Verslag van een bijeenkomst : Verslag van een digitale Interparlementaire conferentie van de parlementaire controlegroep Europol (JPSG)
34 931 Bijeenkomsten van de Parlementaire Controlegroep (JPSG) Europol
I/ Nr. 8 VERSLAG VAN EEN DIGITALE INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE
Vastgesteld 22 november 2022
Op 24 en 25 oktober 2022 vond in Brussel, België, de elfde bijeenkomst plaats van
de gezamenlijke parlementaire controlegroep Europol (verder: JPSG).
De JPSG houdt op basis van artikel 51 van de Europolverordening1 politiek toezicht op de activiteiten van het EU-agentschap voor politiesamenwerking
Europol. De JPSG bestaat uit leden van de nationale parlementen – maximaal vier leden,
gelijkelijk te verdelen over beide Kamers der Staten-Generaal – en van het Europees
Parlement, uit de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
(LIBE-commissie). De JPSG komt in beginsel twee maal per jaar bijeen.
Vanuit de Eerste Kamer namen de leden Van Hattem (PVV) en Talsma (ChristenUnie) deel
aan de conferentie. De Tweede Kamer werd vertegenwoordigd op ambtelijk niveau.
De delegatie brengt als volgt verslag uit.
1. Vaststelling van de agenda en welkomstwoord
De vergadering werd geopend door de co-voorzitters van de conferentie, de heer Martin
Červíček, hoofd van de JPSG-delegatie van de Senaat van de Tsjechische Republiek,
de heer Jaroslav Bžoch, hoofd van de JPSG-delegatie van de Kamer van Afgevaardigden
van de Tsjechische Republiek (huidige voorzitter van de Raad van de Europese Unie)
en de heer Juan López-Aguilar, voorzitter van de LIBE-commissie van het Europees Parlement.
De heer Lopez-Aquilar maakte van de gelegenheid gebruik om de agenda kort, procedureel
toe te lichten. Hij memoreerde dat de gewijzigde, verruimde Europol verordening van
kracht is geworden op 28 juni 2022. Vervolgens gaf hij aan de vergadering een terugkoppeling
van de presidentiële Trojka die plaatsvond direct voorafgaand aan de JPSG-bijeenkomst.
In het bijzonder gaf de heer Lopez-Aquilar hierbij aan dat de Trojka het besluit heeft
genomen om de volgende stappen te zetten in het proces voor de oprichting van het
adviesforum over de grondrechten, zoals bepaald in artikel 52 bis van de herziene Europol-verordening. Dit proces
zal in drie fasen worden opgesplitst:
1. de JPSG-delegaties worden uitgenodigd om uiterlijk medio december schriftelijk voorstellen
en suggesties in te dienen over de wijze waarop het reglement van orde van de JPSG
kan worden herzien om het adviesforum op te richten;
2. het JPSG-secretariaat zal de ontvangen input verwerken en samenvatten, waarna,
3. de co-voorzitters een Trojka-werkgroep zullen oprichten, die wordt belast met het
opstellen van de nodige wijzigingen in het reglement van orde van de JPSG dat vervolgens
ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gehele JPSG.
2. Recente activiteiten Europol en het concept meerjarenprogramma Europol 2023-2025
en antwoorden op schriftelijke bijdragen van delegaties
De uitvoerend directeur van Europol, mevrouw Catherine De Bolle, verzorgde ter vergadering
een presentatie van de activiteiten van en de ontwikkelingen binnen Europol. Ze keek
daarbij terug op de periode sinds de vorige JPSG vergadering op 28 februari 2022.2
Mevrouw De Bolle stond eerst stil bij de situatie in Oekraïne. Ze maakte van de gelegenheid
gebruik om eer te betonen aan alle diensten en burgers in Oekraïne voor hun moed en
verzet. Zij wees erop dat de betrokkenheid van Europol bij de situatie in Oekraïne
op een later moment tijdens deze bijeenkomst zou worden besproken (agendapunt 5).
Mevrouw De Bolle maakte melding van de Europese Politiechefsconventie (EPCC) van het
jaar 2022 die op 4 en 5 oktober 2022 plaatsvond op het hoofdkantoor van Europol en
waar onder andere het hoofd van de nationale politie van Oekraïne een toespraak gaf.
Mevrouw De Bolle bracht recentelijk ook een bezoek aan Kiev, Oekraïne. Zij merkte
op dat de oorlog de grenzen van de mogelijkheden en het mandaat van Europol op de
proef stelt. Mevrouw De Bolle gaf aan dat in haar visie meer moet worden nagedacht
over de wijze waarop ordehandhavingsbijdragen voortgang kunnen blijven vinden gegeven
de huidige situatie van hybride dreigingen.
