Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de nieuwe coronagolf, de terugkeer van influenza en de vaccinatiecampagnes
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwe coronagolf, de terugkeer van influenza en de vaccinatiecampagnes (ingezonden 7 oktober 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 422.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichtgeving over de «najaarsgolf» van het coronavirus
en de terugkeer van het influenzavirus en de daarmee gepaard gaande verwachte griepgolf?1, 2, 3, 4
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe reflecteert u op de manier van communiceren en de beeldvorming die hierdoor ontstaat
van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), dat stelt dat de ontwikkeling
van de nieuwe golf van het coronavirus afhangt van de mate waarin mensen zich laten
vaccineren? Is het niet zo dat hierdoor opnieuw sprake is van vaccinatiedrang, of
dat dat tenminste zo kan worden ervaren?
Antwoord 2
Het RIVM verstrekt feitelijke informatie over de huidige epidemiologische situatie
en de effectiviteit van vaccinatie tegen COVID-19. Ik vind het van belang dat burgers
hier goed over worden voorgelicht, zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken om
zich wel of niet te laten vaccineren.
Vraag 3 en 4
Bent u op de hoogte van het gegeven dat epidemiologen waarschuwen voor een heviger
griepgolf omdat mensen door de afgelopen jaren van maatregelen hun afweer tegen influenza
grotendeels kwijt zijn, waardoor de terugkerende griep voor velen ernstiger zou kunnen
verlopen? Hoe kijkt u in dat licht bezien en in retrospectief naar de coronamaatregelen,
die er defacto voor gezorgd hebben dat meer mensen dan voor de coronacrisis kampen
met een verminderde afweer en dus een groter risico om ziek te worden?
Deelt u de mening dat, aangezien ook de afweer van jonge, gezonde mensen waarschijnlijk
is afgenomen door de coronamaatregelen waardoor meer mensen in de samenleving risico
lopen om (ernstig) ziek te worden, dat de coronamaatregelen dientengevolge contraproductief
hebben gewerkt, aangezien zij door de toename van kwetsbare mensen in de algehele
populatie straks waarschijnlijk zullen leiden tot een verhoogde druk op de zorg?
Antwoord 3 en 4
Deze mening deel ik niet, aangezien de aannames die hieraan ten grondslag liggen onjuist
zijn. De coronamaatregelen hebben er niet voor gezorgd dat mensen hun afweer tegen
influenza kwijt zijn. Ook is de aanname dat jonge en gezonde mensen hierdoor meer
risico lopen onjuist.
De coronamaatregelen hadden als gevolg dat het influenzavirus in de afgelopen twee
jaar minder vrij kon rondgaan onder de bevolking. In de afgelopen periode zijn daardoor
relatief weinig mensen aan influenza overleden. Omdat er nu minder maatregelen zijn,
kunnen virussen zoals het influenzavirus makkelijker rondgaan, waardoor mogelijk meer
mensen weer ziek worden. Om ernstige ziekte en sterfte door influenza te voorkomen
is het dus belangrijk dat de mensen die hiervoor in aanmerking komen, naast de herhaalprik
tegen COVID-19, ook de jaarlijkse griepprik halen.
Vraag 5
Wat betekent het gegeven dat de vaccinatiebereidheid steeds verder afneemt voor het
te voeren coronabeleid van de komende maanden? Wordt dit beleid deels gebaseerd op
de hoeveelheid mensen die zich dit najaar (opnieuw) laat vaccineren? Zo ja, om welke
percentages gaat het dan? Is er een streefpercentage vaccinaties dat behaald moet
worden om invoering van bepaalde coronamaatregelen te voorkomen? Zo ja, welke percentage
is dat en op welke (epidemiologische) criteria is dat gebaseerd?
Antwoord 5
Zoals ook aangegeven in mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van
Haga (Groep Van Haga) van 12 oktober jl.5, is het coronabeleid gebaseerd op verschillende variabelen. De mate van immuniteit
onder de bevolking en de kennis die op dat moment beschikbaar is over de mate van
bescherming van vaccins wegen daarin mee. Wat deze variabelen betekenen voor het coronabeleid
heb ik in mijn Kamerbrief van 13 oktober jl.6 aan uw Kamer toegelicht.
Vraag 6
Kunt u inzichtelijk maken hoe de zorg de komende tijd adequaat wordt opgeschaald aangezien
onder epidemiologen de verwachting leeft dat het influenzavirus dit najaar en deze
winter een comeback zal maken en u heeft aangegeven dat daarmee rekening is gehouden
met betrekking tot het opschalen van de zorg? Kunt u inzichtelijk maken met welke
middelen hoe de zorg de komende tijd adequaat wordt opgeschaald, hoeveel extra zorgpersoneel,
hoeveel extra bedden, capaciteit bij huisartsen en in de ouderenzorg, wat dit gaat
kosten en hoe dit gefinancierd gaat worden?
