Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het tweede OVV-rapport over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Langdurige Zorg en Sport over het tweede OVV-rapport over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis (ingezonden 13 oktober 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 20222023, nr. 574.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het tweede rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
(OVV) over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis?1, 2
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Onderschrijft u de conclusies van dit rapport? Kunt u reflecteren op de bevindingen?
Antwoord 2
In de kabinetsreactie op het tweede deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
(OvV) geeft het kabinet een gezamenlijke reactie op de bevindingen van de OvV. Deze
kabinetsreactie verwacht het kabinet zodra gereed aan uw Kamer te sturen.
Vraag 3
Kunt u verklaren waarom uw departement en het kabinet in de periode tussen september
2020 en juli 2021, waarover dit rapport gaat, besloot tot ingrijpende coronamaatregelen,
terwijl weinig bekend was over de effecten daarvan, waarmee de onderbouwing voor het
invoeren van deze maatregelen in retrospectief onderuit gehaald wordt?
Antwoord 3
Gedurende de coronapandemie is er veel onderzoek uitgevoerd om de effectiviteit van
maatregelenpakketten te onderbouwen en te evalueren. De actuele inzichten zijn steeds
meegewogen in de besluitvorming. De maatregelenpakketten die in de afgelopen jaren
zijn genomen, waren dan ook vanuit epidemiologisch oogpunt steeds effectief. Met betrekking
tot dit onderwerp heb ik de Kamer uitgebreid geïnformeerd in mijn brief van 11 november
2022.3
Vraag 4, 5 en 6
Kunt u uitleggen waarom het kabinet de keuzes voor het invoeren van deze maatregelen
destijds wel presenteerde als (wetenschappelijk) onderbouwd effectief, terwijl dat
niet het geval was? Is bewust gekozen voor het achterwege laten en/of verdraaien van
deze informatie? Zo ja, wat waren hiervoor de overwegingen en de verantwoording?
Waarom heeft u de Kamer niet geïnformeerd over het feit dat de onderbouwing voor de
coronamaatregelen minimaal was? Is deze informatie bewust voor de Kamer achtergehouden?
Kunt u uitleggen waarom, ondanks het gegeven dat de Kamer herhaaldelijk heeft gevraagd
naar de effecten van de maatregelen, deze maatregelen desondanks nooit adequaat zijn
onderzocht? Hoe kijkt u nu terug op deze keuze?
Antwoord 4, 5 en 6
Met betrekking tot dit onderwerp heb ik uw Kamer geïnformeerd in mijn brief van 11 november
2022.4 Zie ook het antwoord op vraag 3.
Bij de besluitvorming over de maatregelen heeft het kabinet steeds de meest recente
wetenschappelijke inzichten over de verspreiding van het virus en de effectiviteit
van de maatregelen gebruikt. Het kabinet heeft deze adviezen met uw Kamer gedeeld,
zie hiervoor onder andere alle adviezen van het OMT en de Gezondheidsraad. Voorafgaand
aan elk debat werd een technische briefing georganiseerd waarin deze informatie ook
met uw Kamer werd gedeeld.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de overheid door deze beeldvorming en deze manier van communiceren
aan het verspreiden van desinformatie, framen en misleiden van de burger en de Kamer
heeft gedaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, van bewust misleidende en onjuiste informatie is vanuit de overheid nooit sprake
geweest.
Vraag 8
Wat vindt u van de conclusie dat de communicatie van de overheid over de coronacrisis
niet transparant was? Onderschrijft u die conclusie en kunt u uitleggen waarom de
communicatie op een dusdanige manier verlopen is? Is bewust gekozen voor een dergelijke
communicatiestrategie? Welke lessen trekt u hieruit en hoe gaat u uw communicatiestrategie
in de toekomst verbeteren?