Mevrouw De Bolle memoreerde ook de inwerkingtreding van de geamendeerde Europolverordening
op 28 juni 2022, waarbij zij aangaf dat de doorgevoerde wijzigingen Europol grotere
mogelijkheden geven om nationale diensten bij de bestrijding van criminaliteit te
ondersteunen. Als belangrijkste wijzigingen meldde mevrouw De Bolle: de nieuwe mogelijkheden
om persoonsgegevens te verwerken, meer mogelijkheden ten behoeve van onderzoek en
innovatie en ruimere mogelijkheden tot samenwerking met private partijen. Ten aanzien
van de aanwijzing van de nieuw geïntroduceerde positie van een onafhankelijke grondrechtenfunctionaris
gaf mevrouw De Bolle aan dat de selectieprocedure is aangevangen.
Mevrouw De Bolle gaf vervolgens een overzicht van de meest recente ontwikkelingen
bij de ten uitvoerlegging van de Europol-strategie 2020+.3
Op grond van de Europolverordening wordt de parlementaire controlegroep voor Europol,
de JPSG, geconsulteerd over het meerjarenprogramma van Europol. Mevrouw De Bolle presenteerde
de nieuwe externe strategie voor de jaren 2023 tot en met 2025. Focuspunt in die strategie
blijft liggen bij onder meer irreguliere migratie en versterking van Oostelijke en
Westelijke nabuurschappen. Mevrouw De Bolle gaf onder andere aan dat met Marokko en
Jordanië de betrekkingen verder zijn ontwikkeld en dat met de Verenigde Arabische
Emiraten een liaison-overeenkomst is gesloten.
Mevrouw De Bolle ging tot slot in op de operationele activiteiten van Europol, waarbij
zij onder meer aangaf dat de bestrijding van drugssmokkel – een misdrijf dat vaak
samen gaat met het witwassen van gelden – een grote uitdaging blijft waarvoor meer
aandacht nodig is. Zij sprak haar zorgen uit over het steeds openlijker en grovere
geweld waar deze (en andere) misdaad mee gepaard gaat.
In de gedachtewisseling met de JPSG-leden, die onder leiding van de heer Bžoch plaatsvond,
werd onder meer kort ingegaan op de mondelinge vragen die vooraf gesteld zijn door
de heer Metsu, lid van de kamer van volksvertegenwoordigers van België, over innovatieve
middelen die gebruikt kunnen worden om terrorisme en gewelddadige extremistische inhoud
online te bestrijden en de mate waarop de Covid-19 pandemie hier invloed op heeft
gehad. Een aantal leden, waaronder de heer Charakopoulos, lid van het Griekse parlement,
en de heer Ismael Cortes, lid van het Spaanse nationale parlement, stelde vragen over
het risico ten aanzien van de interne veiligheid dat verbonden is aan de grote hoeveelheid
wapens die aan de Oekraïne wordt geleverd en de mogelijkheid dat deze – al dan niet
na het beëindigen van de oorlog – bij criminele organisaties terecht kunnen komen.
Mevrouw De Bolle gaf hierop aan dat tijdens voormelde EPCC bijeenkomst over dit onderwerp
is gesproken met de Oekraïense Minister van Binnenlandse Zaken en de politiechefs.
Mevrouw De Bolle constateerde dat er nog geen indicatie is van omvangrijke wapensmokkel
uit Oekraïne, maar dat dit wel een realistische mogelijkheid is. Het vervoer van vuurwapens
naar Oekraïne wordt door Europol echter niet in de gaten gehouden omdat dit een nationale
bevoegdheid betreft. Europol verzoekt de Oekraïense regering deze gegevens wel te
delen en dringt aan op verdere inzet op dit punt.
3. Presentatie Europese Toezichthouder gegevensbescherming (EDPS) en Verslag van de
raad van bestuur van Europol over de activiteiten maart–oktober 2022 met speciale
aandacht voor de functies die zijn opgesomd in artikel 11 van de Europol-verordening
Als een vast agendapunt was er ook tijdens deze JPSG-bijeenkomst een interventie van
de Europese Toezichthouder gegevensbescherming (EDPS), de heer Wojciech Wiewiórowski,
over diens toezichtactiviteiten op Europol. Het meest in het oog springende punt in
de interventie van de heer Wiewiórowski betrof de melding van de rechtszaak die de
EDPS heeft aangespannen tegen de Raad en het Europees Parlement in hun hoedanigheid
als (mede)wetgevers betreffende de – in juni 2022 van kracht geworden – herziene Europolverordening.