Antwoord 6
In het thans geldende opschalingsplan van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ)7 is beschreven hoe de zorg(keten) omgaat met oplopende patiëntaantallen en daaruit
voortvloeiende druk op de zorg. Het maakt daarbij geen verschil of het COVID-19- of
influenzapatiënten betreft. Beide patiëntgroepen doen immers een beroep op nagenoeg
dezelfde beschikbare (personele) capaciteit, of het nu gaat om eerstelijnszorg, de
ziekenhuizen, of de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT). Ten aanzien
van een eventuele opschaling naar een hogere (crisis)fase, zal in de regio’s de druk
in de hele zorgketen worden beoordeeld en worden meegenomen in de besluitvorming.
In de Regionale Overleggen Acute Zorg (ROAZ) zijn alle bovengenoemde sectoren daarom
ook aangesloten.
Wat betreft personeel is het in bovengenoemde situatie mogelijk om gebruik te maken
van de faciliteiten van de Nationale Zorgreserve, die tijdens crises een rol kan spelen
in het snel opschalen van de capaciteit van zorgprofessionals. Daarnaast heeft de
Minister voor Langdurige Zorg en Sport, met het oog op de personele houdbaarheid van
de zorg, binnen het programma «Toekomstbestendige arbeidsmarkt zorg en welzijn» (TAZ)
afspraken gemaakt met zorg- en welzijnsorganisaties, zorginkopers, onderwijs en beroepsorganisaties
om de urgente uitdagingen op de arbeidsmarkt aan te gaan. Het programma heeft tot
doel de zorg toekomstbestendiger te maken door het werk zodanig anders te organiseren
dat het kan worden gedaan met het personeel dat wél beschikbaar is, op een manier
waarop nog steeds goede, persoonlijke zorg, begeleiding en ondersteuning geboden kan
worden. Aan dit programma wordt de komende periode uitvoering gegeven.
Ten aanzien van de zorgkosten, geldt dat in de systematiek van de Zorgverzekeringswet
(Zvw) verzekeraars en zorgaanbieders afspraken maken over welke reguliere zorg geleverd
wordt en welke kosten daarbij horen. Verzekeraars hebben daarbij een zorgplicht. Daar
bovenop is in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) afgesproken om het macrokader medisch-specialistische
zorg (MSZ) structureel met € 200 miljoen te verhogen, onder andere om eventuele meerkosten
van IC-opschaling tot 1.150 bedden te bekostigen. Daarnaast wordt er € 20 miljoen
beschikbaar gemaakt zodat in 2022 nog 800 studenten kunnen starten met de modulaire
opleiding Basis Acute Zorg (BAZ). In mijn brief van 1 juli jl.8 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het verhogen van de plaatsen in huisartsenopleiding.
Vraag 7 en 8
Kunt u uiteenzetten wat de vaccinatiestrategie is nu er waarschijnlijks deels overlappend/gelijktijdig
gevaccineerd gaat worden tegen het coronavirus en het influenzavirus? Wat is de interval
tussen de verschillende vaccinaties? Is onderzocht hoe het toedienen van twee verschillende
vaccinaties in relatief korte tijd zich tot elkaar verhoudt? Is er een inschatting
gemaakt van de potentiële gevolgen en bijwerkingen van het kort op elkaar voor twee
verschillende virussen vaccineren?
Weet u wat de potentiële gevolgen kunnen zijn van het (dubbel) vaccineren van mensen
middenin (mogelijk) twee virusgolven? Is hierover klinische data beschikbaar en zo
ja, kunt u deze openbaar en toegankelijk maken?
Antwoord 7 en 8
Er zijn geen medische bezwaren tegen het in korte tijd toedienen van de griepprik
en de herhaalprik. Verschillende studies hebben laten zien dat gelijktijdige toediening
van COVID-19-vaccins en griepvaccins veilig kan.9 Er worden niet of nauwelijks meer bijwerkingen gezien. Bijwerkingen zijn doorgaans
mild en tijdelijk. Ook blijkt uit studies dat er een goede antistofrespons tegen zowel
COVID-19 als griep wordt opgewekt bij gelijktijdige toediening of toediening binnen
korte tijd. Op basis van de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)10 omtrent het gebruik van COVID-19-vaccins, waarbij wordt aangegeven dat een COVID-19-vaccinatie
met elk ander vaccin tegelijk mag worden toegediend, zijn de intervallen in de uitvoeringsrichtlijn
COVID-19-vaccinatie van het RIVM vervallen.
Vraag 9 en 10
Weet u wat het dubbel vaccineren met twee verschillende vaccins middenin (mogelijk)
twee virusgolven mogelijk (tijdelijk) voor gevolgen heeft voor de gezondheid en de
afweer van kwetsbare groepen en immuungecompromitteerden? Zullen zij gedurende een
bepaalde periode nog kwetsbaarder zijn, met een hoger risico op overlijden door die
verhoogde kwetsbaarheid, al dan niet als gevolg van vaccinatie? Kunt u een gedetailleerde
uitleg geven?
