Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Richardson, Van den Hil en Verkuijlen over het bericht ‘Tientallen klachten van misbruik en mishandeling in Gelders jeugddorp’
Vragen van de leden Richardson, Van den Hil en Verkuijlen (allen VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Tientallen klachten van misbruik en mishandeling in Gelders jeugddorp» (ingezonden 12 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 17 november 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 505.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Tientallen klachten van misbruik en mishandeling in
Gelders jeugddorp»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zijn deze misstanden ook ter sprake gekomen bij het bezoek van de Staatssecretaris
aan dit jeugddorp op 14 september jongstleden? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 2
Nee, deze misstanden zijn niet besproken. Voorafgaand aan mijn werkbezoek aan de Glind
hebben mij geen signalen bereikt over misstanden. Indien dat wel het geval was, was
ik het gesprek hierover zeker aangegaan.
Vraag 3
Hebben externe toezichthouders al eerder signalen bereikt over onveilige omstandigheden
in jeugddorp de Glind? Zo ja, vanaf wanneer waren deze externe toezichthouders hiervan
op de hoogte en welke stappen zijn toen ondernomen? Zo nee, hoe kan het dat dit nog
niet bekend was bij de betrokken toezichthouders?
Antwoord 3
In de periode 2018 tot begin oktober 2022 ontving de IGJ 8 signalen en 5 meldingen
over zorgaanbieders uit de Glind. Bij iedere melding bepaalt de IGJ welke vervolgstappen
nodig zijn. Dat kan onmiddellijke actie zijn, maar het kan ook zijn dat de IGJ een
zorgaanbieder bijvoorbeeld vraagt om zelfstandig onderzoek te doen. Meldingen die
de IGJ ontvangt over geweld, misbruik of grensoverschrijdend gedrag binnen een gezinshuis,
worden altijd opgevolgd. Ook neemt de IGJ meldingen die worden ontvangen mee in toekomstig
toezicht. Veel van de zorgaanbieders in de Glind betreffen gezinshuizen.
Over de precieze inhoud van meldingen en de afhandeling doet de IGJ nooit mededelingen.
Dat is vanwege de vertrouwelijkheid van de informatie en de privacy van betrokkenen.
En omdat meldingen (ook oudere) meegenomen kunnen worden in toekomstig toezicht of
onderdeel zijn van lopend toezicht.
Vraag 4
Hoe reflecteert u op de constatering van oud-pleegkinderen dat sprake is van een gesloten
systeem dat vermeende daders de hand boven het hoofd hield? Welke stappen worden nu
ondernomen ten aanzien van de zorgaanbieder?
Antwoord 4
Het is zeer te betreuren dat oud-pleegkinderen geen klacht durfden in te dienen of
aangifte durfden te doen tegen vermeende daders van de misstanden in de Glind. Het
gesloten systeem zoals in de uitzending van omroep Gelderland over de Glind in de
jaren ‘80 en ‘90 is beschreven, is inmiddels veranderd. Het is sinds het begin van
de jaren ‘90 niet meer verplicht om als hulpverlener in De Glind te wonen. Voor de
gezinshuiskinderen wordt gekeken wat een passende school/ opleiding voor hen is, waardoor
zij ook buiten de Glind naar een reguliere basisschool of school voor voortgezet onderwijs
kunnen gaan.
In 2016 is de Stichting Jeugddorp de Glind opgericht, naast Stichting Intermetzo (de
voorganger van Pluryn), die ook gezinswonen aanbiedt als zorgaanbieder. Ook andere
zorgaanbieders hebben zich ondertussen gevestigd in het dorp met één of meerdere gezinshuizen,
woonvormen of logeervoorzieningen. De verschillende zorgaanbieders werken binnen het
dorp samen op het gebied van bijvoorbeeld vrijetijdsvoorzieningen. Intercollegiaal
overleg of het bespreken van het (vermoeden) van misstanden kan hierdoor makkelijk
plaatsvinden tussen professionals die geen afhankelijkheidsrelatie ten aanzien van
elkaar hebben in de privésfeer.
De grootste franchise-gevende organisatie van gezinswonen (Gezinshuis.com) heeft sinds
enkele jaren geen kantoor meer in de Glind en daarmee geen directe belangen, anders
dan het vertegenwoordigen van haar formule bij zorgaanbieders en bij een groot deel
van de gezinshuizen in het dorp. De positionering van Gezinshuis.com buiten de Glind
draagt bij aan haar onafhankelijke positie.
De lopende meldingen en signalen die over de betrokken zorgaanbieders worden gemeld
bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), zullen zorgvuldig door de IGJ worden
behandeld en zo nodig worden onderzocht. Zie ook het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Hoe wordt recht gedaan aan de groep oud-pleegkinderen die hun verhaal hebben verteld?
Hoe wordt erop toegezien dat deze oude meldingen alsnog worden behandeld?
Antwoord 5
Pluryn heeft een telefoonlijn opgezet voor deze groep slachtoffers.
Pluryn is ook onderzoek aan het voorbereiden. Ik heb begrepen dat ze zowel onderzoek
laten doen naar de stukken die in de archieven bewaard zijn, als methodologisch onderzoek,
bijvoorbeeld door middel van focusgroepen met (oud)medewerkers en (oud)cliënten. De
uitkomsten van beide onderzoeken zijn bedoeld om zowel helder te krijgen wat er gebeurd
is met meldingen, maar ook om te leren hoe nu en in de toekomst om te gaan met (gevoelens
van) onveiligheid van cliënten en medewerkers en dit te voorkomen.
Slachtoffers kunnen ook bellen met de telefoonlijn van Slachtofferhulp Nederland.
