Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het blokkeren van het amendement op de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (Twm) (nieuwe versie)
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het blokkeren van het amendement op de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (Twm) (ingezonden 27 oktober 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 november
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving met betrekking tot het amendement van GroenLinks
op de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (Twm)?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom er door ambtenaren van uw departement onderling over dit amendement
werd gesproken in termen als een «akelig amendement» en een «heel machtig wapen»?
Vindt u het normaal dat er in bestuurlijke kringen op een dusdanige manier over een
democratisch instrument wordt gesproken, als zijnde een gevaar voor de zittende macht?
Antwoord 2
In de betreffende e-mails wordt gesproken over de (procedurele) gevolgen van het amendement3, zoals dit oorspronkelijk was ingediend, voor het nemen van maatregelen ter bestrijding
van de epidemie van covid-19. Het is gebruikelijk dat elk ingediend amendement op
zijn merites wordt beoordeeld. De beoordeling werd ingegeven door de gevolgen voor
de bestuurlijke slagkracht bij de bestrijding van de epidemie. Ik ben het niet met
u eens dat over dit amendement is gesproken als zijnde een gevaar voor de zittende
macht.
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom uw departement het dusdanig onwenselijk achtte dat de oppositie
een ministeriële regeling zou kunnen blokkeren die potentieel verregaande gevolgen
zou kunnen hebben voor de samenleving? Is het niet juist de taak van de oppositie
om te waken over het parlementaire proces en ervoor te zorgen dat het kabinet zich
niet te veel en op een oneigenlijke manier macht toe-eigent?
Antwoord 3
De aanname dat het Ministerie van VWS het onwenselijk achtte dat de oppositie een
regeling zou kunnen blokkeren deel ik niet. Een belangrijke taak van zowel de Tweede
als de Eerste Kamer is de regering te controleren. Beide Kamers beschikken daartoe
over regulier instrumentarium. Ter versteviging van de parlementaire betrokkenheid
bij het nemen en intrekken van maatregelen voorzag de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
(Twm), zoals deze was ingediend, onder meer in een lichte voorhangprocedure4. Daarmee werd gewaarborgd dat indien noodzakelijk, mèt betrokkenheid van het parlement,
snel maatregelen zouden kunnen worden genomen. De regeling zoals neergelegd in het
amendement waarop de e-mails betrekking hebben (amendement nr. 7) zou ertoe leiden
dat voor het nemen van maatregelen een wet nodig zou kunnen zijn. Een wetstraject
zou vergaande gevolgen hebben voor de bestuurlijke slagkracht.
Vraag 4
Kunt u uitleggen waarom het voor uw departement zo belangrijk was dat het kabinet
per decreet zou kunnen regeren?
Antwoord 4
Deze aanname deel ik niet. Een belangrijk doel van de Twm was juist het creëren van
een steviger democratische legitimatie van de maatregelen die nodig waren ter bestrijding
van de epidemie5. Tot inwerkingtreding van de Twm werden maatregelen immers vastgesteld via noodverordeningen
van de voorzitters van de veiligheidsregio’s. Na inwerkingtreding van de Twm konden
maatregelen -afgezien van de spoedprocedure, waarvoor een blokkeringsrecht achteraf
gold – alleen worden genomen bij ministeriële regeling mèt voorafgaande betrokkenheid
van het parlement. Van regeren bij decreet was geen sprake. Zie daarvoor ook het antwoord
op vraag 3.
Vraag 5
Kunt u reflecteren op hoe dit raakt aan de grondbeginselen van de parlementaire democratie
en op welke manier u het verantwoord acht dat uw ministerie en/of het kabinet deze
grondbeginselen op deze manier probeerde te omzeilen?
Antwoord 5
Het standpunt dat het Ministerie van VWS of het kabinet de grondbeginselen van de
parlementaire democratie trachtte te omzeilen, deel ik niet. Zoals in de antwoorden
op de voorgaande vragen is aangegeven is met de Twm destijds een steviger democratische
legitimatie van maatregelen gecreëerd. Met de Twm werd een balans gevonden tussen
enerzijds de noodzaak van snelheid en flexibiliteit van handelen en anderzijds de
noodzaak van democratische legitimatie en waarborgen voor de bescherming van grondrechten.