Onder de oude Europolverordening was een kwestie gerezen tussen de EDPS en Europol
over de omgang met bulkdata die Europol krijgt aangeleverd vanuit de lidstaten. Dergelijke
«ruwe» bulkdata die namen van verdachten en niet-verdachten bevat, dient binnen een
bepaalde termijn geschoond te worden door Europol, anders dienen de bestanden verwijderd
te worden. Ten tijde van de oude verordening liep Europol tegen de tijdslimieten voor
opschoning van de bestanden aan, waarna de EDPS in januari 2022 Europol een ultimatum
stelde om dit probleem op te lossen voor eind 2022. In de inmiddels van kracht geworden
nieuwe Europolverordening zijn de mogelijkheden voor omgang met bulkdatabestanden
– ook retroactief – verruimd. De EDPS heeft nu een zaak aangespannen tegen de Raad
en het Europees Parlement om de betreffende bepalingen, artikel 74A en 74B die een
overgangsregime voor de omgang met deze bulkbestanden introduceren, in de nieuwe Europolverordening
onwettig te laten verklaren.4 De heer Wiewiórowski benadrukte dat dit niet een juridisch geschil met Europol betreft
maar een geschil met voornoemde medewetgevers.
De heer Wiewiórowski uitte ook zorgen over de praktische invulling van enkele andere
bepalingen in de Europolverordening die raken aan de bescherming van persoonsgegevens
en waarover de EDPS door de bestuursraad van Europol vooraf geconsulteerd dient te
worden. De heer Wiewiórowski gaf aan hierover de dialoog te zullen aangegaan.
In de vragen van JPSG-leden klonken zorgen door over de bescherming van persoonsgegevens
in databestanden die Europol in beheer heeft, over waar deze data feitelijk is opgeslagen
en over toepassingen gebaseerd op artificiële intelligentie (AI) die Europol zou kunnen
inzetten.
4. Uitvoering van de herziene Europol-verordening (over zaken die verband houden met
de JPSG) / Videoboodschap commissaris Ylva Johansson
EU-commissaris voor interne veiligheid Ylva Johansson startte haar (vooraf opgenomen)
video-interventie met het belichten van de bijdrage die Europol levert aan de opsporing
van oorlogsmisdaden in Oekraïne. Dit onder meer door analyse van door de autoriteiten
van dit land aangeleverde datasets.
Mevrouw Johansson verwelkomde de nieuwe Europolverordening en de verruimde mogelijkheden
tot omgang met grote datasets die zij de sleutel noemde tot recente Europol successen.
Mevrouw Johansson wees daarbij op het breken van de code van belangrijke versleutelde
berichtendiensten die gebruikt worden door criminelen. Voorbeelden hiervan zijn Encrochat,
Operation Trojan Shield en Sky ECC Communication, waarbij alleen al bij SKY ECC meer
dan een miljard berichten leesbaar werden gemaakt. Dit leidde tot duizenden arrestaties
verband houdend met onder meer drugshandel, corruptie, ontvoering en moord. Mevrouw
Johansson benadrukte dat maar weinig lidstaten de capaciteit hebben tot analyse van
dergelijke bestanden, terwijl bij Europol die capaciteit direct voorhanden is.
Mevrouw Johansson brak ook een lans voor de binnen de nieuwe verordening toegestane
ontwikkeling van toepassingen gebaseerd op AI binnen het Europol «innovation lab»
en riep de EDPS (die goedkeuring moet geven) en Europol op, op dit gebied voortvarend
samen te werken.
Verder verwelkomde mevrouw Johansson de nu verruimde mogelijkheden tot samenwerking
met private partijen, zoals banken, zodat bijvoorbeeld online geldstromen direct gevolgd
kunnen worden bij fraude of afpersing.
Tot slot memoriseerde mevrouw Johansson dat de gewijzigde Europolverordening een uitgebreider
JPSG-toezicht mogelijk maakt. Zij wenste de JPSG succes bij het inzetten en vormgeven
van deze verruimde mogelijkheden voor parlementair toezicht.
De interventies van JPSG-leden over de herziene Europolverordening hadden onder meer
betrekking op de benoeming van een nieuwe onafhankelijke grondrechtenfunctionaris
en de vraag of een bevraging van deze functionaris een standaard agendapunt kan zijn
bij toekomstige JPSG-vergaderingen. Ook AI-toepassingen en mogelijke bias in «machine
learning» waren onderwerp van vragen. Een JPSG-lid uit Cyprus stelde voor met betrekking
tot het nieuw in te richten adviesforum over de grondrechten hierbij de academische
wereld en relevante belangenorganisaties (NGOs) te betrekken. Plaatsvervangend-directeur
van Europol, Jürgen Ebner, sprak de verwachting uit dat de nieuw aan te stellen grondrechtenfunctionaris
binnen twee maanden benoemd zal zijn.
