Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over een mogelijk verband tussen de start van de najaars-vaccinatiecampagne en de oplopende sterfte
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een mogelijk verband tussen de start van de najaars-vaccinatiecampagne en de oplopende sterfte (ingezonden 11 oktober 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 555.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving aangaande vermeende oplopende meersterfte
en de start van de vaccinatiecampagne in het najaar?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat de wekelijkse sterfte direct na de start van de najaarscampagne hoger
werd dan verwacht? Zo ja, hoe reflecteert u op deze cijfers?
Houdt u er rekening mee dat de stijging van sterfte verband zou kunnen houden met
de start van de vaccinatiecampagne in het najaar? Zo ja, gaat u hier onderzoek naar
doen en op welke manier? Zo nee, waarom acht u dit verband niet mogelijk?
Antwoord 2 en 3
Het klopt dat in de tweede helft van september wekelijks meer mensen zijn overleden
dan verwacht.2 Hier geldt dat correlatie geen causaliteit bewijst, zoals ook nadrukkelijk is aangegeven
in het bericht waar in vraag 1 naar verwezen wordt, en dat de oversterfte verschillende
andere oorzaken kan hebben. In eerder onderzoek van het CBS en het RIVM kon geen oorzakelijk
verband tussen COVID-19-vaccinatie en een verhoogd risico op overlijden worden aangetoond.
Daarnaast worden meldingen van overlijden na vaccinatie doorlopend gemonitord en onderzocht
door Bijwerkingencentrum Lareb. Over de resultaten van onderzoek naar oversterfte
en de zorgvuldige wijze waarop bijwerkingen van vaccinaties in Nederland worden gemonitord
heb ik de Kamer geïnformeerd, onder meer in antwoord op de schriftelijke vragen van
het lid Van Haga (Groep Van Haga) van 5 juli3, 25 juli4, 31 augustus5 en 2 september jl.6 en van het lid Van Houwelingen (FvD) van 17 augustus jl.7 Er zijn geen aanwijzingen dat de herhaalprik tegen COVID-19 zou leiden tot een verhoogd
risico op overlijden. Het is daarom aannemelijk dat de samenloop van een stijging
van de sterftecijfers met de start van de herhaalprikronde op toeval berust.
Vraag 4
Houdt u er rekening mee dat de afweer van de in eerste instantie voor een herhaalprik
opgeroepen ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid door de vaccinatie mogelijk
(tijdelijk) verder is verzwakt, waardoor hun risico op overlijden (als gevolg van
andere aandoeningen) (tijdelijk) is verhoogd?
Antwoord 4
Ik ben op 25 augustus en 2 september jl. in reactie op de schriftelijke vragen van
het lid Van Haga van 5 juli8 en 26 juli jl.9 reeds ingegaan op de werking van het immuunsysteem en de effecten van vaccinatie
hierop. Daarnaast is het – zoals ook aangegeven in mijn antwoorden op de schriftelijke
vragen van het lid Van Haga van 12 september jl.10 – niet zo dat na vaccinatie een verhoogde kwetsbaarheid optreedt. Wel is bekend dat
bijwerkingen mogelijk hebben bijgedragen aan het verslechteren van een al kwetsbare
gezondheidssituatie of sluimerende conditie al dan niet door hoge leeftijd. Het gaat
om bekende bijwerkingen van de coronavaccins zoals koorts, misselijkheid en algemene
malaise. Er is dan geen sprake van verhoogde kwetsbaarheid, maar van mensen die al
erg kwetsbaar zijn. Het is belangrijk om dat onderscheid te maken.
Vraag 5
Gaat u in het licht van de huidige stijgende meersterfte, in het oversterfte-onderzoek
van het RIVM en CBS zijn circa 135.000 immuungecompromitteerden uitgezonderd bij de
bepaling van sterfte vlak na vaccinatie in een periode dat circa 3.000 doden niet
konden worden verklaard, actief onderzoek doen naar het mogelijke verband tussen deze
groep mensen en sterfte direct na vaccinatie, aangezien kwetsbare mensen in de samenleving
als eerste zijn opgeroepen voor de vaccinatieronde in het najaar?
Antwoord 5
Zoals ook aangegeven in mijn antwoorden op de vragen van het lid Van Haga van 12 september
jl.11, geven de cijfers van Bijwerkingencentrum Lareb, de eerdere resultaten van het oversterfteonderzoek
en de huidige wetenschappelijke inzichten op dit moment geen aanleiding voor een vervolgonderzoek
naar de groep immuungecompromitteerde personen.
Vraag 6
Wordt de groep ouderen en kwetsbare mensen die onlangs is opgeroepen voor de vaccinatieronde
actief gevolgd, aangezien de Gezondheidsraad heeft geadviseerd de groep immuungecompromitteerden
na vaccinatie goed in de gaten te houden in verband met mogelijk verhoogde risico’s
direct na vaccinatie? Zo ja, kunt u delen wat de bevindingen van deze monitoring tot
nu toe zijn?
Antwoord 6
Het is mij niet duidelijk naar welk advies van de Gezondheidsraad wordt verwezen.
Ouderen en kwetsbare mensen die zijn opgeroepen voor de herhaalprik worden niet actief
door de overheid gevolgd. Wel vinden er verschillende – door ZonMw gefaciliteerde
– onderzoeken plaats naar de effectiviteit van vaccinatie tegen COVID-19 bij patiënten
met een verstoord immuunsysteem. Resultaten van deze onderzoeken lieten zien dat ook
deze patiënten veilig gevaccineerd kunnen worden. Uitgebreide informatie over deze
studies, inclusief tussentijdse resultaten, zijn te vinden op de website van ZonMw12.
