Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Valstar en Brekelmans over het bericht ‘UK to issue ‘threat alert’ over China’s attempts to recruit RAF pilots’
Vragen van de leden Valstar en Brekelmans (beiden VVD) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het bericht «UK to issue «threat alert» over China’s attempts to recruit RAF pilots» (ingezonden 19 oktober 2022).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Staatssecretaris van Defensie (ontvangen 14 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «UK to issue «threat alert» over China’s attempts to
recruit RAF pilots»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zijn er bij het Ministerie van Defensie, het Ministerie van Buitenlandse Zaken of
de veiligheidsdiensten gevallen bekend van voormalige piloten die trainingen geven
aan de Chinese strijdkrachten, al dan niet via bedrijven in derde landen?
Antwoord 2
Het mogelijk rekruteren van Britse (ex)-vliegers door China is zorgelijk. Zoals in
het openbare MIVD jaarverslag 2021 staat, onderkent Nederland dat China streeft naar
een moderne krijgsmacht van wereldklasse en dat China omvangrijke en structurele inlichtingenactiviteiten
uitvoert om dit doel te bereiken.2 De MIVD doet actief onderzoek naar deze Chinese activiteiten om de dreiging tegen
te gaan. Vanwege het gerubriceerde karakter van dit onderzoek kunnen over de aard
en inhoud in het openbaar geen uitspraken worden gedaan. Uw Kamer wordt hierover via
de geëigende kanalen geïnformeerd.
Vraag 3
Bent u bereid om bij de Britse autoriteiten na te gaan welke vliegschool in Zuid-Afrika
in het bijzonder bekend staat om het met behulp van voormalige piloten van de Britse
luchtmacht aanbieden van trainingen aan de Chinese strijdkrachten?
Antwoord 3
Ja. Het kabinet staat in nauw contact met de Britse autoriteiten over dit onderwerp.
Vanwege het gerubriceerde karakter van deze informatie worden in het openbaar geen
verdere uitspraken gedaan.
Vraag 4 en 5
Zijn er heden of in het verleden piloten van de Nederlandse krijgsmacht verbonden
aan deze vliegschool?
Wordt er gemonitord of voormalig defensiepersoneel na het verlaten van de actieve
dienst trainings- of advieswerkzaamheden aanbiedt aan krijgsmachten van andere landen,
zijnde niet NAVO-, EU- of gelijkgestemde partnerlanden?
Antwoord 4 en 5
Zoals in antwoord op vraag 2 gemeld doet de MIVD actief onderzoek naar activiteiten
om dreigingen tegen te gaan. Vanwege het gerubriceerde karakter van dit onderzoek
kunnen hierover geen uitspraken worden gedaan in het openbaar. Ook hiervoor geldt
dat uw Kamer hierover via de geëigende kanalen wordt geïnformeerd.
Vraag 6
Deelt u de mening dat, indien deze regels niet bestaan, het een gevaar voor de Nederlandse
en bondgenootschappelijke veiligheid vormt als voormalig Nederlands Defensiepersoneel
bijdraagt aan de training van de Chinese strijdkrachten, en dat hiertegen maatregelen
genomen dienen te worden? Zo nee, hoe verhoudt deze conclusie zich dan tot de conclusie
in het strategisch concept van de NAVO dat China een bedreiging vormt voor onze belangen,
veiligheid en waarden?
Antwoord 6
De huidige wetgeving voorziet erin dat in geval militairen in actieve dienst zonder
verlof daartoe en met inachtneming van de geheimhoudingsplicht in vreemde krijgsdienst
treden, de strafbaarheid daarvan conform het Wetboek van Militair Strafrecht als desertie
kan worden beschouwd. Voor burgers geldt dat in krijgsdienst treden bij een vreemde
mogendheid alleen strafbaar is indien dit plaatsvindt wanneer een oorlog met die staat
in het vooruitzicht ligt.
Op basis van de Wet ambtenaren defensie en de Ambtenarenwet 2017 geldt dat iedere
(militair) ambtenaar verplicht is tot geheimhouding van enig gegeven, de dienst betreffende,
tegenover een ieder die tot kennisneming daarvan niet bevoegd is, voor zover die verplichting
uit de aard der zaak volgt. Strafrechtelijke handhaving volgt uit het Wetboek van
Strafrecht. Ook vloeit uit deze wetten voort dat medewerkers nevenwerkzaamheden moeten
melden als die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling
kunnen raken. Het verbieden van nevenactiviteiten is aan de orde indien goede vervulling
van de functie of de dienst, onvoldoende gegarandeerd kan worden.
Voor zittend Defensiepersoneel, dat op basis van een verklaring van geen bezwaar (VGB)
werkzaam is bij Defensie, geldt bovendien dat zij bij herhaling worden onderworpen
aan een veiligheidsonderzoek door de MIVD, waarbij «loyaliteit» en «ongewenste beïnvloeding»
een van de beoordelingsfactoren zijn (Beleidsregel veiligheidsonderzoeken 2021).3 In dienst treden bij een andere mogendheid kan dus leiden tot een intrekking van
de VGB en daarmee ontheffing uit de functie.
Bovenstaande is niet van toepassing op mensen die niet meer in dienst van Defensie
zijn. Wel blijft voor hen, ook na beëindiging van het dienstverband, de wettelijke
geheimhoudingsplicht gelden.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er in het bijzonder maatregelen genomen dienen te worden om
overdracht van militaire kennis en vaardigheden te verhinderen richting landen die
volgens het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren een offensief inlichtingenprogramma
richting Nederland hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het kabinet deelt de mening dat bijdragen aan het trainen van de Chinese strijdkrachten
door voormalig Nederlands Defensiepersoneel onwenselijk is. Het kabinet beziet momenteel
samen met het Verenigd Koninkrijk en andere internationale partners of acties, in
aanvulling op de mogelijkheden zoals beschreven in antwoord op vraag 6, nodig en mogelijk
zijn.
Vraag 8
Bent u bekend met artikel 101 (treden in vreemde krijgsdienst) en 205 (werven voor
vreemde krijgsdienst) uit het Wetboek van Strafrecht?
Antwoord 8
De Nederlandse inlichtingendiensten doen actief onderzoek naar activiteiten van statelijke
actoren die raken aan onze nationale veiligheid. Vanwege het gerubriceerde karakter
van deze onderzoeken kunnen hierover geen uitspraken worden gedaan in het openbaar.
Ook hiervoor geldt dat uw Kamer hierover via de geëigende kanalen wordt geïnformeerd.
Vraag 9 en 10
Ziet u mogelijkheden om voormalig medewerkers van de krijgsmacht die, al dan niet
via derde landen, ingehuurd worden door de in het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren
vastgestelde landen die een offensief inlichtingenprogramma richting Nederland hebben,
onder deze wetsartikelen te vervolgen? Zo nee, bent u bereid om de wet dusdanig aan
te passen dat dit wel tot de mogelijkheden behoort?
Ziet u mogelijkheden om voormalig medewerkers van de krijgsmacht die, al dan niet
via derde landen, ingehuurd worden door de in het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren
vastgestelde landen die een offensief inlichtingenprogramma richting Nederland hebben,
onder deze wetsartikelen te vervolgen? Zo nee, bent u bereid om de wet dusdanig aan
te passen dat dit wel tot de mogelijkheden behoort?
Antwoord 9 en 10
Zoals gemeld in het antwoord op vraag 6 zijn er verschillende mogelijkheden, waaronder
de door u aangehaalde artikelen uit het Wetboek van Strafrecht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.