In een vragensessie met de heer Ebner vroeg het Nederlandse JPSG-lid Talsma (Eerste
Kamer, ChristenUnie) naar de discipline van de lidstaten bij het vullen van het Secure
Information Exchange Network Application (SIENA) platform dat een belangrijke rol
speelt bij het uitwisselen van informatie om grensoverschrijdende misdaad te bestrijden.
De heer Ebner prees het zeer breed vertakt zijn van SIENA en toonde zich optimistisch
over het vullen door lidstaatautoriteiten van het systeem. Hij stelde dat naarmate
informatie uit het systeem meer bijdraagt aan het oplossen van misdaad – onder meer
door de Encrochat «hack» – autoriteiten ook steeds meer geneigd zijn het systeem te
gebruiken en met nieuwe data te vullen.
Het Nederlandse JPSG-lid Van Hattem (Eerste Kamer, PVV) vroeg naar de scope van artikel
26a Uitwisseling van persoonsgegevens met particuliere partijen in onlinecrisissituaties in de nieuwe Europolverordening. De heer Ebner verwees hier naar uitzonderlijke omstandigheden
waarbij derde landen betrokken zijn en waar, bij uitzondering en na uitdrukkelijke
toestemming van de Europol directeur, data uitgewisseld kan worden met justitiële
autoriteiten in die landen om ernstige misdaad af te wenden.
5. De impact van de oorlog in Oekraïne op het gebied van veiligheid
Dit onderwerp werd ingeleid door de heer Radek Kaňa, viceminister van Binnenlandse
Zaken van de Tsjechische Republiek. De heer Kaňa merkte op dat criminele netwerken
gebruik maken van de oorlog in Oekraïne om hun criminele activiteiten op het gebied
van de mensenhandel, wapensmokkel en terrorisme te bevorderen. In de visie van de
heer Kaňa moet het risico van de verspreiding van desinformatie door Rusland om zowel
de Europese Unie als Oekraïne te destabiliseren, niet worden onderschat. De heer Kaňa
benadrukte het belang van een gezamenlijke aanpak van de diverse uitwassen van het
conflict, waarbij Europol en Frontex een grote rol spelen. Hij wees er verder nog
op dat inmiddels een «informatiehub» is opgestart, een eerste concrete stap om de
interne veiligheid van de Europese Unie te bevorderen.
Vervolgens nam de heer Jean-Philippe Lecouffe, plaatsvervangend uitvoerend directeur
van Europol, het woord. De heer Lecouffe lichtte de derde risicobeoordeling door Europol
van de impact van de oorlog in Oekraïne toe. Hieruit blijkt dat met name wapensmokkel
als de grote bedreiging voor de interne veiligheid van de Europese Unie kan worden
aangemerkt. De heer Lecouffe gaf aan dat Europol nauw samenwerkt met de Oekraïense
autoriteiten om deze dreiging te verminderen. Voor wat betreft de aanpak van de georganiseerde
misdaad door Europol wees de heer Lecouffe onder meer op operatie OSCAR, waarbij financiële
onderzoeken door EU-lidstaten worden ondersteund die gericht zijn op criminele activa
die eigendom zijn van personen en rechtspersonen die zijn gesanctioneerd in verband
met de Russische invasie van Oekraïne.
Tot slot ging de heer Olivier Ondini, adjunct-directeur-Generaal, in op de verschillende
activiteiten die Europol verricht in het kader van het tegengaan van criminele uitwassen
van het conflict in Oekraïne en de vluchtelingenstromen die als gevolg daarvan op
gang zijn gekomen.
Tijdens de gedachtewisseling die hierop volgde, lichtten verschillende delegaties
toe hoeveel Oekraïense vluchtelingen zij in de loop van het conflict hebben opgevangen
en tegen welke problemen zij daarbij aanlopen. Een aantal delegaties vroeg aandacht
voor onder meer de rol van Turkije bij het delen van gegevens in het kader van de
bestrijding van criminele activiteiten, op welke wijze de Europese Commissie voornemens
is een uitbreiding van de veiligheidsarchitectuur van de Europese Unie te realiseren
en de problemen die Europol ondervindt bij de bestrijding van desinformatie nu dit
niet in alle lidstaten een strafbaar feit is.
De JPSG co-voorzitters Červíček, Bžoch en López-Aguilar sloten de vergadering af onder
dankzegging aan sprekers en leden. De volgende JPSG-vergadering zal in het voorjaar
in Stockholm, Zweden, plaatsvinden op 26 en 27 maart 2023.
Namens de delegatie van de Eerste Kamer, Van Hattem
Talsma
De griffier van de delegatie van de Eerste Kamer, Wittich-de Ridder
De griffier van de delegatie van de Tweede Kamer, Rook
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.