Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Dassen over het bericht ‘Collegegeld hoeft misschien maar 67 euro te stijgen’
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Collegegeld hoeft misschien maar 67 euro te stijgen» (ingezonden 3 november 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 21 november
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Collegegeld hoeft misschien maar 67 euro te stijgen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe beoordeelt u de inhoud van dit bericht – een stijging die mogelijk 67 euro zou
moeten zijn – tegen de achtergrond van de aangekondigde stijging van het collegegeldtarief
voor 2023/2024, namelijk 105 euro? Kunt u een toelichting geven?
Erkent u dat het aannemelijk is dat de stijging van het collegegeldtarief lager zal
uitvallen dan de voorgenomen stijging van 105 euro? Bent u bereid in dat geval de
collegegeldstijging te reduceren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 (artikel 2.2) schrijft voor dat de omvang van het
volledig wettelijk collegegeld jaarlijks bij ministeriële regeling aangepast wordt
aan de hand van de consumentenprijsindex (cpi). De ministeriële regeling dient voor
1 november, voorafgaand aan het studiejaar waarvoor het aangepaste collegegeld geldt,
te zijn vastgesteld. Het is belangrijk dat dit tijdig gebeurt zodat zowel studenten
als hogeronderwijsinstellingen hier rekening mee kunnen houden.
De hoogte van het wettelijk collegegeld voor studiejaar 2023/2024 is in oktober 2022
vastgesteld op € 2.314. De hoogte van het collegegeld is berekend conform de nieuwe
indexatiesystematiek die gebaseerd is op een jaargemiddelde van de cpi, over de periode
mei tot en met april ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor. Het collegegeld
voor studiejaar 2023/2024 is zodoende geïndexeerd met het gemiddelde van de cpi van
mei 2021-april 2022 ten opzichte van de gemiddelde cpi van mei 2020-april 2021.
Het CBS heeft aangegeven te werken aan een nieuwe methode om de energieprijzen te
berekenen waardoor de inflatie vermoedelijk lager uitkomt. Het CBS verwacht de nieuwe
methode medio 2023 in te kunnen voeren. Het CBS geeft tevens aan dat de reeds gepubliceerde
inflatiecijfers bij het moment van overstap naar de nieuwe methode niet worden aangepast.
De nieuwe methode om energieprijzen te berekenen heeft geen invloed op de hoogte van
het wettelijk collegegeld voor studiejaar 2023/2024 omdat het collegegeld reeds is
vastgesteld, de nieuwe methode naar verwachting pas medio 2023 wordt ingevoerd en
de inflatiecijfers waarop het collegegeld 2023/2024 is gebaseerd niet met terugwerkende
kracht zullen worden aangepast.
Het kabinet is bovendien van mening dat er met de herinvoering van de basisbeurs per
2023/2024 en de eenmalige verhoging van de basisbeurs van uitwonende studenten ter
tegemoetkoming van de hogere kosten een gebalanceerd pakket ligt voor studenten.
Ik blijf de berichtgeving van het CBS over deze nieuwe berekeningswijze volgen. Indien
na de invoering van de nieuwe berekeningsmethode besloten wordt om deze methode te
volgen dan zal de aangepaste berekening op zijn vroegst gebruikt kunnen worden bij
het bepalen van de hoogte van het collegegeld voor studiejaar 2024/2025.
Vraag 4
Bent u van plan hierover actief te communiceren richting studenten en instellingen?
Antwoord 4
Afgelopen maanden heb ik actief ingezet op de communicatie over het wettelijk collegegeld
voor studiejaar 2023/2024 via gesprekken met vertegenwoordigende organisaties van
studenten en hogeronderwijsinstellingen, via een brief aan alle hogeronderwijsinstellingen
en via de websites van de rijksoverheid en DUO.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.