Vraag 7
Heeft u zicht op wat er ten grondslag ligt aan de oplopende sterfte, aangezien uit
de cijfers van het RIVM en het CBS af te lezen valt dat de oplopende sterfte (vooralsnog)
waarschijnlijk niet veroorzaakt wordt door Covid-19? Zijn de doodsoorzaken bekend
en/of wordt hier onderzoek naar gedaan? Wordt er actief gekeken naar bijvoorbeeld
hartaandoeningen, aangezien deze eerder al in mogelijk verband werden gebracht met
de coronavaccins?
Antwoord 7
Het CBS publiceert regelmatig over de oversterfte en de veranderingen in de doodsoorzakenstatistiek.
De laatste publicatie van het CBS over de doodsoorzakenstatistiek is over het tweede
kwartaal van 2022 en is te vinden op de website van het CBS13. Periodes van oversterfte kunnen naast sterfte door COVID-19 ook andere oorzaken
hebben. Het door ZonMw begeleid onderzoek in traject 3 van het oversterfteonderzoek,
dat reeds van start is gegaan, biedt onderzoekers de mogelijkheid gericht onderzoek
naar oorzaken van oversterfte te doen.
Vraag 8
Houdt u rekening met het potentieel cumulatieve risicoverhogende effect van verschillende
variabelen tijdens een vaccinatiecampagne, dat mogelijk kan leiden tot oplopende sterfte
als gevolg van deze vaccinatiecampagne? Wordt hiernaar gekeken en onderzocht of er
een mogelijk verband is tussen deze factoren en de mensen die vlak na vaccinatie komen
te overlijden, denk bijvoorbeeld aan een op dat moment toenemende infectiedruk (in
combinatie met andere rondgaande virussen), het vaccineren met een vaccin dat gericht
is op een eerdere variant, een extra kwetsbare groep die aan de beurt is, psychologische
factoren zoals stress? Zo nee, waarom wordt hier niet naar gekeken?
Antwoord 8
Ik onderschrijf de stellingname dat verschillende variabelen van invloed zijn op de
hoogte van het risico dat iemand loopt. Zo lopen ouderen met een onderliggende aandoening
die niet of lang geleden zijn gevaccineerd een relatief hoog risico op ernstige ziekte
of sterfte door COVID-19. In de vaccinatiecampagne is hiermee rekening gehouden door
steeds de meest kwetsbaren in de samenleving met prioriteit een (herhaal)vaccinatie
aan te bieden, zodat zij voldoende beschermd zijn wanneer de infectiedruk toeneemt.
Zoals aangegeven worden meldingen van sterfgevallen na vaccinatie zorgvuldig gemonitord
en onderzocht door Bijwerkingencentrum Lareb. Uiteraard wordt daarbij gekeken naar
verschillende mogelijke oorzaken voor het overlijden. Er zijn hieruit geen aanwijzingen
naar voren gekomen dat vaccinatie zou leiden tot grootschalige sterfte. Daarnaast
zijn wereldwijd inmiddels rond de 13 miljard doses van de COVID-19-vaccins toegediend
waarvan de eerste vaccinaties al bijna twee jaar geleden gegeven zijn. Er zijn geen
aanwijzingen dat de vaccins op langere termijn bijwerkingen geven die zouden moeten
leiden tot een andere afweging met betrekking tot de inzet van vaccins. Hier is brede
wetenschappelijke consensus over.
Over het gegeven dat vaccinatie met een vaccin dat gericht is op een eerdere virusvariant
niet schadelijk is voor de werking van het immuunsysteem, heb ik de Kamer in de op
2 september jl. gegeven antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga
van 26 juli jl.14 reeds geïnformeerd.
Vraag 9
Bent u het eens dat de gestegen sterftecijfers vlak na de start van de vaccinatiecampagne
in het najaar de noodzaak van het zo snel mogelijk toegankelijk maken en koppelen
van de oversterftedata voor vervolgonderzoek naar de aanhoudende oversterfte grote
prioriteit heeft? Heeft u al zicht op wanneer deze data voor onafhankelijke wetenschappers
beschikbaar gesteld wordt?
Antwoord 9
Ik informeer de Kamer regelmatig over de voortgang van het onderzoek naar de redenen
en oorzaken van oversterfte en de totstandbrenging van de daarvoor gewenste toegang
tot data. Over de huidige stand van zaken heb ik de Kamer met mijn brief van 18 november
jl.15 geïnformeerd. Hierin heb ik aangegeven dat ik groot voorstander ben van het delen
van data voor wetenschappelijk onderzoek en dat er stappen zijn gemaakt in het beschikbaar
komen van relevante datasets ten behoeve van het oversterfteonderzoek.
Vraag 10
Houdt u er rekening mee dat het «stapelen» van meerdere coronavaccinaties in relatief
korte tijd bij sommige mensen wellicht kan leiden tot problemen met/voor het immuunsysteem,
waardoor zij een verhoogd risico lopen op overlijden (eventueel door andere/chronische
aandoeningen)? Zo nee, kunt u uitleggen waarom dit niet mogelijk is?
Antwoord 10
Ik ben in de op 7 oktober jl. gegeven antwoorden op de schriftelijke vragen van het
lid Van Haga van 2 september jl.16 reeds ingegaan op de veiligheid van het «stapelen» van vaccinaties. Ik beschouw
deze vraag daarmee als beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.