Zij bieden hulp en ondersteuning en geven persoonlijk advies aan onder meer slachtoffers
van geweld of seksueel misbruik.
Slachtoffers die tussen 1945–2019 slachtoffer zijn van geweld en behoefte hebben aan
een luisterend oor of zoekende zijn naar hulp of ondersteuning, kunnen bellen met
de telefoonlijn van het Centraal Informatie en Expertisepunt. Dat is speciaal opgericht
voor slachtoffers van geweld. Er is ook een mogelijkheid tot chatten.
Indien zij dit nog niet gedaan hebben, kunnen de slachtoffers ook een financiële tegemoetkoming
vragen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Mensen die tussen 1945–2019 als minderjarige
onder verantwoordelijkheid van de overheid in aanraking kwamen met geweld in de vorm
van jeugdzorg waar zij verbleven, komen in aanmerking voor deze vergoeding.
Vraag 6
Zijn er voldoende mogelijkheden voor bewoners en jeugdbeschermers om veilig meldingen
te doen, intern en extern, van onveilige situaties binnen het jeugddorp? Zijn bewoners
en jeugdbeschermers hier ook voldoende van op de hoogte?
Antwoord 6
Er zijn nu diverse mogelijkheden voor bewoners maar ook voor jeugdbeschermers om veilig
een melding te doen, indien zij over een zorgaanbieder klachten hebben, of onveiligheid
of geweld ervaren. De mogelijkheden voor het doen van meldingen en het indienen van
klachten zijn bekend bij de jeugdbeschermers en ook bewoners weten waar zij terecht
kunnen bij klachten of onveilige situaties.
Allereerst hebben kinderen, ouders en pleegouders, op grond van de Jeugdwet, klachtrecht.
Jeugdhulpaanbieders waaronder gezinshuizen moeten een klachtenregeling opstellen waarin
in ieder geval voorzien wordt in een klachtencommissie met een onafhankelijk voorzitter
die de klachten kan behandelen. Wordt de klacht niet naar tevredenheid afgehandeld
dan kan de klager zich wenden tot de Nationale ombudsman of de Kinderombudsman.
Er bestaat tenslotte ook de mogelijkheid een tuchtklacht in te dienen.
Daarnaast moeten jeugdhulpaanbieders zoals gezinshuizen beschikken over een onafhankelijk
vertrouwenspersoon, zoals een vertrouwenspersoon van het AKJ (Advies- en Klachtenbureau
Jeugdzorg). Jeugdigen en hun ouders kunnen daar terecht voor hulp bijvoorbeeld bij
het indienen van een (tucht)klacht over een jeugdhulpaanbieder. De vertrouwenspersoon
van het AKJ komt in het geval van een gezinshuis vier keer per jaar langs om een gesprek
te voeren met de jeugdige. Bij klachten kan ook een gesprek worden gevoerd met de
betreffende jeugdprofessional eventueel in aanwezigheid van diens leidinggevende.
Indien sprake is van acuut gevaar dan kan de vertrouwenspersoon de situatie zelf signaleren
bij de IGJ.
Er kan ook gemeld worden bij het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ) van de IGJ. Het LMZ
geeft advies en informatie bij klachten over de kwaliteit van zorg en geeft aan welke
stappen mensen/ jeugdigen met klachten kunnen zetten.
Naast het LMZ heeft de IGJ een apart meldpunt voor (ex-)medewerkers en zorgaanbieders.
Vraag 7
Zijn er op dit moment overeenkomstige signalen bekend bij andere jeugdinstellingen?
Antwoord 7
De IGJ zal meldingen door jeugdhulpaanbieders en signalen en meldingen die bij het
LMZ binnen komen over jeugdinstellingen zorgvuldig behandelen en zo nodig onderzoeken.
Over de inhoud van deze signalen en meldingen en over de afhandeling ervan doet de
IGJ nooit mededelingen in verband met de vertrouwelijkheid van de informatie en de
privacy van betrokkenen.
Vraag 8
Bent u bereid om breder onderzoek te doen naar veilige leefomstandigheden binnen dit
soort woonvormen naar aanleiding van deze casus en de Kamer hierover voor het einde
van het jaar te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Begin dit jaar heb ik het onderzoek naar veiligheidsbeleving onder jongeren in de
jeugdzorg met verblijf naar uw Kamer gestuurd3. In mijn beleidsreactie en eveneens in het door de Tweede Kamer aangevraagde VSO
heb ik aangegeven dat ik dit onderzoek naar veiligheidsbeleving in 2023 wil herhalen.
Specifiek naar aanleiding van deze casus heeft zorgaanbieder Pluryn aangegeven dat
zij onderzoek gaan laten uitvoeren over wat er in de Glind gespeeld heeft. Zie ook
het antwoord op vraag 5.
Het Schadefonds Geweldsmisdrijven voert de tijdelijke regeling slachtoffers jeugdzorg
uit waarmee slachtoffers die tussen 1945–2019 in de jeugdzorg verbleven een tegemoetkoming
kunnen krijgen van € 5.000. Ik wil een onderzoek laten uitvoeren naar de gegevens
die het Schadefonds Geweldsmisdrijven heeft opgehaald bij het uitvoeren van de regeling.
Uit de gegevens van het Schadefonds Geweldsmisdrijven zijn mogelijk rode draden of
patronen te herkennen waaruit lessen kunnen worden getrokken om de veiligheid van
jeugdigen waar nodig te verbeteren. Een extra onderzoek voordat deze onderzoeken zijn
uitgevoerd, heeft hierdoor op dit moment weinig meerwaarde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.