Antwoord 8
Transparantie en het geven van zoveel en zo duidelijk mogelijke feitelijke informatie
is en blijft het fundament van de overheidscommunicatie. De communicatieaanpak heeft
zich, mede op basis van evaluaties en onderzoek, gedurende de coronabestrijding continu
doorontwikkeld. Dat lerende effect vind ik van groot belang. Het laat zien dat het
kabinet regelmatig stilstaat bij wat goed gaat en wat beter kan, en dat het kabinet
de aanpak daarop kan aanpassen.
Vraag 9
Hoe reflecteert u op de rol van het Outbreak Management Team (OMT), naar aanleiding
van de conclusies uit het OVV-rapport? Gaat dit orgaan naar aanleiding van de bevindingen
in dit rapport in de toekomst anders vormgeven en/of inzetten? Zo ja, hoe?
Antwoord 9
De OVV beveelt in zijn tweede deelrapport aan om een »reglement van orde» voor het
OMT op te stellen.5 Deze aanbeveling sluit aan bij verbeterpunten die het RIVM en de voorzitter van het
OMT zelf ook gezien hebben.
Het OMT zal hier, vanuit zijn onafhankelijke positie, op reageren richting de OVV.
Het kabinet zal de reactie van het OMT meesturen met de aanstaande kabinetsreactie
op het tweede deelrapport.
Vraag 10
Waarom is nog steeds weinig bekend over het werkelijke, zowel positieve als negatieve,
effect van de maatregelen op het bestrijden van de pandemie en op de samenleving?
Waarom is er nog steeds nauwelijks geëvalueerd?
Antwoord 10
Met betrekking tot dit onderwerp heb ik de Kamer uitgebreid geïnformeerd in mijn brief
van 11 november 2022.6
Vraag 11
Deelt u de meningn dat het gebrek aan monitoring en evaluatie van de maatregelen,
het adequaat uitvoeren van de komende parlementaire enquete bemoeilijkt en dat dit
onwenselijk is, omdat het na een crisis met een dusdanig grote impact als de coronapandemie
van groot belang is dat de bestuurlijke macht en het uitgevoerde beleid gecontroleerd
worden?
Antwoord 11
Ik deel de mening dat het belangrijk is om tijdens én na een ingrijpende crisis te
evalueren en reflecteren. Een parlementaire enquête is hiervoor een belangrijk instrument.
Het is belangrijk om stil te staan bij wat goed gaat en wat beter kan en daar onze
aanpak op aan te passen. Dit is een aanpak waar ik achter sta.
Zoals reeds in mijn brief van 11 november 2022 beschreven, is er gedurende de coronapandemie
veel onderzoek uitgevoerd om de effectiviteit van maatregelenpakketten te onderbouwen
en te evalueren.7 Ook de rapporten van de OvV vormen een grondige evaluatie van de aanpak van de Covid-19
crisis. Deze onderzoeken en rapporten bevatten waardevolle informatie voor de enquêtecommissie.
Vraag 12
Aangezien er door ontoereikende monitoring en evaluatie nog steeds weinig bekend is
over de effecten van de coronamaatregelen, is het naar uw mening dan nog steeds opportuun
om te overwegen dezelfde maatregelen wettelijk te verankeren in de Wet publieke gezondheid
(Wpg)? Waarom een juridisch instrumentarium optuigen voor mogelijk en waarschijnlijk,
in ieder geval deels, ineffectieve en schadelijke maatregelen? Heroverweegt u de wijziging
van de Wpg naar aanleiding van de conclusies van dit rapport? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Om bij een volgende pandemie slagvaardig en flexibel te opereren is het noodzakelijk
ook het wettelijk kader daarvoor op onderdelen te herzien. Daarvoor is op dit moment
het wetsvoorstel Eerste tranche wijziging van de Wet publieke gezondheid bij de Tweede
Kamer aanhangig.
