Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boucke en Hagen over het bericht 'Nieuwe productiemethode maakt rotorbladen van windmolens goed recyclebaar'
Vragen van de leden Boucke en Hagen (beiden D66) aan de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Nieuwe productiemethode maakt rotorbladen van windmolens goed recyclebaar» (ingezonden 20 oktober 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 22 november 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 679.
Vraag 1
Wat gebeurt er nu met windturbines die niet meer in Nederland kunnen draaien, bijvoorbeeld
omdat ze worden vervangen door nieuwere turbines of omdat er scheurtjes in het materiaal
zitten?1
Antwoord 1
Voor windturbines die buiten gebruik worden gesteld, zijn diverse opties voor verwerking
beschikbaar voor het turbinedeel en voor de rotorbladen. Het turbinedeel bestaat hoofdzakelijk
uit metalen componenten die met de huidige technieken verregaand kunnen worden gerecycled.
In hoeverre hergebruik op product- of componentniveau mogelijk is, is afhankelijk
van vele factoren, waaronder kwaliteit van componenten en efficiency in termen van
kosten voor levensduurverlenging en opbrengst bij hergebruik. Ook voor rotorbladen
zijn de opties hergebruik en recycling van toepassing. Zo zien we dat gebruikte rotorbladen
voor hergebruik worden doorverkocht aan windmolenexploitanten in het buitenland en
incidenteel worden gerecycled voor andere toepassingen, zoals straatmeubilair of kinderspeeltoestellen.
Recycling van rotorbladen verloopt nu doorgaans via de shredder waarin de rotorbladen
worden vermalen tot kleine deeltjes. Dit shredderproduct wordt ook in de cementindustrie
gebruikt waar glasvezel omgezet wordt tot zand en bijdraagt als vulstof, en de hars
bijdraagt aan het verbrandingsproces. Naast hergebruik, recycling en gebruik in de
cementindustrie kan geshredderd composiet van de rotorbladen ook terechtkomen in afvalverbrandingsinstallaties.
In de toekomst zou het natuurlijk ideaal zijn als via een circulair ontwerp van rotorbladen
de toegepaste materialen aan het einde van de levensduur ook daadwerkelijk weer kunnen
worden teruggebracht in een nieuw product.
Vraag 2
Hoeveel windturbines zullen er in Nederland tot 2030 weggehaald worden? Hoeveel materiaal
van die turbines zal worden hergebruikt? Hoeveel materiaal is waarschijnlijk niet
herbruikbaar en zal moeten worden weggegooid?
Antwoord 2
In opdracht van het innovatiecentrum Smart Port uit de provincie Zuid-Holland, heeft
TNO op basis van aannames een inschatting gemaakt van de hoeveelheid materiaal die
terug zal komen van het Noordzeegebied2. Tot 2030 zijn de hoeveelheden materiaal die terugkomen beperkt, maar nemen daarna
snel toe. Het gaat hierbij om in potentie opnieuw in te zetten materialen. Het is
niet op voorhand aan te geven welk deel niet herbruikbaar of recyclebaar is, mede
vanwege de duurzame innovatiekracht die snel toeneemt en die nuttige toepassingsmogelijkheden
snel vergroot. De besproken innovatie in het Volkskrant-artikel is hier een voorbeeld
van.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de in het Volkskrant-artikel genoemde innovatie, waarbij het
composiet kan worden omgesmolten tot glasvezel en koolstofvezel?
Antwoord 3
Het artikel biedt inzicht in de technologische ontwikkelingen rond het bereiken van
circulariteit van een product als rotorbladen. Die technologie, van thermisch en chemisch
scheiden van thermoharde composiet in vezel en hars, wordt al langere tijd getest,
maar een economisch rendabele uitvoering vergt nog een verdere inspanning op productontwerp
en het deel van het materiaal dat daadwerkelijk kan worden hergebruikt via recycling.
Daarnaast laat het artikel veel vragen over de nieuwe technologie onbeantwoord, zoals
hoeveel energie dit vereist en welke kosten daarmee samenhangen, of er in het proces
schadelijke stoffen vrijkomen en of er alternatieven denkbaar zijn voor het verbranden
van de hars uit het composiet. In elk geval komen door het verbranden van de hars
ook CO2 en mogelijk andere gassen vrij, die zullen moeten worden afgevangen. De lagere temperatuur
waarbij de materialen kunnen worden teruggewonnen is dus een knappe verbetering door
TNO, maar er zijn waarschijnlijk nog de nodige uitdagingen voordat dit procedé in
de praktijk toepasbaar zal zijn.
