Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht ‘Ook poging schadeafhandeling ouders toeslagenaffaire te versnellen vertraagd’
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Ook poging schadeafhandeling ouders toeslagenaffaire te versnellen vertraagd» (ingezonden 21 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
14 november 2022).
Vraag 1
Hoe verloopt volgens u de pilot met vaststellingsovereenkomsten (vso’s) met 15 gedupeerde
ouders?1
Antwoord 1
In deze pilot is meer gelijkwaardigheid en eigen regie de bedoeling. Dat betekent
dat de ouders die deelnemen die regie ook moeten kunnen pakken en de tijd moeten kunnen
nemen die nodig is. Er wordt getest met een alternatieve route buiten het reguliere
herstelproces van UHT. Daarvan waren alle deelnemers zich vooraf bewust; ook dat een
pilot enige flexibiliteit vraagt, omdat mogelijke hindernissen niet van tevoren zichtbaar
zijn. Eind oktober zijn de eerste 2 concept-schadeoverzichten aangeleverd en begin
november het 3de concept-schadeoverzicht. De verwachting is dat op zeer korte termijn
nog minimaal 2 concept-schadeoverzichten zullen worden aangeleverd.
De voortgang en de uitkomst van de pilot worden beoordeeld op drie criteria, te weten:
1) ervaring van regie bij de ouder, 2) oudertevredenheid en 3) efficiëntie of snelheid
waarbij het voorkomen bezwaar en beroep het streven is. Op het derde criterium sorteerde
de Volkskrant vast voor dat de pilot vertraagd zou zijn, terwijl het juist belangrijk
is dat de ouder samen met zijn/haar advocaat het tempo bepaalt. Op dit moment zijn
12 van de 15 ouders bezig met hun advocaat om een schadeoverzicht op te stellen, waarbij
de deelnemers worden aangemoedigd om ook concepten aan te leveren, zodat samen bekeken
kan worden welke informatie nog ontbreekt of dat het overzicht reeds voldoende houvast
biedt voor vaststelling van de compensatie. Inmiddels is met alle ouders minstens
één tussentijds evaluatiegesprek gevoerd waaruit blijkt dat ouders tevreden zijn over
bijvoorbeeld de informatieavond en de kennismakingsgesprekken.
Vraag 2
Waarom is het niet mogelijk gebleken deze vso’s binnen acht tot tien weken vast te
stellen, hoewel dit toch wel een flinke periode is?
Antwoord 2
De praktijktest is op 29 juni jl. gestart met een informatieavond voor ouders en hun
advocaten. De timing vlak voor de zomervakantie maakte de planning voor de kennismakingsgesprekken
uitdagend. Uiteindelijk hebben tussen eind juli en begin oktober alle kennismakingsgesprekken
plaatsgevonden.
Rekenend vanaf eind juli zijn de ouders nu ongeveer 9 weken bezig met het opstellen
van een schadeoverzicht. Via de landsadvocaat en ook via evaluatiegesprekken met ouders
hebben we opgevangen dat het opstellen van het schadeoverzicht meer tijd vraagt om
het zorgvuldig te kunnen doen en dat nemen we mee in de evaluatie. Het is zeker niet
de bedoeling dat dit proces door ouders als bureaucratisch wordt ervaren. Het is wel
zo dat er voor sommige schadeposten onderbouwing nodig is, maar de advocaat van de
ouder wordt aangemoedigd om in gesprek te gaan over de stukken die missen of over
wat lastig te achterhalen is. Het proces rond het verzamelen van bewijsstukken en
hoe bureaucratisch dat wordt ervaren zal ook een belangrijk aandachtspunt worden in
de evaluatie.
Vraag 3
Wat is de inschatting van tijd die wel nodig is om tot een vso te komen?
Antwoord 3
Een definitieve uitspraak over de tijd die nodig is, kan pas bij het evalueren van
de pilot worden gedaan. Uw Kamer zal over de evaluatie worden geïnformeerd zodra enkele
ouders succesvol overeenstemming hebben bereikt over de compensatie. Het is belangrijk
dat ouders de tijd krijgen om tot een schadeoverzicht te komen zonder tijdsdruk. Op
dit moment zijn 3 concept-schadeoverzichten aangeleverd en de landsadvocaat streeft
ernaar om na ontvangst van een concept-schadeoverzicht binnen een termijn van 3 weken
te antwoorden.
Vraag 4
Hoeveel overleggen hebben gemiddeld tussen ouders en advocaat en landsadvocaat plaatsgevonden
om te komen tot een vso en hoelang duurden zulke gesprekken gemiddeld?
