Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Mohandis over ‘De impact van geldstress en schulden op de (mentale) gezondheid van mensen’
Vragen van de leden Kuiken en Mohandis (beiden PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Langdurige Zorg en Sport over de impact van geldstress en schulden op de (mentale) gezondheid van mensen (ingezonden 16 september 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (ontvangen 24 november
2022).
Vraag 1
Bent u zich ervan bewust dat geldstress kan leiden tot meer mentale en ook fysieke
klachten?1
Antwoord 1
Ja, uit diverse onderzoeken blijkt dat er een sterke wisselwerking is tussen armoede
en gezondheid. Het recente advies «Van schuld naar schone lei» van de Raad voor Volksgezondheid
& Samenleving (RVS) bevestigt dat schulden ook een volksgezondheidsprobleem zijn2. Mensen met problematische schulden hebben vaker te maken met psychische klachten
en/of stoornissen, ze ervaren meer en vaker lichamelijke klachten en beperkingen.
Tegelijkertijd spelen gezondheidsproblemen vaak een cruciale rol bij problematische
schulden.
Vraag 2
Verwacht u dat de druk op de zorg zal toenemen, specifiek op de huisartsen en ggz,
nu steeds meer mensen niet rond kunnen komen? Zo ja, gaat u extra maatregelen nemen
om ondersteuning te bieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
We weten dat er een verband is tussen stress vanwege geldzorgen en de fysieke- en
mentale gezondheid. Huisartsen en GGZ-hulpverleners zien dit ook terug in hun praktijk.
In welke mate de economische situatie doorwerkt in de zorg is op voorhand niet te
zeggen. Dit kabinet neemt maatregelen gericht op het borgen van bestaanszekerheid,
schulden te voorkomen en op te lossen. Ik verwijs hiervoor naar de Kamerbrief «Aanpak
geldzorgen, armoede en schulden» 3 van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, van 12 juli. Deze
aanpak is breed en richt zich onder andere op vroeg signalering, en daarbij snellere
en beter toegankelijke hulp en meer mogelijkheden om uit geldzorgen te blijven en
schulden te voorkomen en sneller uit schulden te komen.4 Daarbij werken het Ministerie van VWS en SZW samen aan verschillende acties om de
samenwerking tussen het zorg- en het sociaaldomein te versterken. Bijvoorbeeld het
ondersteunen en stimuleren van samenwerking tussen sociaal domein, huisartsenzorg
en ggz voor van huisartsenpraktijken met het signaleren en bespreekbaar maken van
geldzorgen, en het warm overdragen van patiënten naar schuldhulpverlening.5 Hierdoor zijn patiënten beter geholpen, verminderd de druk op de zorg en hebben gemeenten
problemen eerder en beter in beeld. Ook hebben SZW en VWS de SER om advies gevraagd
over maatregelen binnen het stelsel van de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid en het
sociaal domein om gezondheidsachterstanden aan te pakken. Het advies van de SER kan
mogelijk bijdragen aan het terugdringen van gezondheidsachterstanden.
Naast bovenstaande maatregelen ben ik samen met de Minister voor Langdurige Zorg en
Sport en de bewindspersonen van SZW en OCW de landelijke aanpak «Mentale Gezondheid:
van ons allemaal» gestart.6 Wij zetten daarmee in op een beweging voor een mentaal gezond Nederland. De mentale
gezondheid van de Nederlandse bevolking staat namelijk al langer onder druk. Dit als
gevolg van verschillende sociaal maatschappelijke ontwikkelingen waaronder geldzorgen
door de stijgende (energie)kosten. Eén van de activiteiten die we vanuit de aanpak
ondernemen op het gebied van ondersteuning is dat we samen met Mind Us kijken hoe
we de inzet van laagdrempelige inloopmogelijkheden voor mensen kunnen verbeteren,
onder andere door deze beter in kaart te hebben en daarmee beter vindbaar te maken.
Ook werken we samen met MIND Us aan het beter verbinden van deze initiatieven in de
buurt met belangrijke vindplekken online, zoals chats en websites, maar ook luisterlijnen.
Met deze activiteiten zetten we in op het versterken van de mentale gezondheid van
alle Nederlanders en bieden we laagdrempelige ondersteuning waar gewenst.
Vraag 3
Hoe neemt u deze kennis mee in discussies binnen het kabinet over maatregelen tegen
de stijgende energierekening?
Antwoord 3
Deze kennis neem ik en mijn collega’s in het kabinet mee in de gesprekken over maatregelen
en oplossingen tegen de stijgende energierekening. Het kabinet heeft onlangs aanvullende
maatregelen genomen om de hoge energieprijzen te compenseren.
