Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Boucke over de voorbereidingen op de boycot op Russische olie
Vragen het lid Boucke (D66) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de voorbereidingen op de boycot op Russische olie (ingezonden 5 oktober 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 17 november 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 541.
Vraag 1
Welke voorbereidingen treft en heeft Nederland getroffen ter voorbereiding op de boycot
op Russische olie?
Antwoord 1
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 5 t/m 9.
Vraag 2
Voorziet u problemen bij de invoering, handhaving en toezicht van dit boycot?
Antwoord 2
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 2.
Vraag 3
Voorziet u een tekort aan olie in Nederland vanaf de effectuering van de boycot?
Antwoord 3
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 3 t/m 5.
Vraag 4
Wat is de actuele stand van zaken van de Nederlandse strategische voorraad olie?
Antwoord 4
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 6 en 7.
Vraag 5
Kunt u ingaan op productie- en import percentages van Nederland met betrekking tot
olie?
Antwoord 5
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland. Het Centraal Bureau voor de Statistiek houdt de invoer
en export van producten bij. In 2021 heeft Nederland 1,1 miljoen ton olie gewonnen,
100 miljoen ton olie ingevoerd, 45 ton olie uitgevoerd en 90 miljoen ton aardolieproducten
geproduceerd.1
Vraag 6 en 7
Hoeveel daarvan is bestemd voor Europese doorvoer?
Uit welke landen importeert Nederland olie?
Antwoord 6 en 7
Oliestromen zijn niet te traceren van import tot en met uitvoer. Wel is een uitsplitsing
per land aan zowel de import- als de exportkant.2 In 2021 waren Noorwegen, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten
landen waaruit door Nederland veel olie werd geïmporteerd.
Ongeveer de helft van de aardoliegrondstoffen (o.a. ruwe aardolie) die in 2021 naar
Nederland werd aangevoerd had het label voor wederuitvoer. Voor aardolieproducten
was dit 38%. België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn landen waarnaar Nederland
veel olie en aardolieproducten heeft uitgevoerd in 2021.3
In 2021 ging meer dan 99% van de weder uitgevoerde aardoliegrondstoffen naar Europa,
voor olieproducten was dit 34%.
Vraag 8
Kunt u ingaan op de percentages van het gebruik per sector van olie?
Antwoord 8
Olie(producten) zitten overal in de Nederlandse economie verweven en zijn een belangrijke
grondstof voor veel maatschappelijke functies. Wegtransport, waarvoor benzine en diesel
gebruikt wordt, betreft slechts een deel (circa 25%) van de in Nederland gebruikte
olie(producten). Een groter deel betreft bunkerbrandstoffen voor de internationale
zeevaart (circa 29%) en internationale luchtvaart (circa 10%). Daarnaast is er ook
energetisch ofwel eigen verbruik van olie(producten) door de chemie en raffinage sectoren
(circa 11%). Het niet-energetisch gebruik van olie(producten) als grondstof voor o.a.
de chemie betreft eveneens een aanzienlijk deel (circa 16%). Dit worden niet-energetische
producten zoals plastics, cosmetica, PET-flessen, bouw- en isolatiematerialen, medische
hulp- en beschermmiddelen, kleding, etc. Vervolgens is er nog een heel scala aan speciale
olieproducten die op uiteenlopende wijze worden geconsumeerd (circa 9%). Hierbij kan
worden gedacht aan bijvoorbeeld bitumen voor asfalt, smeermiddelen voor motoren, terpentine
voor verf, handgels etc. Het is niet alleen economisch maar ook maatschappelijk ontwrichtend
als alledaagse producten en diensten plotseling niet meer beschikbaar zijn.
Vraag 9
Welke lessen trekt u uit de gascrisis en het bijbehorend instrumentarium voor de realisatie
en handhaving van een eventueel kort aan olie?
Antwoord 9
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 8.
