?
Antwoord 10
Het kabinet wil gemeenten en maatschappelijke organisaties ondersteunen om de toegenomen
hulpvraag beter te kunnen opvangen. Het kabinet heeft daarom via de augustusbesluitvorming
een bedrag van 200 miljoen euro vrijgemaakt voor aanvullende en incidentele inzet
op het terrein van armoede en schulden in de jaren 2022, 2023 en 2024. In 2022 is
50 miljoen euro beschikbaar en in zowel 2023 als 2024 is 75 miljoen euro beschikbaar.
Van de middelen voor 2022 wordt een substantieel deel (35 miljoen euro) verstrekt
aan gemeenten om gerichte hulp te kunnen bieden via vroegsignalering en bijzondere
bijstand. Ook stelt het kabinet middelen beschikbaar om mensen die door de gestegen
energierekening in de problemen dreigen te komen gericht door te verwijzen naar de
juiste hulp (o.a. via een financiële impuls aan de Nederlandse Schuldhulp Route NSR).
Bovendien verstrekt het kabinet middelen aan gemeenten om studenten, die als gevolg
van de stijgende prijzen in ernstige financiële problemen dreigen te komen, individuele
bijzondere bijstand kunnen verstrekken.
In (de financiële bijlage bij) de Kamerbrief van 23 november jl. over het implementatieplan
Aanpak geldzorgen, armoede en schulden heb ik nader inzicht gegeven in de verdeling
van de middelen over 2023 en 20247.
Daarnaast stelt het kabinet structureel 120 miljoen euro beschikbaar voor de Aanpak
geldzorgen, armoede en schulden. De Kamerbrief over het implementatieplan Aanpak geldzorgen,
armoede en schulden biedt ook nader inzicht in de verdeling van deze middelen over
de jaren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.