De grote uitdaging is het uiteindelijk realiseren van de optimale condities voor een
circulaire levenscyclus van rotorbladen. Dat wil zeggen: bij het ontwerp van de rotorbladen
wordt rekening gehouden met de uiteindelijke recycling ervan, en recyclers hebben
technologieën die waardevolle stromen opleveren die aansluiten bij de vraag vanuit
de markt.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat deze innovatie een essentiële schakel lijkt bij het verder
verduurzamen van de opwek van windenergie? Zo ja, hoe kan u ervoor zorgen dat deze
innovatie op grote schaal kan worden toegepast?
Antwoord 4
Voor het stimuleren van R&D&I gericht op transities levert het missiegedreven innovatiebeleid
een belangrijke bijdrage. Allereerst via de sturing op inhoud zoals de vraag welke
technologie nodig is, het bij elkaar brengen van de publiek private innovatiepartners,
en het brede innovatie-instrumentarium over alle missies heen in aanvulling op generiek
innovatie-instrumentarium. Het kabinet zet daarmee vol in op het versneld duurzame
oplossingen beschikbaar te hebben voor belangrijke thema’s zoals de energie- en de
circulaire transitie. De genoemde innovatie in het artikel is een mooi voorbeeld van
een circulaire innovatie die met het bestaande instrumentarium zoals de regelingen
Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) of Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling
en Innovatie (MOOI) opgeschaald kan worden.
Vraag 5
Welke veelbelovende technieken voor het hergebruiken van windturbines en andere producten
in de energietransitie, zoals zonnepanelen, batterijen, kabels, etc., zijn bij u bekend?
Wat doet u zodat deze innovaties op grote schaal kunnen worden toegepast?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 6
Wie is er verantwoordelijk voor een goede verwerking na einde levensduur van producten
die worden gebruikt in de energietransitie, zoals windmolens, zonnepanelen, batterijen,
kabels, etc.?
Antwoord 6
Voor de productengroepen zonnepanelen en batterijen is een wettelijke uitgebreide
producentenverantwoordelijkheid van toepassing. In dat geval zijn de producenten verantwoordelijk
voor het doelmatige afvalbeheer van hun afgedankte producten. In Nederland wordt de
uitvoering van de wettelijke verplichtingen collectief uitgevoerd door de respectievelijke
producentenorganisaties: Stichting OPEN (Organisatie Producentenverantwoordelijkheid
E-waste Nederland) voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, Stichting
Batterijen en Stichting EPAC (Electric Power Assisted Cycle) voor draagbare en fietsbatterijen
en Stichting Auto & Recycling voor elektrisch aangedreven auto’s. Voor windmolens
en kabels is geen wettelijke producentenverantwoordelijkheid ingevoerd maar is doorgaans
de eigenaar van de installatie verantwoordelijk voor de ontmanteling en correcte afvoer
van afgedankte materialen, dat wil zeggen conform de Wet milieubeheer en het Landelijk
Afvalbeheerplan.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de energietransitie gaat om duurzaamheid in alle facetten en
dat er daarom ook heel specifiek aandacht moet zijn voor circulariteit?
Antwoord 7
Ja, duurzaamheid gaat niet alleen over CO2-uitstoot, ook over het minimaliseren van milieu-impact, behoud van biodiversiteit
en het verminderen van de grondstof voetafdruk en circulariteit is een belangrijk
middel om aan deze aspecten van duurzaamheid bij te dragen. Dit rechtvaardigt dan
ook specifieke aandacht voor circulariteit in de energietransitie. In het Nationaal
Plan Energiesysteem (NPE) wordt deze brede opvatting van duurzaamheid één van de publieke
belangen waarlangs beslissingen over het energiesysteem van de toekomst worden afgewogen.
Ter illustratie: eerder heeft de Minister voor Klimaat en Energie u al geïnformeerd
over het speerpunt dat zonne-energie moet passen binnen de circulaire economie, en
dat circulariteit meegenomen gaat worden in de vergunningverlening voor windparken.
Vraag 8
In hoeverre werkt u aan circulariteit in de energietransitie, waarbij de afvalberg
van windmolens, zonnepanelen, batterijen, kabels, etc. zo veel mogelijk wordt beperkt
en kritieke en waardevolle materialen zo veel mogelijk worden teruggewonnen en hergebruikt?