Zie voor een reflectie op monitoring en evaluatie mijn brief aan uw Kamer van 11 november
2022.8
Vraag 13
Gaat u de toekomstige coronastrategie naar aanleiding van de conclusies van dit rapport
herzien? Gaat u terughoudender zijn in het opnieuw invoeren van coronamaatregelen,
of deze helemaal niet meer inzetten? Bent u voornemens om, zoals het OVV adviseert,
zo spoedig mogelijk te evalueren en voor de uitkomst van die evaluatie in ieder geval
geen coronamaatregelen meer in te voeren? Zo ja, op welke termijn gaat u dat doen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Als de verspreiding van het virus om maatregelen vraagt, zal ik die nemen. Daarbij
houd ik rekening met de omstandigheden van dat moment. Ik verwijs met betrekking tot
dit onderwerp verder naar mijn brief aan uw Kamer van 11 november 2022.9
Vraag 14
Kunt u verklaren waarom in de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport voor 2023 en de jaren daarna opnieuw miljarden zijn begroot voor coronagerelateerde
maatregelen, terwijl het effect van deze maatregelen dus onduidelijk is? Hoe verantwoordt
u deze uitgaven met de kennis en conclusies uit het OVV-rapport? Waarom moet de burger
betalen voor beleid waarvoor geen onderbouwing kan worden gegeven?
Antwoord 14
Het effect van coronamaatregelen is niet onduidelijk, zie de antwoorden 3 t/m 6. Het
kabinet zal zeker op de korte termijn voorbereid moeten blijven op de mogelijkheid
van nieuwe oplevingen en nieuwe virusvarianten. Dat betekent ook dat hiervoor middelen
beschikbaar moeten zijn.
Vraag 15
Staat u nog altijd achter de beleidskeuzes die destijds zijn gemaakt, zoals het invoeren
van de avondklok en de mondkapjesplicht? Zo ja, waarom, als u nu weet dat de effectiviteit
hiervan onbekend is en de schade waarschijnlijk wel aanzienlijk?
Antwoord 15
Het kabinet heeft op basis van de destijds beschikbare kennis en ervaring maatregelen
getroffen om verspreiding van het virus tegen te gaan. De maatregelenpakketten en
hun (neven)effecten worden vanaf het begin van de pandemie geëvalueerd en gemonitord
ten behoeve van (toekomstige) besluitvorming.
Ik verwijs graag opnieuw naar mijn brief van 11 november.10
Vraag 16
Had u, met de kennis van nu, destijds andere keuzes gemaakt bij de aanpak van de coronapandemie?
Zo ja, hoe had u het coronabeleid anders vormgegeven?
Antwoord 16
In mijn brief van 4 november jl. aan uw Kamer over pandemische paraatheid worden de
eerste lijnen geschetst voor de visie op een versterkte pandemische paraatheid van
de zorg en infectieziektebestrijding.11 De agenda is gericht op de voorbereiding op een toekomstige pandemie. Hierin zijn
de lessen van de coronacrisis meegenomen.
Vraag 17
Deelt u de mening dat op basis van dit rapport en ander voortschrijdend inzicht het
coronatoegangsbewijs nooit meer in de zogenaamde «gereedschapskist» van in te zetten
maatregelen terecht mag komen en dat er daarnaast nooit meer mag worden overgegaan
tot welke inperking van grondrechten en vrijheden dan ook, zonder sluitende (wetenschappelijke)
onderbouwing?
Antwoord 17
Op dit moment is het wetsvoorstel Eerste tranche wijziging van de Wet publieke gezondheid
bij de Tweede Kamer aanhangig. In het verslag van de commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport zijn (vergelijkbare) vragen gesteld over de door u aangehaalde themas.
Momenteel heb ik de Nota naar aanleiding van het Verslag (NnavV) in voorbereiding.
In de Nota naar aanleiding van het Verslag
met betrekking tot de Eerste tranche wijziging van de Wet publieke gezondheid ga ik
hier nader op in. Ik verwacht de NnavV binnen afzienbare tijd aan te bieden aan de
Tweede Kamer. Ik verwijs u naar deze beantwoording.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.