Antwoord 4
Zoals eerder al aangegeven zijn 12 van de 15 ouders nog bezig om samen met hun advocaat
het schadeoverzicht op te stellen. Pas tijdens de evaluatie van de pilot kan onder
elkaar worden gezet hoe vaak er contact is geweest tussen de advocaat van de ouder
en de landsadvocaat. Tot nu toe is het contact als volgt verlopen: 14 ouders hebben
een intakegesprek gehad waar zowel hun eigen advocaat als de landsadvocaat aanwezig
was en daarnaast een persoonlijk zaakbehandelaar en een pilotteamlid. Dit gesprek
was bedoeld als kennismakingsgesprek en was niet bedoeld om al inhoudelijke zaken
te bespreken. Op verzoek van de 15e ouder heeft er één kennismakingsgesprek plaatsgevonden buiten aanwezigheid van de
landsadvocaat.
Na de kennismakingsgesprekken is er gemiddeld elke drie weken een contactmoment geweest
met de advocaten, om te vragen naar de voortgang en om eventuele vragen te beantwoorden.
In de 6 casussen waarbij ouders nog een integrale beoordeling moesten doorlopen is
vaker contact geweest, bijvoorbeeld omdat een compensatievoorstel nog moest worden
toegelicht of omdat er verschillen van inzicht waren over de integrale beoordeling.
Vraag 5
Moesten ouders voor de vso hun schade bewijzen of aannemelijk maken?
Antwoord 5
Aan de ouders wordt niet gevraagd om de complete schade onomstotelijk te bewijzen
door middel van bewijsstukken. Per schadepost wordt beoordeeld of aannemelijk is dat
sprake is van schade als gevolg het stopzetten en/of terugvorderen van kinderopvangtoeslag
en in welke omvang. Daarbij is oog voor alle door de ouder genoemde persoonlijke omstandigheden.
In dat verband wordt voor immateriële schade hetzelfde beoordelingskader gehanteerd
als de Commissie Werkelijke Schade (CWS) hanteert bij het opstellen van haar adviezen.
Wanneer documenten ter onderbouwing van de schade lastig te vergaren zijn, zal geprobeerd
worden in overleg met de advocaat van de ouder om tot een praktische oplossing te
komen.
Vraag 6
Hoe kijkt u naar het zware proces van weer alle bonnetjes en bewijzen aan moeten leveren
door de ouders?
Antwoord 6
Zoals hiervoor is toegelicht, wordt aan de ouders niet gevraagd om al hun schade onomstotelijk
te bewijzen door middel van bewijsstukken. Wanneer documenten ter onderbouwing van
de schade lastig te vergaren zijn, zal in overleg met de advocaat van de ouder worden
geprobeerd om tot een praktische oplossing te komen.
Het krantenartikel in de Volkskrant schrijft dat ouders het verzamelen van bewijsstukken
ten behoeve van het opstellen van een schadeoverzicht door hun advocaat als zwaar
ervaren. Dat signaal wordt natuurlijk serieus genomen. In het gehele proces zijn meerdere
evaluatiemomenten ingebouwd en het is noodzakelijk om alles naast elkaar te leggen
en te leren van wat er goed gaat en wat er beter kan.
Vraag 7
Is het bij sommigen van de 15 gedupeerde ouders wel gelukt tot een vso te komen met
de eigen advocaat en landsadvocaat?
Antwoord 7
Op het moment van publiceren van het artikel in de Volkskrant waren alle 15 ouders
nog met hun advocaat de schadeoverzichten aan het voorbereiden. Op het moment van
beantwoording van deze vragen zijn 3 concept-schadeoverzichten aangeleverd. Een schadeoverzicht
is de opening om tot overeenstemming te komen over de omvang van de schade van de
betrokken ouder.
Vraag 8
Wanneer doet de overheid naar verwachting uitspraak over de vso’s?
Antwoord 8
Voor 12 van de 15 ouders is nog geen concept-schadeoverzicht ontvangen en is het nog
aan de ouder om samen met de advocaat het tempo te bepalen. Ook zijn er vooraf met
de advocaten geen afspraken gemaakt over termijnen, juist om de regie bij de ouder
te laten. De landsadvocaat moedigt de advocaten wel aan zo snel mogelijk concepten
te delen, zodat het gesprek kan starten.
Vraag 9
Worden bedragen en onderbouwing geanonimiseerd inzichtelijk gemaakt voor andere gedupeerden?
Antwoord 9
De deelnemers aan de praktijktest zijn vermoedelijk bekend bij een grotere groep gedupeerden.
Het is niet uit te sluiten dat elementen uit het verhaal of de geschiedenis van de
deelnemers ook bekend zijn. Wij zijn daarom terughoudend om informatie te delen. Het
aantal deelnemers is zo klein dat ondanks anonimiseren van een onderbouwing met bedragen
dit toch herleidbaar kan zijn naar het individu. We kijken of dit in een later stadium
en bij grotere aantallen eventueel wel mogelijk is.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het commissiedebat over de 12e voortgangsrapportage?
Antwoord 10
Ja.
Bijlage artikel Volkskrant 20 okt 2022
Charlotte Huisman
Proef om afhandeling schade toeslagenouders te versnellen loopt flinke vertraging
op
Het is teleurstellend voor de selectie van vijftien toeslagenouders die hoopten dat
hun schade inmiddels zou zijn afgehandeld. De proef met de vaststellingsovereenkomst,
een methode die de schadeafhandeling van gedupeerden van de toeslagenaffaire moet
versnellen, loopt flinke vertraging op.