Antwoord 8
Het kabinet zet zich actief in om de transitie naar een circulaire economie te versnellen.
Hiervoor zal een nieuw Nationaal Programma Circulaire Economie begin volgend jaar
aan uw Kamer worden gestuurd. Als onderdeel van dit traject hebben de verschillende
transitieteams voor prioritaire productgroepen adviesroutekaarten aangeboden aan het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De adviesroutekaart van de circulaire
maakindustrie inclusief de prioritaire productgroep circulaire windparken bevat (in
bijlage 2) een overzicht van relevante circulaire oplossingen in verschillende fasen
van volwassenheid3. In de adviesroutekaart is expliciete aandacht voor kritieke grondstoffen. In het
kader van het nieuwe Nationaal Programma Circulaire Economie zullen de doelen en vervolgacties
rond circulaire windparken en de bredere Kennis en Innovatie Agenda Circulaire Economie4 nader worden uitgewerkt, inclusief aandacht voor terugwinnen en hergebruiken van
kritieke materialen. Daarnaast zal in de nationale grondstoffenstrategie expliciet
aandacht worden gegeven aan het vergroten van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen
op middellange termijn. Circulariteit is hiertoe één van de vijf handelingsperspectieven,
waarmee ook de negatieve impact van winning en verwerking van grondstoffen op mens
en milieu verminderd gaat worden. Deze grondstoffenstrategie zal naar verwachting
einde van dit jaar naar uw Kamer worden toegezonden.
Voor hergebruik van zonnepanelen specifiek is het initiatief van ZonNext bij mij bekend,
deze organisatie brengt vraag en aanbod van gebruikte zonnepanelen bij elkaar en faciliteert
zo hergebruik van deze panelen. Stichting OPEN is in Nederland verantwoordelijk voor
de recycling van zonnepanelen en beoogt dit op een zo hoogwaardig mogelijke manier
te doen. De Minister voor Klimaat en Energie heeft regelmatig contact met stichting
OPEN en andere stakeholders in dit proces, om de afvalberg van zonnepanelen zo veel
mogelijk te beperken en terugwinning van grondstoffen te realiseren.
Vraag 9, 10, 11, 12 en 13
Klopt het dat, vanuit de doelen van het programma Nederland Circulair 2050, het doel
voor de energievoorziening (i.e. energie-opwekkers, energiedragers en overige infrastructuur)
ook is om in 2050 volledig circulair te zijn?
Betekent dat dat de energievoorziening in 2050 voor 100% bestaat uit herbruikbare
materialen en dat er faciliteiten zijn om die materialen ook daadwerkelijk te hergebruiken?
Welke tussendoelen heeft u geformuleerd tot aan een 100% circulaire energievoorziening
in 2050?
In hoeverre ligt u op koers voor het halen van de tussendoelen en het einddoel?
Kunt u toezeggen om tweejaarlijks te monitoren in hoeverre de tussendoelen en het
einddoel voor een 100% circulaire energievoorziening gehaald zullen worden?
Antwoord vragen 9, 10, 11, 12 en 13
Sinds 2016 wordt er ingezet op een volledige circulaire economie in 2050. Daarmee
streeft het kabinet ook naar een klimaatneutraal energiesysteem in 2050 dat bijdraagt
aan de doelen van de circulaire economie. De manier waarop circulariteit en klimaatneutraliteit
bij elkaar komen in het toekomstige energiesysteem, zal terugkomen in het Nationaal
Plan Energiesysteem (NPE), waarvan het eerste concept voor de zomer van 2023 naar
de Kamer wordt gestuurd. In het NPE wordt «duurzaamheid» (en daarbinnen o.a. circulariteit
en duurzaam grondstoffengebruik) ook één van de publieke belangen op basis waarvan
beslissingen over het energiesysteem van de toekomst worden afgewogen.
Daarnaast wordt in het kader van het Nationaal Programma Circulaire Economie ingezet
op prioritaire productgroepen zoals circulaire zon-PV-systemen, windparken en klimaatinstallaties.
Hierbij worden doelen en acties richting 2030 nader uitgewerkt om circulariteit in
die ketens te versnellen. Specifieke doelen voor het energiesysteem als geheel zijn
niet voorzien. De voortgang wordt gemonitord door het Planbureau voor de Leefomgeving.