De import van gas is gericht op binnenlands gebruik. De import van olie in Nederland
betreft grotendeels doorvoer naar Europese lidstaten (circa twee derde) en verwerking
in de raffinaderijen (circa een derde). Olie wordt in de havens van Amsterdam, Rotterdam
en Antwerpen voor het grootste deel overgeslagen en over weg en water geëxporteerd.
De oliemarkt is, zoals in de brief aangegeven, niet gereguleerd. Raffinaderijen (commerciële
partijen) kopen olie in op de wereldmarkt. De Nederlandse overheid heeft een strategische
olie- en olieproductenvoorraad. Inzet van de strategische olievoorraad in situaties
van schaarste of tekort wordt op dit moment verder uitgewerkt in het Landelijk Crisisplan
Olie (LPC-O).
Vraag 10
Bent u het eens dat het instrumentarium niet uitsluitend uit moet gaan van een fysiek
tekort aan olie (zoals bijvoorbeeld het Bescherm en Herstelplan Gas), maar ook toegerust
moet zijn op maatschappelijke en markteffecten als gevolg van hoge prijzen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 10
Het Landelijk Crisisplan Olie (LCP-O) geeft op hoofdlijnen inzicht in en een overzicht
van de bestaande afspraken op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, gericht
op de beheersing van (dreigende) crises als gevolg van schaarste of een tekort aan
aardolie en aardolieproducten met aanzienlijke maatschappelijke gevolgen. Het plan
is een leidraad en beschrijft op hoofdlijnen de crisisaanpak op rijksniveau, de samenwerking
en aansluiting met betrokken publieke en private partners en netwerken op internationaal
en regionaal niveau. Het plan is daarmee een uitwerking van de generieke aanpak van
crises door het Rijk zoals beschreven in het Instellingsbesluit Ministeriële Commissie
Crisisbeheersing en het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming.
Vraag 11
Bent u het eens dat oplossingen die bijdragen aan het reduceren van olie en de duurzame
transitie versnellen onderdeel moeten zijn van het instrumentarium bij een eventueel
tekort aan olie?
Antwoord 11
Voor de maatregelen op het gebied van verduurzaming van de energievoorziening, mobiliteit
en de gebouwde omgeving verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 9.
Zoals uit eerdere studies van het Internationaal Energie Agentschap gebleken is, is
men nog geruime tijd afhankelijk van fossiele brandstoffen. Een duurzame transitie
kan niet in een zeer korte tijd worden verwezenlijkt, zonder afbreuk te doen aan de
huidige afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Zolang de maatschappij voor het
grootste deel is ingesteld op fossiele brandstoffen, zal iedere radicale omwenteling
ernstige ontwrichting teweeg brengen op onze maatschappij.
Daarnaast vragen maatregelen voor de energietransitie grote investeringen en deze
hebben een lange implementatietermijn. Bij een acuut tekort aan olie of olieproducten
werken alleen vraagbeperkende maatregelen snel genoeg.
Dit kan bijvoorbeeld door met maatregelen brandstofgebruik voor transport, bijvoorbeeld
het wegvervoer, te ontmoedigen. Deze maatregelen leiden tot minder brandstofverbruik
en dus minder CO2-uitstoot, maar hebben ook een grote economische impact.
Het bijmengen van biodiesel is een voorgestelde maatregel in het LPC-Olie met positief
milieueffect. De beschikbaarheid van biodiesel is echter beperkt. Daarnaast is biodiesel
duurder dan diesel en niet in alle situaties bruikbaar.
Vraag 12
Kunt u ingaan op eventuele keteneffecten, zoals bijvoorbeeld (tekorten aan) bijproducten
van raffinage of op olie gebaseerde bedrijfsprocessen?
Antwoord 12
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 2 t/m 5.
Vraag 13
Welke instrumenten worden op Europees niveau ingezet ten behoeve van een eventueel
tekort, coördinatie en bijvoorbeeld gezamenlijke inkoop?
Antwoord 13
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief Nederlandse voorbereiding
op oliesancties tegen Rusland, pagina 8.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.