Vraag 6
Vindt u het te rechtvaardigen dat is geprobeerd om de oppositie op deze manier actief
buitenspel te zetten? Zo ja, waarom?
Antwoord 6
Deze aanname deel ik niet. Ik verwijs hiervoor naar de antwoorden op de vragen 3 tot
en met 5.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat in de openbaargemaakte WOB-verzoeken wordt gesproken over een
«machtigingswet door de Kamers jagen»? Waarom wordt er door ambtenaren van uw departement
duidelijk nagedacht en gesproken over het inzetten van machtsmisbruik?
Antwoord 7
Wetgeving komt tot stand via een zorgvuldig regulier wetgevingsproces. In tijden van
crisis moet dit proces, vanwege de urgente situatie, met de nodige voortvarendheid
worden doorlopen. Een voortvarende behandeling sluit een zorgvuldige behandeling niet
uit. Een wet door de Kamers jagen betreft beeldspraak en berust geenszins op gangbare
praktijk. De woordkeuze in de e-mail is niet de mijne.
Vraag 8
Waarom was uw departement blijkbaar van mening dat een minderheid in de Eerste en
Tweede Kamer een democratisch recht wel kon worden onthouden? Kunt u uiteenzetten
welke overwegingen hieraan ten grondslag lagen die dit in uw ogen zouden rechtvaardigen?
Antwoord 8
Er is beslist geen democratisch recht onthouden. Zoals in de antwoorden op de voorgaande
vragen is aangegeven is met de Twm een steviger democratische legitimatie van maatregelen
gecreëerd. Met de Twm werd een balans gevonden tussen enerzijds de noodzaak van snelheid
en flexibiliteit van handelen en anderzijds de noodzaak van democratische legitimatie
en waarborgen voor de bescherming van grondrechten.
Vraag 9
Bent u niet van mening dat ingrijpende maatregelen, zoals de coronamaatregelen van
de afgelopen jaren, juist verregaand gecontroleerd, getoetst en in sommige gevallen
geblokkeerd moeten worden door de oppositie? Zo ja, staat dat dan niet haaks op de
manier waarop uw departement gereageerd heeft op dit amendement?
Antwoord 9
Voor ingrijpende maatregelen, zoals coronamaatregelen, is een zorgvuldig besluitvormingsproces
nodig. Met de Twm werd een balans gevonden tussen enerzijds de noodzaak van snelheid
en flexibiliteit van handelen en anderzijds de noodzaak van democratische legitimatie
en waarborgen voor de bescherming van grondrechten. Deze balans is bij de totstandkoming
van de Twm in samenspraak tussen regering en parlement vastgesteld.
Vraag 10
Hoe kijkt uw departement op dit moment tegen soortgelijke situaties aan? Bent u, als
Minister van VWS, net als uw voorganger, van mening dat de oppositie op een dergelijke
manier buitenspel gezet zou mogen worden en dat het kabinet het parlementaire proces
op een dergelijke manier mag omzeilen om de eigen koers door te zetten? Zo ja, waarom
en in wat voor situaties vindt u dat te rechtvaardigen?
Antwoord 10
Op 14 september 2022 is het wetsvoorstel Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid
bij uw Kamer ingediend. Het wetsvoorstel voorziet in grondslagen om collectieve maatregelen
te treffen voor de bestrijding van infectieziekten met pandemisch potentieel. De betrokkenheid
van de beide Kamers en de bescherming van grondrechten wordt in het wetsvoorstel gewaarborgd.
Dat wetsvoorstel doorloopt de gebruikelijke parlementaire procedure.
Vraag 11
Kunt u reflecten op het feit dat sommige media met betrekking tot deze kwestie spreken
over een «staatsgreep»? Wat vindt u van dit sentiment en wat denkt u dat de openbaarmaking
van deze beleidslijn doet met het vertrouwen van de burger in het kabinet en het (toekomstige)
coronabeleid?
Antwoord 11
Het is onderdeel van de journalistieke vrijheid om berichtgeving naar eigen inzicht
te duiden. De in het nieuwsitem aangehaalde e-mails openbaren geen beleidslijn.
Vraag 12
Hoe rijmt u deze manier van regeren met de «nieuwe bestuurscultuur» die uw kabinet
zegt te willen voorstaan?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 11.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.