Vraag 14
Hoe maakt u werk van de uitvoering van de motie Hagen c.s., die oproept om een grondstoffenstrategie
te ontwikkelen, onder andere voor het veiligstellen van circulaire grondstoffen voor
de energietransitie?5
Antwoord 14
Het kabinet heeft richting uw Kamer eerder aangegeven te streven naar verzending van
de nationale grondstoffenstrategie einde dit jaar. De motie die oproept tot het versnellen
van de circulaire economie, een groene industriepolitiek en het veiligstellen van
cruciale grondstoffen voor de energietransitie zal hier goed in worden meegenomen.
Het doel van de grondstoffenstrategie is om de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen
op de middellange termijn te vergroten en de negatieve impact van winning en verwerking
van kritieke grondstoffen op mens en milieu te verkleinen. Circulariteit en het bijbehorende
nationale programma circulaire economie zullen hier een belangrijk handelingsperspectief
in vormen.
Vraag 15
Vindt u dat de energiesector genoeg werk maakt van circulariteit ten aanzien van productie
en inkoop, onderhoud en verwerking na einde levensduur? Wat zou er beter kunnen? Bent
u hierover met de sector(en) in gesprek?
Antwoord 15
Circulariteit is een grote prioriteit voor dit kabinet. Het doel is om de windenergie-industrie
te stimuleren op een verantwoorde wijze te produceren en exploiteren en om de duurzame
leveringszekerheid van grondstoffen te stimuleren, ook gelet op de geopolitieke ontwikkelingen.
De afgelopen periode heeft de Minister voor Klimaat en Energie samen met de sector
gewerkt aan het Moonshot Circulaire Windparken project van ECHT. Hierna is het rapport
«The ideation process focussed on circular strategies in the wind industry» gepresenteerd.
Dit rapport is een initiatief van het Versnellingshuis Nederland Circulair! (een samenwerking
tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, VNO-NCW, MKB-Nederland, MVO
Nederland en het Groene Brein), en is uitgevoerd als onderdeel van het «Uitvoeringsprogramma
Circulaire Maakindustrie» van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het
kabinet wil de energiesector stimuleren om nog verder te gaan en concrete stappen
te zetten op gebied van circulariteit bij windparken op zee. Daarom heeft de Minister
voor Klimaat en Energie aangegeven in de brief over de vergunningverlening voor de
komende 4 gigawatt in IJmuiden Ver dat in die procedure criteria opgenomen zullen
worden over circulariteit (Kamerstuk 35 092, nr. 33).
Vraag 16
Welke wet- en regelgeving ziet toe op circulariteit bij materiaalgebruik en productiemethoden
voor windturbines, zonnepanelen, batterijen, kabels etc.?
Antwoord 16
Zoals gemeld in het antwoord op vraag 6 is een wettelijke producentenverantwoordelijkheid
van toepassing op zonnepanelen en batterijen, gereguleerd via de EU Richtlijn afgedankte
elektrische en elektronische apparaten respectievelijk de EU Richtlijn batterijen
en accu’s. Daarnaast is op zonnepanelen de Europese Ecodesign-richtlijn van toepassing.
Nieuwe Europese product- en productiegerichte eisen voor batterijen zijn opgenomen
in de ontwerpBatterijenverordening, die zich momenteel in een afrondende fase bevindt.
Voor zonnepanelen zijn toegesneden product- en productiegerichte eisen in voorbereiding.
In het zogeheten Ecodesign Consultation Forum, het Ecodesign informatieplatform voor
lidstaten en bedrijfsleven, heeft de Europese Commissie inmiddels een eerste voorstel
voor een verordening voor zonnepanelen met alle partijen besproken. De verwachting
is dat medio 2023 een verordening voor zonnepanelen in werking kan treden.
Vraag 17
Welke kansen ziet u om met wet- en regelgeving een circulaire energievoorziening verder
te bevorderen, bijvoorbeeld door het stellen van normen voor het gebruik van biobased
materiaal voor energieopwekkers, -dragers en overige energieinfrastructuur en het
formuleren van een afbouwpad voor het gebruik van materialen die niet herbruikbaar
zijn?
Antwoord 17
In het kader van de betere samenhang tussen circulaire economie en klimaatbeleid zoals
aangekondigd in het coalitieakkoord wordt in de breedte bekeken op welke wijze circulariteit
in het instrumentarium voor de klimaat- en energietransitie kan worden opgenomen.