De vijftien geselecteerde gedupeerden kregen eind juni te horen dat hun schade binnen
acht tot tien weken met een vaststellingsovereenkomst (vso) zou worden afgehandeld.
Maar die termijn blijkt niet haalbaar. Tot het begin van deze maand was van nog niet
een van hen de schade vastgesteld, laat staan dat er een overeenkomst is gesloten
met de landsadvocaat.
Deelnemers aan de proef met wie de Volkskrant contact heeft, spreken van een slepend
en slopend proces – zij willen niet met hun naam in de krant uit vrees hun eigen procedure
te benadelen. Twee van hen hebben overwogen het bijltje erbij neer te gooien. «Het
is pijnlijk dat ons weer iets is voorgespiegeld dat niet wordt waargemaakt.»
Onder meer de Nationale ombudsman adviseerde eerder dit jaar om vaststellingsovereenkomsten
in te zetten om de hersteloperatie voor de toeslagenouders weer vlot te trekken. Het
afhandelen van de schade van door de toeslagenaffaire gedupeerde ouders via de eerder
opgetuigde methode was namelijk vastgelopen.
Hoge verwachtingen
Mensen die denken dat de Belastingdienst hen ten onrechte van fraude heeft beticht
met kinderopvangtoeslag en door de terugvorderingen schade hebben opgelopen, ondergaan
eerst een lichte toets of zij inderdaad slachtoffer zijn. Dat gaat vlot, inmiddels
hebben ruim 27 duizend erkende gedupeerden het bedrag van 30 duizend euro ontvangen.
Maar op de daaropvolgende integrale beoordeling van hun situatie en een eventuele
behandeling van hun zaak door de Commissie Werkelijke Schade moeten veel gedupeerden
jaren wachten.
Daarom is het Ministerie van Financiën in juni de proef begonnen met de vaststellingsovereenkomst,
om toeslagenouders de kans te geven op een snellere schadeafhandeling. De verwachtingen
zijn hoog. Lukt het bij deze vijftien ouders, dan kunnen meer gedupeerden ermee worden
geholpen, is het idee.
De bedoeling is dat een letselschadeadvocaat aan de hand van het verhaal van de gedupeerde
een schadebedrag bepaalt. Met dat bedrag gaat het slachtoffer naar de landsadvocaat,
die de overheid vertegenwoordigt, om tot een overeenstemming te komen. Als de ouder
en de overheid het eens zijn geworden over het financiële herstelbedrag, sluiten de
twee partijen een zogeheten vaststellingsovereenkomst – een rechtsgeldige overeenkomst
die ook vaak wordt toegepast bij ontslagzaken of de afhandeling van de letselschade
bij een verkeersongeluk.
De voor dit proces ingeschatte tijd van acht tot tien weken blijkt nu niet realistisch.
In de zomervakantieperiode was het lastig afspraken maken. Daarna kwamen de advocaten
erachter dat het «zorgvuldige en emotionele proces» om een schadebedrag vast te stellen
soms tijdrovender is dan verwacht, schrijven zij in een nieuwsbrief aan de gedupeerden.
Stevig onderbouwen
Een deelnemer vertelt dat ze al weken bezig is met het aanleveren van bankafschriften
en andere bewijsstukken. Om aan te tonen dat haar gebit is verwoest door tandenknarsen
door stress van de toeslagenaffaire, moest ze bijvoorbeeld een verklaring van de tandarts
opvragen. «Ik had gehoopt dat we voor zo’n vaststellingsovereenkomst in een relaxte
setting met de schade-expert en de landsadvocaat een gesprek over de schade zouden
voeren, desnoods wil ik een geheimhoudingsverklaring tekenen», zegt ze. «Maar in plaats
daarvoor wordt het net zo’n bureaucratisch proces als de al bestaande afhandelingsprocedure.
Er gaat veel geld naar dure advocaten, die hier veel tijd aan kwijt zijn, en ik kan
het nog steeds niet afsluiten.»
Een andere deelnemer zegt dat het ook in hun eigen belang is om met de letselschadeadvocaat
de tijd te nemen om een stevig onderbouwd schadeverhaal op te stellen. Want het spannendste
van de proef moet nog komen: hoe gaat de overheid reageren op de voorgestelde schadebedragen?
Daarna komt de vraag of dit proces handzaam genoeg is om toe te passen op de duizenden
gedupeerden die nog wachten op hun schadeafhandeling.
Het Ministerie van Financiën verwijst voor commentaar naar de volgende voortgangsrapportage
over de hersteloperatie van de toeslagenaffaire, die vrijdag verschijnt. De deelnemers
hopen dat er snel schot in de zaak komt. «Ik had me erop ingesteld dat ik er nu klaar
mee zou zijn en door zou kunnen met mijn leven», zegt een van hen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.