Schriftelijke vragen : De fiscale miljonairsvrijstelling
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de fiscale miljonairsvrijstelling (ingezonden 15 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met artikel 3.95b Wet op de inkomstenbelasting 2001 («de miljonairsvrijstelling»)
getroffen regeling die de belastingplichtige de mogelijkheid biedt de box 1 heffing
in te ruilen voor een aanmerkelijk belangheffing (box 2), mits de relevante Besloten
Vennootschap (BV) ten minste 95 procent van het lucratieve voordeel uitkeert?
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de reden was om deze regeling destijds in te voeren? Heeft dit
te maken met de stap destijds van box 3 (met de facto vrijstelling) naar box 1?
Vraag 3
Waarom wordt met deze regeling het uitgangspunt gebroken dat box 1 voorrang heeft
op box 2?
Vraag 4
Kunt u aangeven wat, sinds de inwerkingtreding en op jaarbasis, de omvang is van de
heffing over inkomsten uit lucratief belang tegen uitsluitend het tarief in box 1?
Vraag 5
Kunt u aangeven wat, sinds de inwerkingtreding en op jaarbasis, de omvang is van de
geclaimde miljonairsvrijstelling?
Vraag 6
Klopt het dat als de relevante BV geen vennootschapsbelasting over de relevante winst
betaalt het tarief de facto zakt van het hoogste box 1 tarief van 49,5 procent naar
het aanmerkelijk belang tarief van 26,9 procent? Is het juist dat in de praktijk de
BV geen vennootschapsbelasting betaalt omdat zij in de regel de deelnemingsvrijstelling
geniet voor het belang dat zij houdt in de structuur en dat die deelnemingsvrijstelling
in bijna alle gevallen voorhanden is dankzij de meetrekregeling of de compositie van
het kapitaal van het investeringsvehikel?
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de reden was om de facto de lucratief belang heffing om zeep te
helpen?
Vraag 8
Klopt het dat de discussie over of het voordeel dat managers van private equity deals
verkrijgen, waar vaak met een klein bedrag een relatief groot deel van het gewone
aandelenkapitaal verkregen wordt, belast zou moeten worden met loonbelasting/inkomstenbelasting,
de Belastingdienst veel tijd kost? Zo ja, vindt u dit wenselijk?
Vraag 9
Wat is de toegevoegde waarde van een lucratief belang heffing wanneer er tegelijkertijd
een regeling is die zorgt dat het tarief verlaagd wordt naar het box 2 tarief? Waarom
wordt deze situatie in stand gehouden?
Vraag 10
Wat vindt u ervan dat door deze regeling een zeer vermogende groep geen belasting
in box 1 maar in box 2 (dus tegen een lager tarief) betaalt? Hoe beoordeelt u dit
in het licht van onderzoek1 waaruit blijkt dat de aanwas van miljonairs en miljardairs vooral uit de private
equity hoek komt? Klopt het dat bij afschaffing van de vrijstelling de inkomsten uit
lucratieve belangen weer belast worden in box 1?
Vraag 11
Vindt u dat de miljonairsvrijstelling zowel een opmerkelijke belastingconstructie
als een ondoelmatige of ondoeltreffende fiscale regeling is? Zo ja, bent u bereid
de vrijstelling af te schaffen in het licht van het voornemen van het kabinet om zich
de komende jaren in te zetten om opmerkelijke belastingconstructies of ondoelmatige
of ondoeltreffende fiscale regelingen aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.