Dat zou inderdaad kunnen leiden tot (verdere) regelgeving ten aanzien van het gebruik
van primaire abiotische grondstoffen, van recyclaat en duurzame biogebaseerde grondstoffen
en van herbruikbaarheid. De Europese wet- en regelgeving speelt hier een belangrijke
rol. Dit gebeurt in aanvulling op bredere regelgeving voor de circulaire economie
die ook van toepassing is op het grondstofgebruik voor de energietransitie, zoals
diverse initiatieven uit het Circular Economy Package van de Europese Commissie, in
het bijzonder de regelgeving gericht op de milieuprestatie van producten. Het afgeven
van nieuwe subsidies voor het gebruik van biogrondstoffen voor energieopwekking is,
conform het Duurzaamheidskader Biogrondstoffen, afgebouwd voor het opwekken van elektriciteit
en lage temperatuurwarmte. Gebruik van duurzame biogrondstoffen voor materiaal voor
de energie-infrastructuur kan, waar gepast en mits dit gebeurt binnen het Duurzaamheidskader
Biogrondstoffen, wel een rol spelen in het creëren van een circulaire energievoorziening.
Vraag 18 en 19
Wat is de voortgang van de verkenning van de mogelijkheden en wenselijkheid van het
stellen van normen aan PV-panelen en het instellen van een keurmerk of certificaat,
die u met de Zonnebrief heeft toegezegd?6
Loopt eenzelfde soort verkenning voor windturbines, batterijen, kabels, etc.? Zo nee,
kunt u toezeggen om zo’n verkenning te starten?
Antwoord 18 en 19
Zoals reeds in vraag 16 besproken wordt niet alleen op Nederlands, maar ook op Europees
niveau ingezet op circulariteit en verlaging van de CO2-voetafdruk van zonnepanelen. De Europese Commissie heeft een eerste voorstel voor
een Ecodesign-maatregel en een Energielabel voor zon-PV-modules besproken; hierbij
is Nederland nauw betrokken geweest. Op dit moment staat hier de openbare raadpleging
voor open. Met deze maatregelen worden er minimumnormen vastgelegd voor PV-modules
en wordt transparantie over duurzaamheid van PV-modules vergroot. Het heeft de voorkeur
om normering op Europees niveau te organiseren. In aanvulling op deze minimumeisen
verkent Nederland of het, eventueel in samenwerking met andere Europese landen, waardevol
is om een keurmerk of certificaat in te voeren voor duurzame zonnepanelen. Deze verkenning
is nog voortgaand. Voor batterijen is, zoals benoemd in het antwoord op vraag 16,
een Europees wetsvoorstel in de maak om circulariteit veel meer de norm te maken op
de Europese markt. Andere productgroepen kunnen op termijn ook worden opgepakt in
het kader van de Ecodesign-richtlijn.
Vraag 20
In hoeverre is circulariteit onderdeel van de tenders voor Wind op Zee?
Antwoord 20
In de vergunningverlening van windparken op zee kunnen criteria worden meegenomen
op gebied van circulariteit. In de recente Kamerbrief over de vergunningverlening
windenergie op zee IJmuiden Ver (4 GW) heeft de Minister voor Klimaat en Energie aangekondigd
dat deze criteria worden opgenomen in de komende tenders voor IJmuiden Ver 1 t/m 4
(Kamerstuk 35 092, nr. 33). Ook is de Minister voor Klimaat en Energie gestart met de voorbereiding van de
herziening van de wet windenergie op zee. Hierin wordt circulariteit als thema meegenomen
om ervoor te zorgen dat eisen ten aanzien van circulariteit ook in toekomstige vergunningverleningen
voor windparken op zee een plek krijgen. De criteria zullen ambitieus en haalbaar
zijn, waarbij het halen van de 2030 en 2050 doelen op gebied van circulariteit het
uitgangspunt is.
Vraag 21
In hoeverre is circulariteit onderdeel van de tenders in het programma Opwek Energie
op Rijksvastgoed?
Antwoord 21
In tenders is het in principe mogelijk om eisen te stellen ten aanzien van circulariteit.
Voorwaarde is dan wel dat de eisen objectief meetbaar zijn en de markt hierin kan
voorzien. Er is nu nog onvoldoende zicht op in hoeverre marktpartijen circulaire windmolens
en zonnepanelen kunnen leveren. De Minister voor Klimaat en Energie gaat na of middels
een marktconsultatie de mogelijkheden kunnen worden verkend. Tevens zal op de samenhang
tussen het programma OER en eventuele aanvullende regelgeving voor circulariteit in
de toekomst worden gelet. Zie verder ook de beantwoording van vraag 17.
Vraag 22
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat?
Antwoord 22
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.