Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht 'Internet kan tientallen euro’s goedkoper in Nederland'
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Internet kan tientallen euro’s goedkoper in Nederland» (ingezonden 21 september 2022).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 18 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 244.
Vraag 1
Klopt het dat Nederland de hoogste internetprijzen van Europa heeft? Zo ja, wat is
hiervan de reden?1
Antwoord 1
Uit internationaal vergelijkende onderzoeken blijkt dat de prijzen voor internettoegang
in Nederland relatief hoog zijn.2 Er is in deze onderzoeken niet gekeken naar de verklaring van het verschil in prijzen.
Factoren die hierbij een rol kunnen spelen zijn bijvoorbeeld de kwaliteit van de netwerken
(die in Nederland zeer hoog is) en de mate van concurrentie in de markt (waar in de
verdere antwoorden op wordt ingegaan).
Vraag 2
Bent u het eens met de conclusie van het artikel dat er op dit moment te weinig concurrentie
is op de internetmarkt in Nederland?
Antwoord 2
Op grond van de Europese Telecomcode (richtlijn (EU) 2018/1972) is het aan de onafhankelijke
markttoezichthouder, in Nederland de Autoriteit Consument en Markt (ACM), om een oordeel
te vellen over de concurrentie op de internetmarkt.
Vraag 3
Deelt u de conclusie van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in een besluit van
25 augustus 2022 dat de internetmarkt zich kenmerkt als oligopolie en dat er risico’s
zijn dat de concurrentie op de internetmarkt verzwakt?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Deelt u de conclusie van het artikel dat het internet in Nederland tientallen euro’s
goedkoper kan als er meer concurrentie is op de internetmarkt in Nederland?
Antwoord 4
Het is aan ACM om een oordeel te vellen over de concurrentie en de tarieven op de
internetmarkt. In het besluit van de ACM van 25 augustus jl.3 waar de vraagsteller naar verwijst in vraag 3 concludeert de ACM dat de internetmarkt
zich kenmerkt als oligopolie en dat de prijzen voor internettoegang in Nederland relatief
hoog zijn. Ik verwijs naar het antwoord op de vragen 7 en 8 voor de acties die de
ACM neemt om de concurrentie te bevorderen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat meer concurrentie op de internetmarkt uiteindelijk in het belang
is van de Nederlandse consument?
Antwoord 5
Ja, goede concurrentie is essentieel voor het waarborgen van een goed aanbod van internetdiensten
van goede kwaliteit tegen een redelijke prijs en keuzevrijheid voor de consument.
Vraag 6
Deelt u de mening dat (snel) internet een basisvoorziening is die overal in Nederland
beschikbaar moet zijn tegen een redelijke en in internationaal perspectief marktconforme
prijs?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Welke mogelijkheden zijn er om de concurrentie op de internetmarkt te bevorderen en
welke instrumenten heeft u om bij een groeiende marktmacht van enkele aanbieders regulerend
op te treden?
Vraag 8
Ziet u voor uzelf een rol weggelegd om concurrentie op de internetmarkt te bevorderen
en zo ja, welke stappen onderneemt u hiertoe?
Antwoord 7 en 8
Het is mijn rol om te zorgen voor goede wettelijke kaders die de ACM in staat stellen
de rol als onafhankelijk markttoezichthouder goed te kunnen vervullen. Nederland heeft
zich bij de Europese onderhandelingen over de Telecomcode met succes ingezet voor
een goed reguleringsinstrumentarium voor de ACM en een voortvarende implementatie
daarvan in de Telecommunicatiewet.4 Het is aan de ACM als onafhankelijk markttoezichthouder om te bepalen welke regulering
zij passend acht om de concurrentie op de internetmarkt te waarborgen. Ik volg dit
nauwlettend gezien het grote belang van goede concurrentie, betaalbaarheid en keuzevrijheid
op de Nederlandse internetmarkt.
Allereerst is er het sectorspecifieke instrumentarium voor de ACM in de Telecommunicatiewet
om de concurrentie in de internetmarkt te waarborgen gezien de kenmerken van deze
markt met hoge en niet-tijdelijke toegangsbelemmeringen.5 Dit betreft het maken van periodieke marktanalyses, waarin de ACM beoordeeld of bepaalde
telecomaanbieders beschikken over aanmerkelijke marktmacht en zo ja, op welke wijze
toegang tot de vaste telecomnetwerken moet worden gereguleerd. Goede toegang tot vaste
netwerken voor internetaanbieders die geen of een beperkt eigen netwerk hebben is
een essentiële randvoorwaarde voor goede concurrentie op de internetmarkt. De ACM
werkt momenteel aan een nieuwe marktanalyse.6 In de marktanalyse zal de ACM rekening houden met de verbeterde toegangstarieven
en -voorwaarden waar KPN en Glaspoort aan gebonden zijn op grond van het besluit van
25 augustus jl.
Daarnaast kan de ACM ook toegang tot de vaste netwerken reguleren indien er sprake
is van «moeilijk te repliceren netwerkelementen». Hiervan is sprake als het zeer moeilijk
is een nieuw netwerk aan te leggen en er aan andere aanvullende voorwaarden (bijvoorbeeld
een zeer nadelig effect voor consumenten) wordt voldaan.7 Nederland heeft zich bij de Europese onderhandelingen over de Telecomcode ingezet
voor dit aanvullende instrument. Aanbieder YouCa, die aan bod komt in het artikel
in het Financieele Dagblad van 18 september, heeft op basis van dit instrument een
verzoek om toegang tot het kabelnetwerk van VodafoneZiggo in Amsterdam bij de ACM
ingediend. Dit verzoek is bij de ACM in behandeling.8
Naast het sectorspecifieke instrumentarium in de Telecommunicatiewet is er het generieke
instrumentarium van de Mededingingswet en de Instellingswet ACM,- dat door de ACM
is ingezet in het besluit van 25 augustus jl.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.