Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het stoppen van fossiele subsidies in 2023
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Financiën over het stoppen van fossiele subsidies in 2023 (ingezonden 19 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen
17 november 2022).
Vraag 1
Erkent u dat Nederland met het ondertekenen van de Glasgowverklaring voor het in lijn
brengen van internationale overheidssteun met de energietransitie zich eraan gecommitteerd
heeft om directe overheidssteun voor internationale fossiele energiesector voor het
einde van 2022 te stoppen met uitzondering van beperkte en duidelijk gedefinieerde
omstandigheden die consistent zijn met een 1.5°C-scenario?
Antwoord 1
Ja. Op 3 november 20221 heb ik aan uw Kamer een brief verstuurd, met daarin de uitwerking van het voorgenomen
beleid.
Vraag 2
Bent u het met het Internationaal Energie Agentschap eens dat elke nieuwe investering
in de winning van olie, kolen en gas, niet compatibel is met het bereiken van net-zero
in 2050 en 1.5°C opwarming in 2100?2
Antwoord 2
Volgens het IEA is er in het Net-Zero Emissions Scenario geen ruimte voor nieuwe olie- en gasvelden, anders dan de velden die reeds goedgekeurd
zijn. Verder zijn er geen investeringen in kolenmijnen of uitbreiding van kolenmijnen
benodigd.
Vraag 3
Kunt u garanderen dat de uitwerking van de ondertekening van de verklaring vasthoudt
aan het stoppen met fossiele steun (downstream en midstream) voor einde 2022? En dat
enkel het stapsgewijs uitfaseren niet compatibel is met het commitment aan de verklaring?
Antwoord 3
Op 3 november 2022 is een brief naar uw kamer verstuurd met de uitwerking van de COP26-verklaring.
Die brief beschrijft in detail de reikwijdte van de implementatie van de COP26-verklaring.
Dit betreft activiteiten gericht op exploratie en winning, verwerking, op- en overslag
en transport van fossiele brandstoffen en elektriciteitsopwekking middels fossiele
brandstoffen. Verkoop en gebruik van fossiele brandstoffen in gebouwde omgeving, fossiel
gedreven transportmiddelen (voer- en vaartuigen), landbouw en industrie (inclusief
staal en plastics) vallen buiten de definitie van de fossiele energiesector. Het kabinet
kiest niet voor stapsgewijze uitfasering, maar voor beëindiging van nieuwe steun,
die niet in lijn is met de verklaring, per eind 2022.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat nieuwe investeringen in olie, gas en kolen niet vallen onder
de uitzonderingsgrond uit de verklaring, omdat deze uitzonderingsgrond uitgaat van
comptabiliteit met een 1.5°C-opwarmingsscenario?
Antwoord 4
In de brief die uw Kamer op 3 november 2022 heeft ontvangen, is het uitgangspunt geformuleerd
dat geen nieuwe investeringen in de fossiele energie sector worden gedaan, behoudens
enkele uitzonderingen die in lijn zijn met de 1,5°C doelstelling en de korte termijn
Europese energieleveringszekerheid.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat de verklaring alleen ruimte biedt voor 1.5°C-compatibele
uitzonderingen en dat dit daarom de ondergrens zou moeten zijn van hoe Nederland deze
uitzonderingen definieert?
Antwoord 5
De verklaring biedt ruimte voor uitzonderingen, die in lijn zijn met een 1,5°C-scenario.
Het kabinet onderschrijft deze hoofdlijn. Daarbij behoudt het kabinet ruimte voor
projecten, die toezien op de Europese energieleveringszekerheid en aanvragen die zijn
ingediend voor 1 januari 2023. Er is een beoordelingskader3 opgesteld aan de hand waarvan bekeken zal worden of exporttransacties in lijn zijn
met de COP26-verklaring.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat het feit dat enkele landen, zoals Noorwegen en Zuid-Korea,
de verklaring niet hebben ondertekend, niet van invloed moet zijn op hoe Nederland
uitvoering geeft aan de verklaring, omdat Nederland in het volledig ondertekenen van
de verklaring immers alle relevante factoren reeds heeft afgewogen?
Antwoord 6
Bij de uitwerking van de COP26-verklaring is vooral afstemming gezocht met medeondertekenaars,
met hierbij in het bijzonder oog voor Frankrijk, België en Duitsland. Het kabinet
hecht aan een gelijkwaardig speelveld, en zal daarom de nadere invulling van het beleid
van medeondertekenaars nauwlettend volgen. Het voorgenomen beleid zal aangepast worden
als de beleidsontwikkeling bij de andere ondertekenaars daar aanleiding toe geeft.
Landen die de COP26-verklaring niet hebben ondertekend, zoals Noorwegen en Zuid-Korea,
zijn uiteraard wel relevant voor het internationaal gelijkwaardige speelveld. Het
kabinet blijft zich inspannen om landen tot ondertekening te bewegen.
Vraag 7
Erkent u dat het in het belang is van de Nederlandse geloofwaardigheid in de internationale
klimaatdiplomatie, zeker ook richting de COP in Egypte, als zij haar oproep tot «actie,
actie, actie» en de ondertekening van het commitment voor einde 2022 fossiele steun
te beëindigen, niet afzwakt door enkel stapsgewijs uit te faseren?
Antwoord 7
In de Kamerbrief van 7 juli 20224 heeft het kabinet aangegeven tijdig voor de COP27-conferfentie in Egypte beleid te
zullen publiceren. Op 3 november 2022 is een brief aan Uw Kamer verstuurd, waarin
het voorgenomen beleid om nieuwe steun aan de internationale fossiele energiesector
te beëindigen, is gepresenteerd.
Vraag 8
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.