Schriftelijke vragen : De Uitvoeringsagenda Internationale Sociale Voorwaarden
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Uitvoeringsagenda Internationale Sociale Voorwaarden (ingezonden 17 november 2022).
Vraag 1
Waarom bevat de Uitvoeringsagenda Internationale Sociale Voorwaarden (ISV)1 geen ambitieuze en meetbare doelen voor de toepassing van de gunningscriteria in
aanbestedingen van de rijksoverheid, terwijl de Kamer daar2 wel om vraagt?
Vraag 2
Bent u bereid om deze doelen alsnog op te stellen, bijvoorbeeld voor de productcategorieën
die al binnen het ISV-kader vallen?
Vraag 3
Kunt u aangeven wanneer het onderzoek naar het verbreden van de risicosectoren voor
verplichte toepassing van de ISV en het onderzoek naar de toepassing van de ISV als
selectie- of gunningscriterium worden afgerond? Kunt u toezeggen deze onderzoeken
in de eerste helft van 2023 af te ronden, aangezien het kabinet deze onderzoeken al
in 2020 heeft aangekondigd?3
Vraag 4
Kunt u toezeggen deze onderzoeken op te volgen met een beleidsreactie? Kunt u hierin
ook de aanbevelingen van de IOB betrekken over het verbreden van de verplichte toepassing
van de ISV en het voorschrijven van de toepassing van de ISV als gunningcriteria?4
Vraag 5
Waarom wordt in de Uitvoeringsagenda ISV bij geen enkele maatregel aangegeven wanneer
deze wordt uitgevoerd en welk departement verantwoordelijk is?
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat alleen vrijwillige ondersteunende en voorlichtende maatregelen
onvoldoende zijn om structurele, ambitieuze toepassing van de ISV in aanbestedingen
van de rijksoverheid en decentrale overheden te realiseren en dat daarom ook meer
dwingende maatregelen nodig zijn?
Vraag 7
Hoe kijkt u aan tegen een wettelijke verplichting voor centrale en decentrale overheden
om bij alle aanbestedingen in hoogrisicosectoren zich in te zetten voor het voorkomen
van mensenrechtenschendingen, zoals in Noorwegen het geval is?5 Bent u bereid te onderzoeken of en hoe een dergelijke verplichting in de Nederlandse
Aanbestedingswet zou kunnen worden opgenomen?
Vraag 8
Is er, gezien de uitdagingen die er liggen om de ISV beter te verankeren in aanbestedende
organisaties van het Rijk, voldoende structurele financiële ruimte voor de uitvoering
van de maatregelen die inkopers en aanbestedende diensten moeten ondersteunen bij
het toepassen van de ISV, zoals het Ondersteuningspunt ISV?
Vraag 9
Kunt u toezeggen dat u in het kader van beleidscoherentie de ISV-kaders volledig in
lijn zult brengen met de OESO-richtlijnen, zodat aanbestedende diensten van bedrijven
verwachten dat zij risico’s in de gehele keten in kaart brengen en daarbij ook kijken
naar het voorkomen, beperken en herstellen van milieuschade in hun ketens?
Vraag 10
Waarom wordt in de Uitvoeringsagenda ISV nergens de rol die vakbonden en maatschappelijke
organisaties kunnen spelen in het verbeteren van het inkoopbeleid benoemd? Kunt u
aangeven of en hoe u maatschappelijke organisaties en vakbonden wel bij de Uitvoeringsagenda
wil betrekken?
Indieners
-
Gericht aan
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.