Wordt deze kwetsbare en immuungecompromitteerde groep mensen dit najaar/deze winter
actief gemonitord om de effecten en potentiële bijwerkingen van vaccinatie middenin
in (mogelijk) twee virusgolven in kaart te brengen? Worden zij meegenomen in het registreren
en onderzoeken van de oversterfte vlak na vaccinatie?
Antwoord 9 en 10
Zoals ook aangegeven in mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van
Haga van 12 september jl.11, is het niet zo dat na vaccinatie een verhoogde kwetsbaarheid optreedt. Wel is bekend
dat bijwerkingen mogelijk hebben bijgedragen aan het verslechteren van een al kwetsbare
gezondheidssituatie of sluimerende conditie, al dan niet door hoge leeftijd. Het gaat
om bekende bijwerkingen van de coronavaccins zoals koorts, misselijkheid en algemene
malaise. Er is geen sprake van verhoogde kwetsbaarheid, maar van mensen die al erg
kwetsbaar zijn.
Er vinden verschillende – door ZonMw gefaciliteerde – onderzoeken plaats naar de effectiviteit
van vaccinatie tegen COVID-19 bij patiënten met een verstoord immuunsysteem. Resultaten
van deze onderzoeken lieten zien dat ook deze patiënten veilig gevaccineerd kunnen
worden. Uitgebreide informatie over deze studies, inclusief tussentijdse resultaten,
zijn te vinden op de website van ZonMw12.
Op de zorgvuldige wijze waarop (mogelijke) bijwerkingen van COVID-19-vaccinaties in
Nederland worden gemonitord, ben ik in mijn antwoorden op de schriftelijke vragen
van het lid Van Haga van 5 juli13, 6 juli14 en 25 juli jl.15 reeds ingegaan. Ik zie geen reden om hierin aanpassingen te maken of aanvullend onderzoek
te doen.
Vraag 11
Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen dit najaar en deze winter laagdrempelig toegang
hebben tot huisartsenzorg? Ziet u af van eerder gevoerd ontmoedigingsbeleid voor het
bezoek aan huisartsen en ziekenhuizen indien mensen klachten hebben, zodat er aan
vroegsignalering en preventie van ernstig verlopende infecties kan worden gedaan?
Hoe gaat u dat bewerkstelligen met de nu al grote druk op de huisartsenzorg? Kunt
u een uiteenzetting geven van de strategie voor het toegankelijk houden van de huisartsenzorg
voor patiënten en het behapbaar houden van de werkdruk voor het zorgpersoneel?
Antwoord 11
Het is onjuist dat zou zijn ingezet op een ontmoedigingsbeleid voor een bezoek aan
de huisarts. Ik heb eerder juist aandacht gevraagd voor het belang van toegankelijke
huisartsenzorg. Daarbij heb ik aangegeven dat mensen contact moeten blijven opnemen
met hun zorgverlener, ook in tijden van oplopende COVID-druk.16 Deze boodschap maakt tevens onderdeel uit van de publieksinformatie rond «Zorg nodig
in coronatijd» op rijksoverheid.nl.17
Bij oplopende aantallen COVID-19-patiënten valt niet uit te sluiten dat de druk op
de huisartsenzorg (verder) zal toenemen. Om op een dergelijk scenario voorbereid te
zijn, zijn er regionale huisartsen-rampen-opvangplannen (harops) opgesteld, waarin
staat beschreven hoe de huisartsenzorg wordt georganiseerd wanneer de toegankelijkheid
onder druk staat. De toegankelijkheid alsmede de continuïteit van huisartsenzorg staan
natuurlijk niet op zichzelf. De vraag naar huisartsenzorg wordt ook beïnvloed door
de beschikbaarheid van zorg in andere sectoren. Daarom is het belangrijk dat er onderlinge
afstemming plaats met andere sectoren – indien ook daar de druk oploopt. Dit gebeurt
in gezamenlijkheid binnen het ROAZ.
Ook in brede zin zet ik mij samen met partijen in voor een toegankelijke huisartsenzorg
waarin de werkdruk aanvaardbaar is. Over het verminderen van de druk op de huisartsenzorg
door onder meer het implementeren van «meer tijd voor de patiënt» en een betere verdeling
van de dienstendruk over alle huisartsen in de avonden, nachten en weekenden heb ik
concrete afspraken met partijen gemaakt in het IZA. Op dit moment geef ik daar samen
met partijen uit de huisartsenzorg uitvoering aan.
Vraag 12
Gaat u actief inzetten op het profylactisch gebruik van antivirale-, en geneesmiddelen
ter voorkoming van ernstig verlopende COVID-19-infecties? Zo ja, kunt u de plannen
hiervoor openbaar maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
De inzet van geneesmiddelen wordt bepaald door de medische beroepsgroep, niet door
mij. Zij stellen hiertoe richtlijnen op. Wel zet ik mij in om verschillende COVID-19-geneesmiddelen
in Nederland beschikbaar te maken. Mijn plannen hieromtrent heb ik al meerdere malen
openbaar gemaakt in Kamerbrieven, in de beantwoording van Kamervragen en in debatten18.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.