7 Nog voordat het prijsplafond vanaf 1 januari in werking treedt, krijgen huishoudens
al een tegemoetkoming van 190 euro in de maanden november en december.8
Vraag 4
Deelt u onze mening dat de impact van maatregelen op de (mentale) gezondheid van mensen
zou moeten worden meegenomen in beleidskeuzes over de stijgende energierekening? Zo
ja, hoe gebeurt dat nu? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het kabinet is zich ervan bewust dat gezondheidsvraagstukken sociale vraagstukken
zijn en visa versa. Dit versterkt onze ambities om financiële problemen te voorkomen
en op te lossen. De investeringen in sociale vraagstukken kennen domein overstijgende
baten. Het kabinet werkt mede daarom hard aan maatregelen gericht op het ondersteunen
van de mensen die het hardst worden geraakt door de stijgende energierekening.9
Vraag 5
Hoe zijn de gevolgen van geldstress op de (mentale) gezondheid meegenomen in de overwegingen
om tot een fonds energieschulden te komen, waarmee mensen alleen worden geholpen als
ze al zwaar in de financiële problemen zitten en dus al de schadelijke gevolgen van
geldstress hebben ervaren?
Antwoord 5
Het kabinet heeft verschillende maatregelen getroffen om geldzorgen, -stress, schulden
en armoede zoveel mogelijk te voorkomen en terug te dringen. We staan aan de lat voor
een grote opgave. Dat wil niet zeggen dat het kabinet de doelstellingen laat varen.
Het kabinet versterkt met een uitzonderlijk groot pakket aan koopkrachtmaatregelen
in de Miljoenennota 2023 de inkomenspositie van mensen om de negatieve effecten van
de hoge prijzen te dempen. In aanvulling hierop heeft het kabinet op 20 september
2022 aangekondigd met aanvullende maatregelen ten aanzien van de energierekening te
komen, waaronder de instelling van een tijdelijk prijsplafond voor kleinverbruikers,
zoals huishoudens, zzp’ers en kleine bedrijven10. Door dit plafond worden schommelingen in de energieprijzen deels opgevangen door
de overheid en ontstaat er voor kleinverbruikers meer zekerheid over de energiekosten.
Ondanks alle maatregelen, en de energiebesparende maatregelen die men zelf kan nemen,
kan de situatie zich voordoen dat er toch huishoudens zijn die in de financiële problemen
komen. Zonder hulp zullen deze huishoudens problematische schulden gaan opbouwen.
Om dit te voorkomen wordt momenteel de mogelijkheid van een tijdelijk noodfonds verkend.
Vraag 6
Deelt u onze mening dat het voor het mentale welzijn beter zou zijn om mensen te helpen
voordat ze in de geldproblemen komen (bijvoorbeeld door een prijsplafond voor energie)
dan als ze al grote geldproblemen hebben (bijvoorbeeld via het fonds energieschulden)?
Zo ja, hoe kunnen mensen dit terug gaan zien in kabinetsbeleid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik deel de mening dat het altijd beter is om geldproblemen te voorkomen. Daarom heeft
het kabinet verschillende maatregelen genomen om financiële problemen te voorkomen,
zoals een tijdelijk prijsplafond voor gas en elektriciteit, het verhogen van sociaal
minimum en de intensivering van vroegsignalering en een korting op de energie rekening
in november en december 2022.
Vraag 7
Hoe verhoudt de keuze voor een fonds energieschulden zich tot de inzet van dit kabinet
op preventie bij mentale gezondheid? Staan deze twee zaken niet haaks op elkaar?
Antwoord 7
Nee. Het kabinet neemt maatregelen om financiële problemen te voorkomen én op te lossen,
zoals in het antwoord op vraag 6 is geschetst. De situatie kan zich voordoen dat er
toch huishoudens zijn die in de financiële problemen komen. Voor die groep wordt nu
de mogelijkheid van een tijdelijk noodfonds verkend.
Met de kabinetsbrede aanpak «Mentale Gezondheid: van ons allemaal» zet ik mij samen
met mijn collega’s uit het kabinet, mensen uit de doelgroep en verschillende betrokken
veldpartijen in op het bevorderen van de mentale gezondheid. Want de urgentie om gezamenlijk
aan de slag te gaan op mentale gezondheid is hoog. Er bestaan namelijk al langer zorgen
over de mentale gezondheid van de Nederlandse bevolking. Zo noemt de Volksgezondheidstoekomstverkenning
2020 dit een van de grootste gezondheidsrisico’s voor de toekomst.11 We hebben bij het uitwerken van de aanpak aandacht voor achterliggende problematiek
en sociaal maatschappelijke vraagstukken (zoals armoede, bestaanszekerheid, sociale
basis etc.) en zetten in op een mental health in all-policies benadering.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.